WAYANG GOLEK 3 PAGODEN TOUR 1980 Evenals in 1970, zijn we met lotgenoten naar het Verre Oosten getrokken. Ditmaal met 42 dames en heren, gemiddelde leeftijd 64 (I). De dames hadden vrijwel allen de oorlogsjaren doorgebracht in Japanse kampen en de mannen aan de Birmalijn gewerkt. We vertrokken 18 oktober en op 16 november kwamen we weer thuis. Via Bangkok voerde de tocht naar het River Kwai Village hotel, eerst per bus naar Kanchanabury en daarna staande in een volle trein over onze zelf aangelegde lijn tot Nam Tok. Het hotel was prima met een fijn zwem bad. De volgende dag om 7 uur ging de helft van het gezelschap naar een "Jungle-Raft", een primitief drijvend onderkomen, maar erg romantisch. De overigen gingen met zeven gewapende militairen met twee primitieve bussen door naar Sanklabury, 12 km verwijderd van de 3 Pagoden. De weg was onbe gaanbaar,, de boomstambruggetjes le vensgevaarlijk, het is een wonder dat we niet gekapseisd zijn. De laatste drie uur hebben we door gebracht staande in een truck, die on ze bussen sleepte en zich met zijn eigen lier van boom tot boom door de blubber trok. Het was weer echt krijgs- gevangenenvervoer, maar nu waren we 40 jaar ouder. De dames hielden zich geweldig. Om 1 uur 's nachts arriveer den we in Sanklabury na 18 uur ploe teren. Gebaad en geslapen in een school op de grond. De volgende dag zouden een aantal van ons de 24 km heen en terug naar de 3 Pagoden gaan lopen omdat er geen olifanten beschikbaar bleken. We besloten echter bij elkaar te blijven en ander vervoer terug te organiseren. Om 10.00 uur vertrokken we met vier raceprauwen stroomafwaarts en heb ben genoten van de prachtige natuur aan de oevers van de River Kwai. Kanchanabury Na zes uur varen tussen de stroomver snellingen door waren we terug bij de rest van het gezelschap in de "Jungle- Raft". Daarna terug naar Kanchana bury, in Chungkai bloemen gelegd op de Erebegraafplaats, de monnik van het museum met ons 3 Pagoden-em bleem gedecoreerd en terug naar Bangkok, via de Rosegarden in Na- kompaton, een soort Efteling. Daarna Medan en met twee bussen naar Banda Aceh. In Lok Seumaweh een behoorlijk hotel maar Laut Tawar bij Takengon viel tegen, de dennen waren verdwenen. In Sigli onze bus kapot en 's avonds stonden we voor (weer) een kapotte brug. In Sigli overnacht, weer op de grond en zonder eten. De volgende dag door naar Banda Aceh, verdeeld in 3 "hotels". Zowel in Lok Seumaweh als in Banda Aceh zijn we door de overheid als bijzon dere gasten ontvangen met prachtige shows, alle lof. Bloemen gelegd op de legendarische Erebegraafplaats Peutjut. De volgende dag liet ons vlieg tuig het afweten, zodat we maar in zee zijn gaan zwemmen, niet te ver vanwege de haaien. De dag daarop kwam warempel ons vliegtuig en terug naar Medan. Toen via Brastagi naar Siantar waar we het graf van pastoor Vergeest opzochten. Door naar Prapat waar we de volgende dag een cruise over het Tobameer maakten. Daarna door naar Sibolga waar wij primitief werden ondergebracht. Om 7 uur weg en 's avonds om 8 uur in Bukit Tinggi, weer een zware dag. Daar gezwommen in het Manindjau en Singkarak meer en natuurlijk naar het Karbouwengat dat nu Canyon heet. Via de Anei-kloof door naar Padang. Gelogeerd in een goed nieuw hotel. Doorgevlogen naar Jakarta. Als gast in de cockpit gezeten. Op mijn verzoek vloog de piloot over de Piek van Ke- rintji (4000 m), die ik destijds zeven maal bestegen heb op verzoek van de Vulcanologische Dienst. Van Jakarta naar Pelabuan Ratu weer een rit met pech (bus in de goot), waar we net voor donker aankwamen. Met een hartelijk welkom in een pracht hotel. Onderweg in Bogor natuurlijk gestopt voor de plantentuin. De volgende dag heerlijk gerust en gezwommeny Ratu Loro Kidoel, de go din van de Zuidzee, gunde ons dat blijkbaar graag. Toen weer door naar Bandung met zijn Tangkuban Prahu, Ciater, Lembang. Tenslotte terug naar Jakarta via de De gouden pagode van Nakompaton. Puncak, De hitte viel niet mee, je hebt toch beslist minder incasseringsver mogen als je ouder wordt. Hoewel de reis vermoeiend en ten dele riskant was, blijken er toch enige door zetters te zijn, die persé de 3 Pagoden willen bereiken. Maar ze doen dat dan wel midden in de droge tijd per land rover of nog liever per raceprauw heen en terug naar Nike, als de River Kwai niet banjirt. Ik wens hun veel succes. HENK ENGEL De brug over de River Kwai. De fascinerende wereld van het klassieke West-Javaanse popjxusjx.'i Een schitterend platenboek met vele en duidelijke informatie over de wayang- poppen, hun namen, de betekenis, het spel. Uniek in zijn soort, o.a. omdat een volledig overzicht wordt gegeven van de typen poppen, dat in de bestaande litte ratuur over dit onderwerp nog niet eer der werd gedaan. Alle typen zijn voorzien van een duidelijke tekening en beschrij ving. BOEKHANDEL MOESSON f 49,50 porto, f 6,25.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 12