77 JAREN B.V.C. Het begon allemaal zo eenvoudig en vanzelfsprekend in 1903. Een stel jongelui van de Kali Besar in Batavia wilden een beetje gaan voetballen en besloten daartoe een club op te richten. Op een vrijdagavond zijn ze bij elkaar gekomen op het Koningsplein en richtten daar de Bataviasche Voetbal Club op. Ze waren met z'n dertienen, en niemand was bijgelovig! Het eerste bestuur was als volgt samengesteld: E. Schallenberg, voorzitter; P. L. Jut de Bourghelles, secretaris-penningmeester; F. Boode, commissaris van materiaal; E. Versteegh, aanvoerder, en D. F. W. Prins, 2e aanvoerder. CÏub- costuum: wit shirt met rood BVC-embleem op de linker borstzak. Al spoedig werd erkend dat een vaste plaats van samenkomst de saamhorig heid bevorderen zou, en daarom be sloot men regelmatig bij de heer J. Kloos bijeen te komen, op Noordwijk, waar later het bijkantoor van de FAC TORY was gevestigd. Een voetbalbond bestond in die tijd nog niet. Men voetbalde tegen wie tegenstander wilde zijn. Oliveo, Her cules en Vios bestonden in die tijd ook al. Het terrein was daar gelegen waar gras groeide. De voetballerij zat toen nogal losjes in elkaar. Maar men vond bevrediging in de sport en zag de zonzijde, niettegenstaande zelden een wedstrijd werd gewonnen, want vooral bij BVC-leden kwamen over plaatsingen nogal eens voor. Echter kwamen overplaatsingen naar Batavia ook wel voor, zodat er toch wel altijd een elftal in het veld gebracht kon worden Overigens was het winnen maar bijzaak; hoofdzaak was het spel en vooral het na-bomen over de wed strijd groeide als regel uit tot een be scheiden feestje. Met het voortschrijden van de tijd werden ook anderen lid van het luid ruchtige en feestende BVC en met deze nieuwelingen kwam er meer ernst in het sportleven. De zeildoekse tent die naar iedere wedstrijd moest worden meegesleept om als kleed kamer te fungeren verdween, toen men in de Dierentuin en later in het Decapark ging spelen. Toch miste men een eigen home en men ging uitkijken naar een terrein en een eigen club huis. In 1923 gelukte het de bekende BVC-residentie te veroveren. Nadat de heren W. van Looy en Ter- laag de alang-alang op het terrein aan de Steenbrekersweg hadden overwon nen, en het sado-paardje niet langer dikke sokken behoefde te dragen om het veld niet te beschadigen, werd de afgekeurde brandweerkazerne achter het station omgetoverd tot clubhuis. Het verenigingsleven won aan inhoud en andere takken van sport werden nu ook beoefend, zoals cricket en tennis. Doch deze sporten hielden geen stand en gingen geruisloos weer ter ziele. Beter ging het met hockey en korfbal, welke met voetbal de basis-sporten werden van de BVC in latere jaren. De hockey-afdeling behaalde met het eerste elftal in 1934 het eerste kam pioenschap, en zou dit negen maal achtereen van de Bataviase velden weghalen. De enige onderbreking in dit record kwam door de oorlog, maar toen werd er ook niet gehockeyd. Veel heeft de hockey-afdeling bijge dragen tot het opgewekte verenigings leven, want na elk succes werd weer een gezellige avond belegd, of een onderling dansavondje georganiseerd. Zelfs werd het min of meer gewoonte om na het trainen nog even een dans je te maken! Ook de jaarlijkse tochten naar Ban doeng en de return-wedstrijden in Dja karta vormden even zovele hoogte punten in het BVC-leven. Freddy Toft is na de oorlog als fameu ze hockey-keeper in Kampong tot grote hoogte gestegen. Zijn zoon, als opvolger, doet het ook geweldig! Sinds mei 1929 werd in BVC-verband ook korfbal beoefend. En direct moet worden gezegd dat ook aan deze af deling veel plezier werd beleefd. Vier maal werden de BVC korfbalspelers kampioen van Djakarta terwijl ze in de andere jaren steeds goede plaat sen op de ranglijst wisten te bezetten. Na de oorlog ging het de korfballers niet meer zo voor de wind. Maar in 1953 begon er weer meer tekening te komen in deze afdeling, doordat er weer jonge twaalftallen konden worden gevormd. Ook deze afdeling heeft veel bijge dragen tot de gezelligheid in de ver eniging, bijvoorbeeld de geslaagde feesten ter gelegenheid van het be zoek van de Bandoengse gasten. Een hoogtepunt in het verenigings leven werd bereikt in 1938, toen zowel de voetbalafdeling als de hockey- en korfbal-afdeling Bataviaas kampioen werden. De voetbalafdeling streed eveneens mee om het Java-kampioen- schap en eindigde als tweede! Met wisselend succes werd ook de athletiek bij BVC beoefend. Prominen te athleten van BVC waren Harry de Keyzer, die in 1924 op de Olympische Spelen te Parijs Nederland vertegen woordigde op het nummer Tienkamp; Bob Mesman Schultz, ook al tienkam per, die in Nederland meermalen de 100 m liep in 10,7 en ook op de 110 m horden uitblonk. Poppie Beek behaalde het kampioen schap speerwerpen dames, met 34,81 m. Een record waarvan wij nog niet gehoord hebben dat het in Indonesië intussen verbeterd is- Noemen wij nog Hans Nederveen Meerkerk, Jack Schotte, Beppie Dam merman, Nel Heemstra, Pley, Pipper, Pieters, Flissinger, Florentinus etc. etc. Na de bevrijding, op 5 mei 1946, werd BVC heropgericht door Kees Stolk. Het veld werd in orde gemaakt, grote verdienste van Dr. Brand, en alle sporten werden weer als vroeger be oefend. Bij het 50-jarig bestaan werd Paatje Versteegh benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Vele voetballers uit Nederland, als mi litair in Indonesië, voetbalden bij BVC, zoals Colthoff (H.V.V.), Tolmeyer en Tjepkema (Blauw-wit), Braams en Dörr (Excelsior). In december 1957 hield de BVC op te bestaan als sport-beoefenende ver eniging. Maar in 1963 vond de eerste reünie van Oud-BVC-ers plaats, op de Pier te Scheveningen. Nadien volgden meerdere reünies, die gehouden wer den in Sassenheim. Dit jaar komen wij bij elkaar op 12 a- pril in het Hotel des Indes in Den Haag. De naam van dit hotel zal velen van ons met weemoed in de herinne ring doen terugkeren. Maar laten wij de onvergetelijke mens en schrijver Tjalie Robinson nazeggen: "Poekoel Teroes". C. STOLK De eerste B.V.C.-reüriie op de Scheveningse Pier in 1948. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 10