ij» Indonesisch Restaurant Redjeki Toko Redjeki (Vervolg: Prof. Beets) identiteit geweld werd aangedaan. In het bijzonder door mijn bezig zijn met mensen uit Indië, kreeg ik het gevoel: hier hoor ik bij. Tenslotte is mijn per soonlijke relatie met Indië ook sterk mede bepaald door familiebanden: mijn beide ouders en een op zeer jon ge leeftijd overleden broer liggen daar begraven." "Wat vond u het belangrijkste element in de herdenking op 15 aug jl.?" "Persoonlijk was deze herdenking voor mij een ongehoorde ervaring. Uit het feit, dat de respons waarop ik had ge hoopt, ook kwam, bleek dat deze din gen namens zeer velen waren uitge sproken. Ik was dankbaar, dat men mij had gevraagd om datgene te ver woorden en in de openbaarheid te brengen, wat velen die niet in staat zijn dat te doen, precies zo aanvoelen". "Als U een denkwijze zou willen for muleren over het Indische leven in Nederland, hoe zou U dat dan doeri?" "Dat wij het Indische verleden in sa menhang moeten trachten te brengen (Vervolg: "Sentot") Uwen Vader den Rijksbestuurder en Uwen ouderen broeder. Allen meenen het wel met U en verlangen om U weder als een gelukkig man in het midden van Uwe familie te mogen zien. Geschreven te Djokjakarta Hadi- ningrat, den 27e July 1829". Op dit uiterst welwillend schrijven heeft Sentot pas enige maanden later gereageerd. "Eerst zond hij een paar boden uit", meldt Louw, "toen verliet hij zelf zijn schuilplaats, het Zuider gebergte, dat hem tot laatste wijkplaats had gediend en waar hij met de zijnen gedurende verscheidene dagen de grootste ellende manmoedig had door staan. Op 17 October 1829 verscheen hij te Imagiri en verklaarde over te willen komen, maar op voorwaarden." Hij vroeg een lening van 10.000 gul den, verlof om zijn barisan (troepen) van 1000 man aan te houden en een uitrusting tot 500 geweren. Daarbij wil de hij rechtstreeks onder het Gouver nement staan. Verder zouden zij hun igama (godsdienst) vrij mogen belijden, geen arakt of jenever moeten drinken en hun tulbanden mogen dragen. De Koek was wel bereid die voorwaar den in te willigen, doch zijn chef Dubus had in het veilige Buitenzorg wel enige bezwaren, b.v. het dragen der Ara bische tulbanden. Generaal de Koek echter, die, om mensenlevens te spa ren voor alles de strijd wilde beëindi gen, heeft zich daar niet aan gestoord, en is op Sentot's voorwaarden inge gaan. Zo kwam dus ten slotte de grote aanvoerder der rebellen op 24 october 1829 met een ruitertroep van Imagiri in de sultanstad aan. Generaal de Koek en zijn staf ontvin gen hem "met de kenteekenen van bijzondere onderscheiding". Door de- met het Europese leven en te integre ren tot een samenhangend, harmonieus geheel". "Wat is uw mening over de diverse acties die thans, 35 jaar na het einde van de oorlog, worden gevoerd om uit betaling door de Nederlandse regering te verkrijgen van 7500,aan de voormalige krijgsgevangenen?" "Het belangrijkste resultaat van de gevoerde acties vind ik te beluisteren in hetgeen de woordvoerders van de politieke partijen (zowel van links als rechts) over deze kwestie naar voren hebben gebracht. Het is tot hen door gedrongen dat er groot onrecht is ge daan in deze zaak, en dit is een groot winstpunt, men heeft eindelijk eens niet aan dovemansoren gepraat. De argumenten van de politici (waarin onze argumenten begrepen zijn) zijn in de volle openbaarheid gekomen". "Zou U de vragen, die U in dit inter view voor Moesson gesteld werden, op dezelfde manier beantwoorden, in dien U een Nederlandse journalist, die Indië/lndonesië niet kent, te woord zou staan?" ze luisterrijke ontvangst hoopte de Koek hem voor goed aan de zaak van het Gouvernement te binden. De eerste tijd zijn Sentot en de zijnen in Djokja gebleven, wel buiten de kota. Op 16 februari 1830 schreef de Djokjase re sident Van Nes aan kolonel Cochius 0.m.; dat weliswaar de grote parade 1.v.m. de ziekte van kapitein Soilewijn, afgekommandeerd was, maar dat Sen tot met zijn barisan tot voor de bar rière was geweest. "Eindelijk kreeg ik die uitgestrekte rij van rood-, groen en witrokken in het gezicht; ik betuig U het was imposant. Het minst aardig vond ik die Arabische liederen met de gongong (gamelanmuziek?)". Later vinden we Sentot met zijn bari san in Salatiga, maar daar kon hij natuurlijk niet eeuwig blijven. Overigens schijnt Sentot het in die eerste maanden wel naar zijn zin te hebben gehad. Hij schreef nl. verschil lende brieven aan zijn grote leider, pangéran Dipa-Negara, waarin hij deze uitnodigde zijn loffelijk voorbeeld te volgen en met het Gouvernement tot overeenstemming te komen. Hij had het bij de Koempenie erg goed! Doch zijn geschrijf had geen invloed op de grote opstandige, die, gelijk bekend, na moeilijke en traag verlopende be sprekingen, op 28 maart 1830 door gen. de Koek, wiens geduld ten einde liep, werd gevangen genomen en over Semarang naar Batavia gebracht. Van daar werd hij verbannen, eerst naar Menado, daarop naar Makassar, waar hij op 8 januari 1855 overleed en be graven werd. Doch hoe verging het de jonge held, die hij nog in 1828 tot generalissimus zijner strijdkrachten had benoemd Hierover in een volgend verhaal. (slot volgt) "Jazeker, dat heb ik ook gedaan in het interview dat ik zondag 17 aug. j.l. met de KRO had en dat heel goed was. Dat is ook zonder enig bezwaar mo gelijk, als men de eerlijke bedoeling van degene, die het interview afneemt, onderkent". CH. MANDERS De wijsheid is niet anders dan de wetenschap van het geluk. Denis Diderot Choorstraat 50, Delft. Telefoon 015-12 50 22 Uw adres voor echte Indonesische maaltijden (vers bereid). In een sfeervolle knusse ruimte kunt U gezellig dineren. Openingstijden: van dinsdag t/m zondag 17.00-23.00 uur De keuken is tot 22.00 uur open. Choorstraat 54, Delft. Telefoon 015- 12 50 22 Uw adres voor echt Indonesische gerechten en koekjes, kruiden en lekkernijen om mee te nemen. Lerak vrucht (natuurlijke zeep) 0,25 p.st. vanille-stokjes a f 1,10 p.st. Kopi tubruk Salatiga f 3,45 per ons Openingstijden: van dinsdag t/m vrijdag 10.00-18.00 uur zaterdag van 10.00-17.00 uur. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 8