Bezoek aan Sri Lanka (Ceylon) - (I) Sri Lanka is rijk aan natuurschoon, zoals bovenstaande foto van het strand bij Mount Lavinia toont. Reisverslag van een Nederlands echtpaar. Een Nederlands echtpaar bezocht enige tijd geleden Zuid- en Oost-Azië. Sri Lanka was de eerste stpopplaats. Hierbij volgt het eerste deel van hun verslag over hun verblijf in Sri Lanka. Sri Lanka wordt wel eens de parel van de Indische Oceaan genoemd. Het is een mooi land, met een zeer gevarieerde natuur, mooie stranden, dichte bossen, rijke sawah's, goed onderhouden thee- en cocosnootplantages, rubber en suiker riet en talrijke kleine privé perceeltjes met groenten, vruchten enz. De steden zijn overvol, ontstellend druk en lawaaierig, stoffig als het droog is. Er is de gewone verscheidenheid van gebouwen van groots en modern tot krot. Dit geldt zowel voor regeringsgebouwen als voor woningen. De bewoners van Sri Lanka zijn vrien delijk, goedlachs, praterig. De drie bevolkingsgroepen: Singalezen (groot ste), Tamils, vooral in het Noorden en Burghers, afstammelingen van Neder landers, nogal trots op die afstamming, zichzelf een tikkeltje beter voelend, maar daar trekt geen enkele Singalees zich iets van aan. Onderwijs en medische verzorging zijn goed. Het onderwijs is kosteloos incl. de universiteit. Leermiddelen moet men zelf betalen. Dokters zijn belachelijk goedkoop vergeleken bij Holland. Mijn man had pech, iets fouts gegeten. Dokter moest komen. Bezoek (pil len drankje voor 2 dagen) totaal Rs. 37,50 9,75). Of de sociale voorzieningen goed zijn weet ik niet precies, maar er zijn weeshuizen en bejaardentehuizen. 1 Rupee 1 kwartje. Je word flink afgezet als toerist. De regering doet daar ook een beetje aan mee. Alle toegangsprijzen voor openbare gele genheden zijn voor de toerist hoger, b.v. Zoo - volw. 2,5 rupees. Maar toeristen Rs. 8, Kandy Kandy is de oude hoofdstad. Gelegen in het bergland, heeft het een bijzon der aangenaam klimaat. Het is een klein, vriendelijk stadje, maar ontzag gelijk druk. De grote trekpleisters voor dit stadje zijn, behalve het klimaat o.a. een prachtige botanische tuin en daar in weer de grote verzameling orchi deeën. Heel mooie variëteiten in grootte, kleur en tint en de man die ons rondleidde hield echt van zijn bloemen, dat merkte je aan alles. Hij introduceerde ze als goede vrienden. De tweede grote at tractie is de Boedhistische tempel, die als relikwie een tand van Boeddha heeft. Persoonlijk vind ik het een lelijk gebouw. Maar altijd weer treft mij de devotie van de tempelgangers, die hun kleine offergaven van geurige bloemen komen brengen en zich dan volkomen overgeven in hun gebeden, waarbij het getrommel en het melancholieke geluid van een soort blaasinstrument hen helemaal niet schijnt te deren. Kin deren, mannen, vrouwen, jong en oud, men beleeft z'n "zijn in de tempel". De muzikanten zijn afstammelingen uit ou de geslachten, die zo hun religieuze plicht vervullen. Kandy ligt in de om arming van twee rivieren en onder één van de bruggen is een olifantenbad plaats, van tamme werkolifanten wel te verstaan. Ze willen ook wel eens wat kunsten vertonen op bevel van hun kornak. Helaas toen wij er waren was er maar één olifant en die vertikte het om kunsten te vertonen. Mij best, want eigenlijk schaam ik me als mens altijd als ik die prachtige creaturen gedwon gen zie worden om allerlei stomme dingen te doen. Kandy heeft de mooi ste universiteitscampus van Sri Lanka. Helaas ook hier grote onrust en onte vredenheid onder de studenten. Dit uit zich in stakingen, het niet verschijnen op examens, maar ook, wat ik persoon lijk heel erg vind, in gemene, keiharde, zelfs wrede ontgroeningen. Dit alles vindt z'n reden in het grote probleem van de werkloosheid. Omdat ook het universiteitsonderwijs vrij is, krijgt werkelijk iedereen de kans om de een of andere graad te halen. Maar een maal klaar, heeft de maatschappij geen plaats voor ze dusis dit niet het zelfde wijsje in mineur, dat ook in Ne derland zo'n beetje een tophit is?! Op de campus ontmoetten we ook de geestelijke verzorgers, d.w.z. twee van hen: de priester, een nog vrij jonge man, serieus, vriendelijk, ons tegemoet- tredend met grote openheid. Helemaal geen moeilijkheid om tot een gesprek te komen. Uiteraard zeer bezorgd over de gang van zaken, maar daar naast ook een groot vertrouwen in de jeugd, speciaal de intellectuelen. De andere, de dominee, heette ons wel kom met een brede lach op z'n gezicht, op blote voeten en met verwarde haren, want hij was net een robbertje aan het stoeien met z'n dochtertje. Z'n mormel van een hondje draagt de weidse naam Tackeray. Hij geeft je het gevoel of hij je al jaren kent. Z'n vrouw blijft on zichtbaar, waarom weet ik niet, maar we krijgen wel koffie. Hij zegt niet dat het tafelblad gammel is, ik zet m'n kopje neer en de heleboel kukelt om. Ik schrik me wild, hij lacht: "Don't worry. I should have mended it long ago, now I know I have toen zet alles weer in dezelfde onschuldig en solide lijkende positie. Tackeray heeft alles keurig opgelikt en komt me bedanken, met z'n kop scheef en een poot op m'n knie. Tien minuten later zijn we samen in de universiteitskapel en dan is daar een heel andere sfeer. "Let 's say a prayer for our friends". Het afscheid is blij en vrolijk. De Dambulla-rots We zijn's morgens heel vroeg op stap gegaan om bij de rots te zijn, voordat de zon haar zo gloeiend gemaakt heeft, dat er niet meer op te lopen is. Eén ontzaggelijke granietmassa, eerst glooiend, makkelijk te bestijgen, dan zijn er trappen in uitgebikt, het werk van mensenhanden, een paar eeuwen vóór Christus. Trappen, trappen, trap pen, je moet er niet aan denken, wat een moordend werk dit geweest moet zijn. Maar eenmöal boven val je van de ene verwondering in de andere. De voorgevel van het heiligdom is geres taureerd, nieuwe stijl en lijkt popperig bij wat we binnen gaan zien. De grot in de rots moet er geweest zijn, maar hij is vergroot en uitgediept. De ko ning, die toen heerste, staat er levens groot, martiaal, voor eeuwig in de rotswand uitgehouwen. De hele zolde ring is beschilderd en de kleuren zijn nog heel goed. Ergens moet een mi croscopisch klein spleetje in de rots zijn. Sinds mensenheugenis drupt daar met één enkele druppel water neer. Het moet wel het zuiverste water zijn dat je je denken kunt, gefilterd door een enorm dikke rotswand heen. Het wordt ook als heilig water voor rituele doeleinden gebruikt. Achter in de rots is het heiligste der heiligen. Daar is 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 14