Onderwijs in Indonesië
De minister van Onderwijs - Dr. Daud Jusuf, gepromoveerd aan de Sorbonne -
is ontevreden over de kwaliteit van ons middelbaar onderwijs. Hij heeft dat
onderwijs vergeleken met de middelbare opleiding in het voormalige Nederl. In-
die. Waar volgens hem de afkomelingen van de A.M.S. (Algemeen Middelbare
School de "Indische" vorm van de H.B.S.) allemaal vlot Nederlands, Engels,
Frans en Duits konden spreken, lezen en schrijven. De afkomelingen van de
S.M.A. (Sekolah Menengah Atas equivalent van de vroegere A.M.S.) beheer
sen zelfs hun eigen taal niet volkomen, laat staan vreemde talen. Daarin moet
drastisch verandering worden gebracht, zegt hij. De onderwijskrachten moeten
beter hun best doen, want zo gaat het niet langer
Het kan best waar zijn wat Dr. Daud
Jusuf beweert, maar volgens mij kan
men de leerkrachten niet alleen de
schuld geven. Want er zit heel wat
meer aan vast.
Allereerst is de voorstelling alsof jon
gelieden met eind H.B.S. of A.M.S. vlot
vier talen beheersten, enigszins over
dreven. Goed, ze konden vlot (of min
der vlot) opstelletjes schrijven in het
Engels, Frans en Duits. En vertalingen
maken uit die talen. Maar met het
spreken was het veelal minder roos
kleurig gesteld. Ik herinner me nog
heel best, dat ik, niet lang na mijn
eind-examen H.B.S. in een restaurant
te Parijs een lunch wilde bestellen. En
verbijsterd was over de geschreven
spijskaart aldaar en verward raakte in
mijn eigen woorden. Zodat de kelner
er met een grijnslach en schijnbaar
oneindig geduld (zo treiterend als wat)
bij stond. Uiteindelijk kreeg ik wel iets
te eten, maar vraag niet wat!
Nu ben ik niet zo'n groot licht, dat wel
natuurlijk. Maar een van mijn vriendjes
loos, verrukkelijk. Alleen op de wereld
in Madoera, hoe ongelooflijk rijk ben
ik eigenlijk. Als Tjalie er was geweest
zouden we de straat opgelopen zijn,
uren gelopen. Veilig, onveilig. De men
sen in Holland emmeren maar door
over: "Is het nu wel veilig? Kun je wel
alleen over straat?" In Nederland be
slist niet, nee.
Ineens merk ik het, de diepblauwe plek
tussen de pilaren en de bomen door,
is lichter aan het worden, de ochtend
komt. Kapedi is nog in diepe rust. Mijn
horloge wijst kwart over vier. Dan in
eens een vreemd geruis, een geknet
ter. En dan, als donderslag in deze
prille ochtendhemel daveren Koran-
regels door de drie luidsprekers er
gens boven op een moskee bevestigd.
Allah is groot, Mohammed is zijn pro
feet en zijn stem is oorverdovend. Het
klinkt als een Godsoordeel, maar zo
melodieus en aangenaam dat ik de
geluidssterkte van duizenden decibels
voor lief neem. Het is eigenlijk waan
zinnig: eerst die diepe stilte en ineens
dit overweldigende geluid van Allah-
in play back. Het knarsende geluid van
de cassette is zo aandoenlijk prozaïsch,
de overwinning van de techniek, zelfs
in Kapedi.
Uit de slaapkamers van de Soetjahjo's
en Poirrié geen geluid, ze ronken door,
doodmoe waarschijnlijk en geen wak
kere geloofsbelijders. Nadat de loud-
vertelde later, dat hij toen hij bezoek
kreeg van een Franse kennis en diens
wederhelft, niets anders wist te be
denken dan "Asseyez vous s.v.p." eh
zich verder moest behelpen met - al
naar gelang hun gelaatsuitdrukking -
verbaasde, verontwaardigde of blijde
"Oh, aha!" kreten.
En laten we niet vergeten, dat onze
H.B.S.-en en andere middelbare scho
len over uitgebreide bibliotheken met
Engelse, Franse en Duitse romans en
andere lectuur beschikten. Dat is nu
wel anders bij de S.M.A. I
Verder hadden wij dikwijls leraren die
de betreffende nationaliteit hadden
en die met ons ook in hun eigen
taal spraken. En geen Nederlands tij
dens de lesuren wilden verstaan. Maar
dat kost geld, om zulke lieden te en
gageren! En nochtans waren de resul
taten in de praktijk niet om over te
roepen. Talen leer je - als je daar in
teresse voor hebt althans - door een
tijd te verblijven in het land waar zo'n
taal gesproken wordt. En dat kost ook
speakers tot zwijgen zijn gebracht,
nemen de hanen de taak over om de
dag op gang te brengen. Ook hier al
die o zo vertrouwde geluiden, een pie
pende katrol van een put, geluiden in
de keuken, vallend water.
