Hoe iftr kind te beschermen
wanneer boze geesten het
bedreigen
16
door B. R. A. Partini Djajadiningrat
Dit is opnieuw een van de cau-
seriën, die B. R. A. Partini Djaja
diningrat voor de Nederlandse
radio hield in 1937 of daarom
trent. Onze hooggeschatte mede
werkster werd in maart 80 jaar
volgens de Javaanse tijdrekening.
Luisteraars,
Ditmaal zal ik U wat vertellen van wat er ongeveer een halve eeuw geleden
alzo gebeurde met het Javaanse kind in zijn eerste levensjaar. Als de baby het
levenslicht heeft aanschouwd, wordt het, nadat het gewassen is, ingewreven
met een papje van kurkuma en wat kalk. De baby krijgt daarvan een vuurrode
kleur. Het kind wordt verder gewikkeld in een rode doek en om het hoofdje
wordt bij wijze van kapje een rode zakdoek gebonden. Deze "symfonie in rood"
heeft ten doel de invloed van kwade geesten te weren.
Vervolgens wordt het kind op een tafel
gelegd en het wordt door een vrome,
of door een jongen, die nog niet de
puberteitsjaren heeft bereikt, de ge
loofsbelijdenis in het oor gefluisterd.
Daarna wordt drie keer aan weers
zijden van het kind hard op de tafel
geklapt om het te vrijwaren voor schrik
achtigheid.
Als na enige dagen de navelstreng is
afgevallen, moet er de gehele nacht
gewaakt worden. Tegen de deuren wor
den pandan- en ananas-bladeren be
vestigd, waarop met roet en kalk stre
pen zijn aangebracht. Deze bladeren
zien er daardoor als slangen uit. Om
het hele huis heen, boven langs de
muren, worden enige draden lawé, dat
is ongetwijnd katoen, gespannen. Dit
alles dient om kwade geesten de toe
gang tot het huis te bemoeilijken. Die
nacht moet bovendien het kind telkens
van de ene schoot van een oude vrouw
naar die van een andere worden ver
plaatst.
In het eigen bedje van de baby wordt
als zijn plaatsvervanger een stenen
medicijnrol gelegd, die voorzien is van
ogen, neus en mond, die er met kalk
en roet op zijn aangegeven. De rol
wordt verder ingebakerd in de kleren
van de baby om de gelijkenis zo groot
mogelijk te maken. Onder het bed
staan een kan met water waarin bloe
men drijven, een oliepitje, dat de ge
hele nacht moet blijven branden en
een rijstkegeltje, waaromheen een
rauw ei, een kemiri-pitje, lombok enz.
gelegd zijn.
Dit zijn de offers om de geesten gun-
tig te stemmen. Om de kwade geesten
te weren, staat er een korte bezem,
een sapoe lidi, met de punten naar
boven gekeerd, waarop rode uien, lom
bok en andere sterk riekende ingre
diënten zijn geprikt.
De zesde dag na de geboorte moet
het kind een naam krijgen. De gekozen
naam wordt in gouden sierletters op
een kartonnen plaat geschreven, die
verder omgeven wordt met vlaggetjes
of andere versieringen. Deze plaat
wordt boven het hoofdeinde van
de baby tegen de muur bevestigd. Die
dag wordt verder dezelfde slametan
gegeven als op de dag van het afvallen
van de navelstreng.
De 35ste dag na de geboorte heet
"lapan". Wat voor belangrijks zit er
aan die 35ste dag, zult U vragen. De
Javaan kent de zevendaagse week en
de vijfdaagse pasar-week en elke dag
draagt een naam van de beide week
dagen. Het opnieuw samenvallen nu
van deze zelfde weekdagen geschiedt
eens in de 7 maal 5 of 35 dagen.
Op elke lapan van de geboortedag
wordt een offermaal gegeven. Het of
fer bestaat altijd uit een grote rijst-
kegel, in de top waarvan een hard ge
kookt ei wordt gelegd, waarin een
rode lombok is gestoken. Rondom de
ze kegel wordt een krans van gekook
te groenten en in vieren gedeelde
eieren gelegd. Het geheel wordt om
sloten door een haag van klapperblad-
nerven, waarop bloemetjes zijn ge
prikt. Men gelooft, dat het de geesten
zijn, die met deze, door hen heen en
weer bewogen bloemen, het kind tot
lachen kunnen brengen.
