DE NEDERLANDSE ERESCHULDEN Op 19 juni 1980 kwam dan eindelijk de doorbraak in de Tweede Kamer met het indienen van de motie door de Vaste Commissie voor Ambtenarenzaken en Pensioenen aan de Voorzitter van de Tweede Kamer. (Tweede Kamer, onder werp 15840 - Niet genoten inkomsten tijdens gevangenschap in Nederlands- Indië, stuk 4 dd. 19 juni 1980.) Voor alle zich hiervoor ingezet heb bende organisaties was dit feit een grote voldoening. De Stichting Neder landse Ereschulden mag zich buiten dien zeer gelukkig achten, dat ook de twee door haar in het bijzonder na gestreefde doelstellingen werden ge honoreerd, te weten: 1e: toekenning van een uniforme uit kering aan allen, ongeacht hun vroegere positie; 2e: erkenning ook van de analoge rechten van de burgergeïnterneer den. Verbijsterend teleurstellend en zware schaduwen werpend op deze prijzens waardige principiële besluiten echter zijn de uïtvoeringsvoorstellen van de 2de Kamer. Nadat deze toch tot de conclusie was gekomen dat de be trokken groep Nederlandse onderda nen en ex onderdanen 35 jaar lang grof onrecht werd aangedaan en de Nederlandse Staat, zo al geen juri dische, maar toch wel een morele ver antwoordelijkheid heeft dit onrecht naar redelijkheid te herstellen, dan was een geste op zijn plaats geweest van minstens de honorering van het door het overgrote deel van betrokke nen als uiterste minimum voorgestelde - op zeer bescheiden basis berekende - bedrag van 16.000, Omtrent de beperking dat alleen kost winners als deelgerechtigden worden aangemerkt heerst enig misverstand. Daarom lijkt het goed de ware strek king hiervan te vermelden. In de eerste plaats geldt zij (de be perking) alleen voor de ex burger geïnterneerden; dus niet voor de ex krijgsgevangenen. En verder is het woord kostwinner op te vatten als "salaris-trekkend" geweest, onafhan kelijk ervan of betrokkene al of niet een gezin had. Het in de motie vermelde - door loven en bieden tussen de fracties van de 2de Kamer, willekeurig zonder enig verband met de achterstallige salaris sen ontstane - bedrag van 7.500, is naar ons gevoelen dan ook meer te zien als een aangeboden smarte- geld dan als een compensatie voor gederfd rechtmatig toekomend salaris. Als smartegeld is het - zij het dan toch nog een minimaal bedrag - aanvaard baar, mits de salaris-kwestie bespreek baar blijft c.q. als een voorlopige eer ste aanbetaling op een nader vast te stellen definitieve uitkering, die min stens 16.000,per geval dient te bedragen. De uitsluiting van niet-duurzaam in Nederland gevestigde ex krijgsgevan genen en burger-geïnterneerden zo mede de kinderen van overledenen en de beperking voor weduwen dat zij reeds vóór 15 augustus 1945 met de overledene gehuwd moeten zijn ge weest, worden door ons als onaan vaardbaar aangevoeld. Nu Parlement en Regering tot de er kenning zijn gekomen dat betrokkenen gedurende 35 jaar grof onrecht is aan gedaan, zou o.i. verwacht mogen wor den dat het herstel van dit onrecht snel en op vlotte wijze tegenover alle recht hebbenden zou geschieden en dat niet op alle mogelijke wijze wordt getracht de uitkeringen tot een willekeurig - nergens op gebaseerd - minimum te beperken en allerhande redenen wor den gezocht om bepaalde groepen rechthebbenden uit te sluiten. De suggestie van de Minister van Bin nenlandse Zaken verder om voor de betaling van deze minimale uitkeringen het Nederlandse volk en dus ook rechthebbenden rechtstreeks te belas ten, wordt unaniem niet alleen als on juist maar ook als onbehoorlijk be stempeld. De vorderingen op de achterstallige salarissen werden met het op 7 sep