De eerste Indïè-vluclot en nog wat Van oude mensen, de dingen die voorbij gingen. "Jij bent gesteld op oude dingen", zei mijn gast, ook niet één van de jongsten. "Ik ben aan het opruimen en daarbij vond ik deze twee documenten die je misschien zullen interesseren", legde zij verder uit. Inderdaad, aan belangstel ling mijnerzijds ontbrak het niet. Het eerste document dat ik ter hand nam was een speciale uitgave van de Javabode van 25 november 1924, on der de titel "De Holland-lndië vlucht, Herinneringsblad vanvolgt de naam van de krant en de datum. De ouderen onder ons zullen zich de his torische vlucht van Jan van der Hoop, Van Weerden Poelman en Van der Broeke nog wel herinneren. Een vlucht die nog in Europa onderbroken moest worden wegens een defect aan de motor, die precies een maand later door een nieuwe kon worden vervan gen, dank zij de offervaardigheid van het Nederlandse volk. De eerste ok tober was het drietal met een Fokker FVII uit Amsterdam vertrokken; de 2e november kon men met de nieuwe motor de plaats in Turkije, waar het drietal gestrand was, verlaten om de 24e in Indië aan te komen. Onder enorm enthousiasme: eerst in Medan, vervolgens in de hoofdstad. In beide plaatsen was de goede afloop met overweldigende belangstelling gevierd. De duizenden saamgestroomd op Tji- lilitan en later langs de wegen die het oude vliegveld van Batavia met de stad verbonden maakten van de aan komst een volksfeest zoals we zelden hebben meegemaakt. De gouverneur- generaal Fock was zelf naar Tjililitan gekomen en had daar de stoere kna pen persoonlijk gedecoreerd. Wie nu in een comfortabele DC 10 of Boeing 747 die kant opgaat is in ander half etmaal ter plaatse. Jongeren on der ons kunnen zich op trajecten als Bahrein-Ceylon of Bangkok-Jakarta niet voorstellen hoe 56 jaar geleden de tocht van Constantinopel (Istanboel) naar Batavia verliep: dagelijks trajec ten van enige uren van het ene primi tieve vliegveldje naar het andere, waar men soms de beloofde brandstof en olie niet aantrof en het nazien van motor en vliegtuig op grote moeilijk heden stuitte. Geen wonder dat de tocht van het uitgangspunt naar Ba tavia 22 dagen vergde, wanneer men in het reisverslag van Van der Hoop leest welke bezwaren overwonnen moesten worden. Er dreigde zelfs een tweede maal een onvrijwillige onderbreking van de vlucht toen het toch al primi tieve vliegveldje van Angora bezet bleek te zijn door een kudde vee en het vliegtuig verplicht werd aan de ui terste grens van het terrein te landen, waarbij het een telefoondraad raakte, die zich vervolgens om de schroef wond. Maar onder haast niet te overwinnen moeilijkheden werd het einddoel ten slotte bereikt en van de aankomst in Medan en in Batavia geeft dit "herin neringsblad" dan ook de nodige foto's. Niet alleen vliegtuigen en velden en de voorzieningen op de grond zijn in de volgende 50 jaar verbeterd, ook de reproductietechniek van de foto's is in de achter ons liggende 56 jaar aan zienlijk verbeterd! Maar dierbaar zijn die (slechte) afbeeldingen toch wel! Het tweede document dat mij werd overhandigd is een programma van een voorstelling, door amateurs ge geven in de Bataviasche schouwburg. Het vertoont geen datum en ik weet niet meer wanneer de première van dit fes tijn werd gehouden. Ik meen in 1936. Wel heb ik er scherp- getekende herinnerin gen aan, omdat, zoals het programma ver meldt, Gerda Bittelston, Maud Ritman en Chris Broekhuyzen de dansen instudeerden voor deze en een reeks volgende voorstellingen (ook bui ten Batavia). Het feit dat mijn vrouw een rol speelde zowel in de voorbereiding als op het toneel, bepaalde weken, zo niet maan denlang de huiselijke omstandigheden. Het bleek al spoedig dat ik in de gegeven om standigheden mij beter uit de voeten kon ma ken. Ik was duidelijk niet alleen een overbo dig maar ook een hin derlijk element bij de vele repetities die in mijn huis werden gehouden. Ik nam dus de benen, naar Australië, en keerde eerst kort voor de première terug. Het programma vermeldt voor de pauze een aantal sketches, na de pauze een gedanste vertolking van een sprookje van Oscar Wilde, "De verjaardag van de Infante", waarin zowel Gerda als mijn vrouw belangrijke rollen hadden. Voor mijn vrouw die jarenlang in Nederland als professional had gedanst en die in Indië ook al voor de Kunstkring was opgetreden, een door de hemel gezonden gelegenheid weer eens op de planken terug te keren. Op de avond van de eerste voorstel ling zaten de beide echtgenoten van de dames die zulk een groot aandeel in de voorbereiding en de uitvoering van het grote ballet hadden gehad, met het zweet in hun handen naast elkaar in een der loges van de schouwburg. Naarmate de avond vorderde werd het duidelijk dat de voorstelling een groot artistiek succes was. Financieel was dat niet het geval en dat was des te meer jammer omdat het provenu ten goede zou komen aan een of an der IEV-doel. Hoe kon dat, terwijl de schouwburg barstensvol was? Het perfectionisme van de centrale figuur, Chris Broekhuyzen, was wel beloond door de fantastische aankleding, maar had zulk een hoeveelheid van de be schikbare fondsen geconsumeerd, dat in eerste instantie de opbrengst van de voorstelling vrijwel bleek te zijn opgesoupeerd aan de kosten. Geluk kig heeft een reeks van voorstellingen na het succes van het debuut baat gebracht. Hoe dit zij, artistiek was de eerste voorstelling een groot succes. Onder de toeschouwers bevonden zich de meeste leden van de Bataviasche so ciety onder aanvoering van mevrouw Van Starkenborgh en de talrijke deel neemsters konden dus tevreden zijn, al was de boekhouder van de onder- Chris Broekhuyzen met een van zijn medewerksters. neming dat niet. Chris Broekhuyzen, de artiest, later de ontwerper en bouwer van vele stands waarmee Indonesië zich in het buiten land presenteerde (nadat Soekarno hem had "ontdekt") woont en werkt nog altijd in Jakarta. Hij is nu 71. Denkt hij nog wel eens aan zijn eerste grote openbare succes? Want Chris was niet alleen de regisseur van de eerste helft van het programma, maar ook de ziel van deze voor Batavia ongekende on derneming. Voor het ballet tekenden Gerda en Maud, beide ballettomanen. Chris' laatste prestatie op het stuk van standbouw is het Nederlands paviljoen op de Jakarta-Fair. Hij doet het nu wat kalmer aan en beperkt zich tot schil deren in zijn atelier in een der zijstra ten van Menteng. Hij is kennelijk on verwoestbaar. Een hoogst begaafd Nederlander die van Indonesië niet kon scheiden JHR. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 13