VANDALISME OF DIEFSTAL?
De Tandawa's in nog ongeschonden staat.
Van de heer Diarto, journalist en me
dewerker van enkele Indonesische pe
riodieken, ontvingen wij onderstaande
foto's met een verklaring erbij die hem
en ons terecht geschokt heeft.
Het gaat hier om de vernieling van
deze prachtige beeldengroep (Tanda
wa's) bij de Prambanan. Op de grote
foto ziet U de beelden zoals ze waren,
vóór onverlaten ze op ruwe wijze ont
hoofdden (kleine foto). De zwarte plek
ken tonen de opengelegde binnenste
steenlaag, want de onthoofding heeft
op hardhandige wijze plaatsgehad.
Vraag is: wat is er met de hoofden
gebeurd: zijn ze verkocht (en nu mis
schien in het buitenland) of zijn ze
gemonteerd op andere lichamen en zo
verkocht?
De heer Diarto die de archeologie een
warm hart toedraagt en er voor ijvert
de jeugd de grote waarde van de eigen,
zeer oude cultuur bij te brengen, trekt
zich dit soort van vandalisme zeer
aan. Hij ziet het, terecht, als een min
achting van de kostbare Javaanse
kunst die wereldwijde vermaardheid
geniet en waarvoor millioenen zijn bij
eengebracht om die in stand te hou
den.
Vandalisme is een van de kwalijkste
tijdsverschijnselen en wie behoefte
heeft er een studie van te maken, kan
daarvoor dagelijks in Nederland te
recht. Ik heb rampokpartijen meege
maakt, ik heb tussen duizenden tot
kookpunt gebrachte revolutionairen ge
zeten en ik woonde vlak bij Watts
(Los Angeles) toen de negers de hele
stad aan puin sloegen en in brand
staken. Er was een reden, een motief
voor dat geweld ook al dacht je, als
je voor je leven moest rennen, daar
niet direkt aan. Maar een keer heb ik
de stommiteit begaan zonder na te den
ken op zaterdagavond in een trein te
stappen. Ik kwam in een wagon vol
voetbalsupporters terecht. Jongelui tus
sen de 14 en 20. Met enkele andere
passagiers hebben we roer- en spra
keloos het beestachtige gebrul, de
vloeken, de liederlijke taal - voor zover
je het taal kon noemen - over ons
heen laten gaan. Tenslotte, toen ze
begonnen de wagon te vernielen, kon
den we wegglippen, naar een andere
wagon. Het is het afschuwelijkste dat
ik ooit aan geweld in mijn leven heb
meegemaakt. Vernietiging zonder één
enkel motief dan geestelijke gestoord
heid. Geen enkel levend wezen in de
natuur is tot zoiets in staat, alleen de
mens. Ik neem aan dat Nederland aan
de kop loopt met dit soort "ontspo
ringen".
Het is geen onvrede met de maat
schappij, met iets dat hindert, teleur
stelling, nederlaag of onrecht; het is
in wezen een verkeerd uitgepakte po
ging tot zelfvernietiging. Lemmings,
potvissen en nog vele andere dieren
kunnen gezond instinct volgen en
en masse de dood kiezen om ruimte te
laten aan soortgenoten. Alleen de
mens vernietigt liever alles om zich
heen.
Vandalisme is het statussymbool van
een overvoede maatschappij. Ik geloof
niet dat Indonesië daar aan toe is.
L.D.
MADJOE (Chef Buitengebeuren)
Natuurlijk vind ik het strelend dat mijn
opstelletje foto's U voldoening heb
ben geschonken (Moesson no. 11)
Natuurlijk vind ik het dat juist U, uit de
Madjoe-gelederen, bent gekozen als
Chef-Buitengebeuren op 14 dec. '79.
Onnatuurlijk vind ik het dat U mij pint
op mijn stuntelig Klokkijken, terwijl U
zelf AL vijfendertig jaar op Uw achter
stallige soldij wacht!
Toch hoop ik, hoop ik van harte, dat
U, nog dit jaar, Uw loon-naar-lijden mag
ontvangen.
Solong, 't aller beste en succes in de
strijd.
H2.-
OVER HET SOERABAJA-NUMMER
Het was de foto van de meisjes uit 1C
en 1D genomen tijdens het gymnastiek
uur van de Ketabang H.B.S. die mij
vooral opviel. Daar ik een van de
meisjes was van 1D zal ik een paar
namen noemen die mij nog bekend zijn.
No. 3 is Yvonne van Lingen (vader
werkte bij de Staatsspoor), no. 4 is
Miep van Olderen (ouders waren de
eigenaars van de Melkerij van Olderen
op Ngagel), no. 7 is Wanda Schönlaub
(ikzelf, weduwe van Frits Albert), no.
10 is Dorthe Thal-Jantzen (woonde een
paar huizen van de HBS af aan de
HBS-straat. Vader was apotheker; ou
dere zuster was Nina. Ze waren een
Deense familie).
Als ik me wel herinner heb ikzelf de
foto gemaakt met mijn box camera,
liever gezegd ik heb waarschijnlijk
onze gymnastiek leraar gevraagd van
ons een foto te nemen. Er moet ook
een foto zijn van de jongens. Graag
zou ik weer met een van de klasge
noten in verbinding willen komen per
brief.
Hartelijk dank voor dat artikel over de
stad waarvan ik de derde generatie
ben die daar geboren is. Ook mijn
drie zoons zijn er geboren na de Ja
panse bezetting (in het RKZ aan de
Reiniersboulevard). Wij zijn in 1957
naar de USA geëmigreerd.
Ik ben in 1978 in juli voor het eerst
weer naar Indonesië gegaan en heb
Soerabaja bijna niet meer herkend en
kende haast de weg niet meer. Ik heb
ook een traantje gelaten toen ik weer
voet zette op het vliegveld Juanda
dicht bij Soerabaja. De Amerikanen in
mijn reisgroep waren zo attent om mij
de eerste te laten zijn die uitstapte. Ik
apprecieerde dat zeer van hen.
WANDA S. ALBERT
Phoenix, Arizona
De beelden na de onthoofding.
4