5£erinnerincjen 3<Cetjil
(XXIII)
Lessen
BAHASA INDONESIA
Ons bruggetje
Het bruggetje lag een dikke kilometer bij onze post vandaan. Een alledaags
bruggetje zoals er honderden in ons Indië waren te vinden: smal, klein en met
een planken brugdek van niet meer dan twintig planken. Zolang er niets aan de
hand is met zo'n bruggetje sta je er niet bij stil wat voor machtig stuk techniek
daar aan gemak ligt. Je gaat er klakkeloos aan voorbij dat zo'n bruggetje de
enige mogelijkheid is om ongestoord je weg te kunnen vervolgen over slokans,
kali's of wat dan ook aan gemaakte of natuurlijke uithollingen over dwars. Zon
der er bij na te denken loop je of ros je er overheen.
Totdat er wel iets aan de hand is met
zo'n bruggetje. Wat een waarde en
aandacht krijgt dan ineens zo'n mieze
rig bruggetje. Je houdt het niet voor
mogelijk. Om als mens jaloers op te
worden.
Zo ook, laat ik maar zeggen, ons brug
getje toen bleek dat er op een ochtend
vijf planken uit het brugdek waren ver
dwenen en onder in de kali lagen. Dat
kan alleen het werk van de TNI zijn,
was onze eerste reactie en wij kwamen
direct in alle staten van paraatheid en
snel handelen. De planken werden
weer aangebracht en om de twee uur
reden we naar het bruggetje in de ver
onderstelling levend dat de TNI dan
wel uit de buurt zou blijven. Nou, we
zaten er vies naast. De TNI bleef wel
uit de buurt van ons maar niet uit de
buurt van het bruggetje. Net zo vlug
als wij de planken aanbrachten, sloop
ten zij ze er weer af als we uit de
buurt waren.
Dan maar een hinderlaag proberen,
opperden een paar krijgsdeskundigen
onder ons en legden een plan op tafel
waar je U tegen zegt. Met de drieton
ner om een uur of elf 's avonds naar
het bruggetje rijden. Was het brug
getje nog in tact dan er overheen en
even voorbij het bruggetje in de er
achter liggende door de bevolking ver
laten kampong van de rijdende drie
tonner springen en in hinderlaag gaan
liggen. Een geweldig plan. Hoe be
denken ze zoiets, vraag je je weieens
af.
Minder geweldig begon ik het plan te
vinden toen ik bij de drie man behoor
de die het plan ten uitvoer moesten
brengen. En een heel slecht plan vond
Ik het zelfs tijdens de rit naar het brug
getje. Wat een snelheid. Als ik bij zo'n
snelheid moest springen, konden ze
me wat. Ik zag helemaal het belang
van geen enkele brug meer in. Voor
mijn part sloopten ze alle bruggen. Lo
pend en klauterend kom je ook een
heel eind in de wereld als het moet,
dacht ik nog.
Gelukkig dachten m'n lotgenoten er
ook zo over. Met een paar slagen op
de cabine en wat overduidelijke arm
bewegingen begreep de jakkeraar ach
ter het stuur dat wij niet gek waren en
hij z'n snelheid behoorlijk moest ma
tigen. Wat hij dan ook met plezier
voor ons deed.
Bij een snelheid dat elke hoogbejaarde
de sprong in het duister kon wagen,
zonder in kleerscheuren te vervallen,
sprongen we. De drietonner reed vol
gens het plan door om een paar kilo
meter verder te keren en terug te rij
den naar het kampement.
Koud lagen we enkele minuten in de
berm de omgeving op te nemen toen
de doodse stilte om ons heen door
een paar slagen op een tong tong werd
verbroken. Zo dicht bij, dat ik me een
ongeluk schrok. Even later hoorden we
in de verte de antwoordslagen.
Voor ons een teken dat ze de zaak
door hadden. We konden de klamboe
wel weer opzoeken want in de berm
blijven liggen had geen enkele zin
meer. Desondanks bleven we nog een
uurtje bij het bruggetje rondscharre
len. De volgende morgen lagen de vijf
planken weer onder in de kali.
We waren er nu wel achter gekomen
dat de enige manier om ons figuur te
redden en het bruggetje heel te hou
den een permanente bewaking van het
bruggetje was. En wie daar achter is,
is winnaar.
Een van die brugwachten herinner ik
me nog heel goed. Om twee uur
's nachts hadden we afgelost en be
gonnen meteen aan onze eerste ver
kenning van de directe omgeving bij
het bruggetje.
Enigszins sluipend tot het uiterste ge
spannen schuifelden we achter elkaar
door de verlaten kampong op zoek
naar eventuele bruggenslopers. Geen
prettige bezigheid. Vooral als het na
een paar minuten goed tot je doorge
drongen is dat je maar met drie man
bent en dan nog in het hardstikke don
ker ook. Je knijpt hem zo, dat je achter
elke vuurvlieg iets verdachts ziet. Maar
na een half uurtje sluipen, turen en
luisteren en als er dan ook niets ver
dachts te bespeuren valt komt er iets
van de in je schoenen gezonken moed
naar boven. Je wordt wat onverschil
liger. Na een paar uur is de moed
helemaal terug en ga je zelfs geloven
dat er niets meer kan gebeuren. Je ge
looft het verder wel.
In dat stadium nestelden we ons op de
grond in de berm van de weg vlak bij
het bruggetje. Een sigaretje kwam er
bij en weldra zaten we door de ge
sprekken weer bij moeder thuis, waar
het volgens ons bij de snorrende ka
chel veel gezelliger moest wezen dan
in de berm. Indië en de taak waarvoor
we onze nachtrust moesten opofferen
waren ver uit onze gedachten.
Niet lang, want de werkelijkheid vloog
in de vorm van een vlammetje uit de
struiken aan de andere kant van de
weg op ons af.
"Kijk uit", schreeuwden we verschrikt.
"Een handgranaat."
Met de letterlijke vloek en een zucht
doken we in de naast de weg gelegen
gelukkig droogstaande visvijver. Wat
kan een mens snel zijn als het er op
aankomt. Ongelooflijk.
Met wat schoten trachtten we de gooi
er ook in de zenuwen te krijgen. In
tussen telde ik de gebruikelijke secon
den af die een handgranaat meestal
nodig heeft om tot ontploffen te komen.
Maar op het bonken van m'n hart na
bleef het doodstil. Zelfs na twintig se
conden nog geen klap. En dan wint de
menselijke nieuwsgierigheid het weer
van alle doodsangsten. Langzaam stak
ik m'n hoofd boven de rand van de
visvijver uit en tuurde naar het plekje
waar we net gezeten hadden. Naast de
achtergelaten bren lag de handgranaat.
Zo dood als een pier. Vroegtijdig aan
z'n eind gekomen want de lont was
half opgebrand.
Om niet meer voor verrassingen te
komen staan werd er in aller ijl een
stevige stelling bij het bruggetje ge
bouwd. De TNI heeft waarschijnlijk in
dat bouwsel van ons zoiets onneem
baars gezien, dat ze, na het nog een
keer beschoten te hebben, alles voor
gezien lieten en ons de rust lieten die
je alleen onder de klapperbomen kan
genieten. Wij, als leden van de tentara
soesoe, maakten daar dan ook dank
baar gebruik van.
J. BLOKKER
drs. suci hartini kuntoro
in 50 lesuren compleet, vol
gens eigen dictaten.
Uitsluitend serieuze cursisten.
Telefoon 070-67 18 10,
Dhr. D. W. Poetiray.
Eenvoudig, praktisch, overzich
telijk.
Prijs f 14,50 f 1,80 porto
17