Wie discrimineert, kent die ander niet wie zich laat discrimineren, kent zichzelve niet. Ik kan me geen tijd herinneren waarin zoveel gepraat is over discriminatie als nu en waarin zoveel schijnt te worden gediscrimineerd. Ik zeg "schijnt" want eerder geloof ik dat "discriminatie" een stopwoord is geworden zoals balen en "waardeloos". Te pas en te onpas gebruikt, wanneer iets niet lekker zit tus sen twee partijen. Sinds eeuwenheugenis hebben ontiegelijk veel mensen op de een of andere manier ontiegelijke hekel aan elkaar gehad en dat zal wel zo blijven ook (of erger worden). Maar ons beschavings-vocabulaire heeft met woorden als "mensenrechten", "emancipatie", "achterstelling derde wereld etc. etc. ook een wijziging in de interpretatie van die hekel gebracht. Op de volgende pagina's laten wij ruim te voor ervaringen, gedachten (of over wat er over gelezen is) die als discrimi natie door de inzend(st)er zijn aange voeld. Natuurlijk is er altijd een achter grond van verontwaardiging of verdriet, maar iedereen beschrijft die op een an dere manier. Een uitlaatklep, zo moet u deze pagina's maar beschouwen. Uit vele brieven en telefoontjes is gebleken dat er, vooral de laatste tijd, veel be hoefte aan is. Ook u kunt uw hart luchten, doet u dat. Gedeelde smart is halve smart, nog minder zelfs! Beschouwt u dit niet als negatief ge weeklaag. In de ernstige klacht ligt het positieve verlangen naar behoud van een eigen identiteit. Toen in Californië een tijd geleden een joy-rider ondanks sommatie van de politie plankgas gaf en met 160 kilo meter in tegengestelde verkeersrich- ting de freeway opreed, daarmee tal loze mensenlevens in gevaar bren gend, moest de politie wel schieten. De jongen bleef rijden tot uiteindelijk een kogel hem dodelijk trof. Zijn dood redde vele onschuldige levens. Maar... de jongen bleek een neger te zijn en ogenblikkelijk had je overal de poppen aan het dansen. Brandstichting, ver nieling, roof, het zoveelste geval van discriminatie dat gewroken moest wor den. En of de politie al bezwoer dat ze op elke blanke ook hadden moeten schieten, het hielp niets. In Nederland is het iedereen aange raden geen onenigheid te krijgen met een jood of Surinamer want ogenblik kelijk komt discriminatie en racisme in het geding. Zou de onenigheid tussen rasgenoten allang zijn bijgelegd, door de verkeerde interpretatie wakkert het vuurtje aan tot een uitslaande brand. Natuurlijk wordt er overal in de wereld gediscrimineerd. Verschil in ras, ge loof, huidskleur, leefwijze, noem maar op, zoveel redenen daarvoor. In Ne derland misschien wel meer dan er gens anders want domheid, kortzichtig heid en totale onwetendheid zijn goede voedingsbodems. Ik kreeg mijn eerste portie al beet toen ik nog maar een paar maanden in Nederland zat. Bij de Arbeidsbeurs in Amsterdam informe rend of er een vacature was bij een krantenbedrijf of uitgeverij, vroeg de beambte: "Heeft u daar dan wel eens gewerkt?" Toen ik zei dat ik 12 jaar journalistieke en redactionele ervaring had bij diverse grote Indische bladen, zei hij: "In Indonesië? Aan die ervaring zult u hier niets hebben, het is hier heel anders. Bovendien zult u wel moeilijkheden hebben met de taal!" Toen dat argument was weggepraat, werd ik knock-out geslagen met mijn leeftijd. Als je ouder bent dan 20 kun je niet meer beginnen als "aankomend journaliste", want dat was het enige waar ik nog voor deugde. Wel, ik ben inderdaad nergens aangekomen. In Indië was discriminatie t.a.v. de In dische jongen natuurlijk schering en inslag, maar er zat wel "lijn" in. Als Indische jongen kon je er donder op zeggen dat een promotie meestal naar een uitgezonden kracht (totok) ging, al had die minder ervaring, minder kennis. Niet in alle sectoren was dat zo, maar het was wel een feit dat ie mand uit het Moederland hoger salaris, betaald buitenlands verlof en meer emolumenten kreeg dan de krachten uit het land zelf. Deze maatschappe lijke discriminatie is gewoon als "wet" aanvaard, men wond zich er bij tijd en wijle over op, maar ik zei al, de tijden waren anders. Wij waren ver draagzamer en minder sociaalbewust opgevoed. Als je het geluk had in de "staf" opgenomen te worden, ging de hemelpoort voor je open. Je kon naar Nederland, reis betaald. Voortaan tel de je echt mee. Nu zitten we allemaal in Nederland, voorgoed, en nog zit er veel niet lek ker. Nog prikt de discriminatie, maar nu massaal. Er wordt gesjacherd met Indische pensioenen, met achterstallige "Soms vraag ik me af: wat doe ik hier eigenlijk soldij, salarissen, enz. enz. Er wordt op een schandalige manier met de rechten van Indische Nederlanders ge sold. Materieel benadeeld te worden is erg en met de geest des tijds mee gaand, blijkt het ook voor de Indische Nederlander steeds groter rol te spe len. Ik ken wel mensen - wiens be schouwing ik volledig deel - die zeg gen: "Dit eeuwige gevecht om datgene waar ik recht op heb, maakt me zo moe, zo ongelukkig, ik hou er mee op. Mijn innerlijke vrede is me meer waard. Ik schenk wat ik tegoed heb aan Ne derland, ik hou de eer aan mezelf". Maar veel erger dan deze materiële is de ethnologische discriminatie. Het to taal gebrek aan interesse van de ene groep voor de andere. Burgers van eenzelfde Rechtsstaat, met eenzelfde koningin, met dezelfde taal, religieuze overtuiging, plichten en rechten alleen verschillend van huidskleur, afkomst en land. Van de Indische kant alle be langstelling en kennis voor en van Nederland, van de Nederlandse kant nul-komma-nul voor Indië en/of Indo nesië. De baarlijke nonsens die nu nog in kranten geschreven wordt ondanks toch de grote inspanning van musea, instituten, verenigingen om de twee culturen bij elkaar te brengen. Onnozel heid en wanbegrip, te wijten aan een totaal gebrek aan echte belangstelling, DAT IS ECHTE DISCRIMINATIE. En dan mag u onze cultuur (wie een ander minder hoogdravend woord kan verzin nen voor onze gewoonten en deugden mag het zeggen) in hapklare brokjes snijden en er een voor de Nederlandse smaak aanvaardbare smaakmaker aan toevoegen, slikken zal de Nederlander van goeden wille wel, maar "proeven" zal hij ons niet. Daar komt liefde (huwe lijk?) spontaniteit en innerlijke bescha ving aan te pas. We prijzen ons ge lukkig dat we vele van zulke mensen in Nederland aantreffen. Maar het overgrote deel blijft zitten in het dikke pantser van zelfgenoegzaamheid en superioriteit tot hij er uit barst. Mis schien lukt dat na 5000 porties nasi rames en saté en geldt voor de Neder lander hier, hetzelfde wat vroeger in de koloniale tijd voor de baroe gold: "hij is pas geacclimatiseerd als hij zijn eerste picol rijst gegeten heeft!" L.D. 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 11