Kaligarang 12, Semerang HET HUIS VAN DUIZEND DROMEN (SLOT) door Ems I. H. van Soest Een neef van vaderskant, die drie jaar geleden uit Holland was gekomen en nu wel aan trouwen kon denken vond in Zus Oosterling, de dochter van Semarang's High Life Taylor, bij wie Jan klant was, zijn ware Jacoba. We gingen naar het huwelijksfeest. Ma in zwart-wit gestreepte organdie en ik in het zachtgeel, ook organdie. Pa Oosterling voelde zich niet wel. het moeten afstaan van zijn oog appel greep hem erg aan. Een week na de bruiloft overleed hij. Iets later las ik tot mijn verrassing in een lezersrubriek (was het De Loco motief?) dat "Ems van Soest woont in Semarang, maar het juiste adres weet ik niet. Ik heb gehoord dat ze kort ge leden getrouwd is, maar ze schrijft nog onder haar eigen naam." Kabar ang- gin! Bladen als Story en Privé waren nog in de schoot der verste toekomst verborgen en van "Paparazzi" journa listen had nog niemand gehoord, maar op bescheiden wijze trok iemand die iets presteerde, toch al de aandacht. Een Bataviase journalist vroeg zich in arren moede af, wat dat toch moest met die boeken van Ems van Soest, geschreven aan een pietepeuterig op geruimd damesschrijfbureautje? Hoe wist de man dat ik dagelijks orde schiep in mijn werkchaos? Maar deze berichten amuseerden mij. Boos werd ik op een Hollandse scribent van een blad in de provincie, die botweg be weerde: "De schrijfster zich verschui lend onder het pseudoniem Ems van Soest is nooit in de tropen geweest. Zij fantaseert er maar op los over thee- ondernemingen, alsof ze die uit eigen aanschouwing kent." Op zulke mo menten dacht ik wel eens "Auf der Höhe ist es einsam". Dan had ik behoefte aan de steun van Ma en Jan. Jan zette dan een plaat op de salongrammofoon en we luisterden naar "Le Cygne" van Saint Saëns, "Die Zwei Grenadiere", "Carmen", het Donkozakkenkoor tot ik helemaal ge lukkig werd om zoveel mooie klanken. Muziek als deze trilde in je los wat de duizend dromen van je jeugd ook de den. Dan hoorden we in de tuin naast aan wel eens de mopperstem van de heer Palfenier! Bij het huis hoorde een garage, die Ma tot woonruimte had ingericht. Zo nu en dan trok daar tijdelijk iemand in als "paying guest" of als gewoon logé. De oudste zuster van mijn moeder kwam dan uit Malang met allerlei oleh-oleh in haar koffer. "Die situatie van vijf vond ik altijd zo heerlijk," zei ze eens en hield haar hand omhoog, "maar ach ja, Emmaen dan sprak ze over haar overleden man. "lis sont passés ces jours de fêtes!" Er volgde een diepe zucht. Het bracht me ertoe om de mooie dagen nóg sterker terug te roepen in mijn werk. Soms kwamen vriendinnen logeren in de garage en we gingen met zijn allen De schrijfster "en grand gala" met struisverenwaaier, mei 1935. naar schouwburg en bioscoop. Een lezeresje kwam op doorreis mij be zoeken en vroeg: "Mag ik u tante noe men?" "Ben je nu mal," zei ik, "je bent maar een paar jaar jonger dan ik!" De aangebedene van Joop Geradts maakte geen haast met de verloving, dat kon hij ook niet - de Soerabajaan was iemand met een gevestigde po sitie geweest, Adam Boonstra moest nog studeren. Joop begon nu Engelse les te nemen bij Jan die al menige leergierige Chinees de tale Albions, waarvoor hij zijn acte had, had bijge bracht. Mevrouw Geradts was helder ziende. Soms trokken haar ogen grie zelig naar boven weg en dan had ze een of ander visioen. Eens kwam ze opgewonden de tuin in. "Ik maakte mijn grote kast open en daar zag ik een hele Japanse familie verschijnen!" Dat herinnerde ons weer aan de vul kaan waarop wij leefden want niet al leen Hitler's maar ook Japan's expan sieplannen vormden stof tot artikelen en beschouwingen. De markt werd overstroomd met Japanse goederen. Bobby Cobussen kreeg op zijn ver jaardag een beeldig fietsje, dat maar acht gulden had gekost. Twee dagen later was het zadel er al af, zulke per fectionisten als nu waren de Japanners nog niet. In de toko's lag ondergoed te koop voor negencent per stuk! Overal verrees de aansporing met grote letters "KOOPT NEDERLANDS FABRIKAAT!" De arme klontongchi- nezen liepen zich het vuur uit de slof fen Nu was het dodelijke ernst met de "loegi betoel" want wie kon op tegen zo'n concurrent? Het gevolg was dat ze bijna smekend hun grote dozen openklepten met daarin de mooiste sieraden, die voor een prikje weggin gen. Cornalijnen ringen en oorhangers, zonnestenen en plakken bewerkte ja de op kersehouten voetstuk. Eén vijf en twintig, terwijl we enkele jaren later in Holland die jade zagen aange prijsd voor f 80,per stuk. Ze ont rolden balen van het puurste satijn, adembenemende schuimendwitte kant, voor luttele dubbeltjes per el. Ze lie ten hun koelies het allernieuwste mee zeulen aan de draagstok. Vellen van licht bontdie ik later dragen zou als sierlijke kragen op jasjes in de Spaanse lente vóór de burgeroorlog. "Boleh, njonja, boleh toelis bon... teli- ma kassi" en we keken de magere kerel na met een schuldgevoel om al dat zo billijk verkregen moois. Op dagen dat ik minder productief was dan anders kwam Jan binnen en zei: "Ik heb die grammatica van Prof. Ker- pesteyn doorgewerkt, begin jij er nu aan. Als we naar Spanje gaan kun jij dan ook overweg met de taal." Zijn idioomleraar was de Linguaphone waarop een authentiek Castiliaanse stem uit ten treure zinnen liet horen, die passerende kooplui en pasarvrou wen in opperste verbazing deden stil houden en rondkijken. Loh I Waar kwam die stem vandaan in die vreem de taal? "La familia esta en la sala. El abuelo, la abuela, el padre, la madre. Los Hijos. Una hija, un hijo. El tio es un cojoJan correspondeerde met Spaanse leden van "Concordia" met wie Wim oorspronkelijk in het Frans postzegels had uitgewisseld. Nu schreef Jan ze in het Spaans, "un castellano estupendamente bien," pre zen ze, "un espahol casi literario." Zo zwoegde ik nu dus op Spaanse the ma's maar liet bij tijden ook de "Gritz- ner" naaimachine snorren. Mevrouw Geradts had Joop's uitzet voorlopig op geborgen en leende mij haar "Gracieu- se's" voor patronen. Als ik een jurk af had, poseerde ik voor Jan, die schik had in mijn mannequin-allure's en ver rast was toen ik een pyama voor hem wrocht die nog als gegoten zat ook- Later zat ik, terug van verlof, in Pen sion Wilhelmina aan de machine, een Singer ditmaal, toen een klein meisje vroeg: "Wat is u nou, een schrijfster of een naaister?" "Allebei", zei ik. "Maar schrijven doe ik meer." Toen was ik tevens journaliste en had een pers kaart. 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 6