We maakten diezelfde middag nog een
ritje naar Soemenep en Kalianget. Om
nooit te vergeten, die late middagzon
over de stille wegen. In Soemenep wat
drukte op straat, in de gauwte zie ik
iets van een bioscoop. Langs een bin
nenweg gaan we gezellig even ver
dwalen. Als ik in gezelschap ben hoop
ik altijd dat we verdwalen, niets is leu
ker dan mensen door elkaar aanwijzin
gen te horen geven dje nergens op
slaan. Altijd weet alleen de chauffeur
het weer te vinden. Op Kalianget is
het bijna avond. De foto's die we ma
ken van dat beeldschone haventje blij
ken later in silhouettes te zijn afge
drukt. Prauwen, grappende jongelui
aan de steiger, rimpelloos water.
"Ajo, naar huis," zegt Koes, "straks
verdwalen we wéér, morgen gaan we
hier weer langs op weg naar huis
Grote Indische huizen waar vroeger de
employé's van de Opium en Zoutregie
woonden. Ze zijn nu nog bewoond, het
kantoor is modern, groot, er is'een
pasanggrahan. Ik wil er wat over we
ten. "Morgen," zegt Koes.
L.D.
(slot volgt)
geld! En verder door lezen en alsmaar
lezen in vreemde talen. Dat kost ook
een schuif duiten, geloof maar!
In een arm land als Indonesia kun je
zo n gang van zaken wel wensen en
toejuichen. Realiseren is iets anders.
Wat de volgens Dr. Daud Jusuf ver
melde geringere kennis van de Baha-
sa betreft, moet toch worden herin
nerd aan het feit, dat er zelfs over de
schrijfwijze van vele woorden in deze
taal, die zich nog steeds en snel ont
wikkelt, niet altijd eenstemmigheid be
staat. Dat kun je wel leren uit de les
sen in Bahasa bij de televisie. En lezen
in de kranten!
Overigens: let eens op de talenkennis
in Angelsaksische landen. Maar goed
er is wel verbetering nodig laten we
aannemen. Laat men er dan ook de
gelden voor uittrekken. Op sommige
(particuliere) scholen (lagere scholen
sekolah dasar) geven bepaalde
leerkrachten vanaf de vijfde klas les
in Engels. Buiten de lesuren om. En de
ouders betalen daar ook extra voor.
Dat komt dus ook op hetzelfde liedje
uit. Geld
Er speelt misschien ook nog een an
dere factor een rol. Ik heb daar straks
al op gewezen. Nederland was, en is
een klein land en Nederlanders moe
ten dus over uitgebreide talenkennis
beschikken om in de wereld vooruit
te komen. Maar grote landen met uit
gebreid taalgebied tot hun beschikking
dachten daar anders over. Nu nog
staan veel Angelsaksen, Duitsers en
Fransen verbaasd over de talenkennis
van de Nederlanders. Ondanks de ei
sen van het tourisme, zijn ze daar nog
steeds verbaasd over. In Indonesië,
vroeger Nederlands-lndië, volgde men
uiteraard de eisen van het voormalige
Nederlandse bewind op taalgebied.
Maar het vrije Indonesia is zelf een
heel groot land met een heel groot
taalgebied. De gevoelens ten opzichte
van studie van vreemde talen zijn ver
moedelijk daardoor verwant aan die in
de Angelsaksische landen. De moder
ne tijd, die met vliegtuigen de wereld
zo klein heeft doen worden, stelt in
derdaad andere eisen. Maar de on
bewuste in een volk levende gevoelens
moeten daaraan eerst aangepast wor
den. Dat kost tijd. En moeitel
Voor ons is het echter inderdaad een
dringende eis dat we minstens goed
Engels en - zij het ook passief - Ne
derlands beheersen. Want wie arts of
jurist of historicus wil worden, moet
in de literatuur in die talen goéd zijn
weg weten te vinden.
Indonesische kinderen zijn intelligent.
Ze zullen dat zelf wel uitvinden en
velen hebben het ook al uitgevonden
(maar nog niet allemaal). Let maar op
de dicht bezette cursussen in Engels
en Nederlands.
Ik heb echt wel goede hoop dat de
talenkennis zal toenemen. Maar tijd
(geduld) is daarvoor wel nodig. En
geld. Een hele hoop I
Bogor, AGUS DARUCH
5