Gewoonlijk wordt de baby op de eer
ste lapan geknipt en het afgeknipte
haar wordt in een zilveren kom met
bloemen gedaan. De inhoud van de
kom wordt daarna in de kali uitgestort.
Dit is dus een soort haaroffer.
Bij de Soendanezen is dit haaroffer
aanleiding tot het geven van een groot
feest. De baby wordt op een grote
zilveren schaal gelegd, die met zeven
mooie kaïns is bedekt. De baby wordt
daarop rondgedragen langs de familie
leden, die in een grote kring rondom
de versierde tafel, waarop de schaal
met de baby lag, zijn geschaard, leder
van deze gasten knipt een stukje van
het hoofdhaar af en deponeert het in
een gereedstaande zilveren kom. De
inhoud van de kom wordt, evenals bij
de Javanen, in de rivier gestort.
Bij de Javanen wordt wel eens het ge
hele hoofdje kaalgeknipt, doch bij de
meesten gebeurt dit slechts gedeelte
lijk en worden zelfs verschillende mo
des gevolgd. Bij de één laat men het
haar rondom de fontanel staan, bij de
ander blijft het gedeelte om de kruin
behouden. Bij weer anderen wordt
slechts aan weerskanten boven het oor
een pluk haar uitgespaard en tenslotte
bestaat er ook nog de coiffure van de
haarstaart onder de kruin!
De zevende lapan is de gewichtigste
dag voor het kind. De ceremonie, die
dan verricht wordt, heet "tedak siti"
en geschiedt ter ere van het eerste
betreden van de grond door het kind.
Nadat de kleine ritueel gebaad is
door enige oude vrouwen, met water
uit een aarden kuip, waarin bloemen
gestrooid zijn, wordt het keurig aan
gekleed. Laten we eens aannemen, dat
de baby een meisje is. Het krijgt dan
haar mooiste jurkje aan en voor het
eerst van haar leven mag zij oorver
sierselen, een halsketting en armban
den dragen. Zo uitgedost moet ze haar
eerste proef afleggen.
In de tuin staat een versierde stoel
gereed, waartegen een ladder van sui-
kerrietstokken met zeven sporten is
geplaatst. In de richting van de stoel
zijn op een rij, achter elkaar, zeven,
verschillend gekleurde, ronde koeken
van kleefrijst, op kleine wannen ge
legd. De kleine moet op elk der zeven
koeken een stap doen en daarna de
zeven suikerriet-sporten van de ladder
betreden. Op de bovenste tree ligt een
geroosterde kip, die het kind moet
grijpen. Het wordt daarna op de ver
sierde stoel gezet en krijgt iets van
de kip te eten.
Dan volgt het tweede deel van de ce
remonie. Naast de ladder staat een
grote, mooi versierde kooi, waarin een
kloek met haar kuikens zit. Het kind
wordt van de stoel getild en in de
kooi gezet om de kippen te voeren. Als
dit geschied is, krijgt het - bij sommi
gen in de kooi, bij anderen daarbuiten
- een zilveren kom voorgezet, waarin
zich van allerlei bevindt: een gouden
en een zilveren munststuk en wat ge
wone pasmunt; verder padi-aren en
geel gekleurde rijstkorrels. Daaruit
moet de kleine een keus doen. Al naar
gelang van het voorwerp, waarnaar het
het eerste grijpt, kan men opmaken in
welke richting zich het karakter van
het kind zal ontwikkelen.
Ik zou U nog meer kunnen vertellen
van de oude opvattingen omtrent de
behandeling van het Javaanse kind in
zijn eerste levensjaar. Zij komen zoals
U gezien hebt, alle neer op de bezwe
ring van goede en kwade geesten en
op verrichtingen van handelingen met
het kind, die analoge gevolgen moeten
hebben voor de toekomstige wereld
burger. Er is sedert, dank zij de vorde
ringen van de wetenschap, in het in
zicht in deze zaken veel veranderd.
Toch worden nog heden ten dage vaak
oude gebruiken gehandhaafd, want er
zit zo veel beminnelijks in en kwaad
kan het toch immers niet!