tember 1966 tussen Nederland en In donesië gesloten tractaat door Neder land aan Indonesië kwijtgescholden zonder enigerlei compensatie. Eén der motiveringen hierbij was dat Indonesië niet verder belast kon wor den, omdat dan zijn wederopbouw/ ontwikkeling ontoelaatbaar zou worden geremd. Het wil ons daarom reëel en verantwoord voorkomen de onderha vige uitkeringen te financieren uit de jaarlijks op de begroting gebrachte post voor ontwikkelings-samenwerking ad f 4 miljard. Dit zou b.v. kunnen geschieden door gedurende 4 jaar tel kenmale f 200 miljoen daarvan te be stemmen voor aflossing van deze ere schuld. Deze werd door de S.N.E. be rekend per 1 augustus 1975 te hebben bedragen f 800 miljoen 600 miljoen voor ex krijgsgevangenen en 200 miljoen voor ex burger-geïnterneer den). Bij een afdoening op deze wijze zal de Nederlandse samenleving geen enkele hinder hiervan ondervinden en zal er niet behoeven te worden ge zocht naar bezuinigingen op andere begrotingen. (Vervolg van pag. 3) UIT EEN BRIEF AAN DE VARA Na vijf en dertig jaar komt een erken ning van wat er in Indië tijdens de Japanse bezetting is gebeurd, bij mij niet meer over. Want vijf en dertig jaar ben ik door Uw landgenoten uit gemaakt voor een vuile koloniaal, wier ouders daar het land hebben leegge zogen en ben ondanks mijn blauwe ogen en blonde haren, door de men sen, die hetzelfde Nederlandse pas poort als ik bezitten, behandeld als een tweede rangs burger. Tengevolge waarvan ik tot de overtuiging ben ge komen, dat het minder slecht is om N.S.B.-er te zijn, dan 't is dat mijn wieg toevallig onder de klapperbomen heeft gestaan. Ik herinner U slechts aan enkele op merkingen en vastgeroeste begrippen over en tegenover de mensen uit het koloniale Indië. Koos Vorrink: "De tijd van avontu riers is voorbij", Concertgebouw, Am sterdam op de avond van de souve- reiniteitsoverdracht. De Hollandse familie: jouw Vader heeft het geld slapende verdiend". De tegenwerking van de Amsterdamse stadsregering om de urn van de slacht offers uit Nederlands-lndië bij te zet ten in het Nationaal Monument op de Dam. Algemene opvatting: De kampen in Duitsland waren vernietigingskampen, de Japanse kampen daarentegen niet. Maar ze stierven er wel als ratten. (Overigens hebben de Duitsers hun krijgsgevangenen behandeld volgens de Conventie van Geneve). Vaststaand misverstand: Wie in Hol land durft te beweren dat de oorlog voor het Koninkrijk op 15 augustus 1945 eindigde krijgt slechts enkele meewarige blikken toegeworpen. Na vijf en dertig jaar kunt U het al thans voor mij niet waar maken, dat wij er ook bij horen, want vijf en der tig jaar stelselmatig gekweekt onbe grip is met één televisie uitzending niet te veranderen. W. A. VAN KOOTEN ZESDE HAAGSE MINERALENBEURS Op zondag 28 sept. 1980 wordt in de bovenzalen van het Ned. Congresge bouw, Churchillplein 10 te Den Haag, de eendaagse Haagse Mineralenbeurs gehouden, welke beurs wordt geor ganiseerd door de Ned. Lapidaristen Club, de vereniging van stenenslijpers en mineralenverzamelaars. De beurs is toegankelijk van 10.00 tot 17.00 uur, toegangsprijs 3,50, kinderen en 65 ers f 2,Geboden wordt: de expo sitie en verkoop van mineralen, kris tallen, fossielen, schelpen etc. en evenementen als het kraken van geo- des, diamantslijpen, dia shows, het be zichtigen van machines en een aan trekkelijke loterij met mineralen als prijzen. Voor nadere inlichtingen over deze beurs wende men zich tot de heer H. L. van Grieken, Wilhelmina- straat 13, 2595 EM Den Haag, telefoon 070 - 85 70 26. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 4