KINDER MATEN
fHH
POIRRIÉ
PRIKKEN
EN PRIKJES
"Ik heb alleen maar gezegd, dat ik niet zo
kapot ben van Enkhuizer Jodenkoeken
Harryet Marsman (Plantersvrouw) stapt
eens in een Haagse stadsbus en
vraagt vriendelijk aan de chauffeur:
"Kunt U me ook naar (noemt een
stadswijk) brengen?"
"Wel ja hoor", zegt de chauffeur,
"kleurlingen vervoeren we ook!" Het
klonk niet eens zo onvriendelijk, dat
maakte de zaak nog erger.
Op een keer, begin '60 stapten Tjalie
en Rogier in de tram. Ze ploften neer
op twee vrije plaatsen, doodmoe van
een dag sjouwen op de Pasar Malam.
Bij de volgende halte stapten twee
dames in, kennelijk net gewinkeld. Niet
bepaald oud en klaarblijkelijk niet be
paald dame ook, want toen Rogier -
die ruimschoots de leeftijd had van te
mogen blijven zitten als man, maar er
erg jong uitzag - geen aanstalten
maakte om op te staan, barstte een
dame los: "Je moet je schamen met
die jonge benen te blijven zitten! Waar
je vandaan komt hebben je ouders je
zeker geen manieren geleerd." Rogier,
zich nauwelijks realiserend dat er te
gen hem gesproken werd, sprong im
pulsief op toen hij het vrouwmens voor
zich zag staan, maar Tjalie drukte hem
meteen neer. Toen deed de andere
dame ook een duit in het zakje: "Ach,
neem ze het maar niet kwalijk, die
jongens hebben jaren in het kamp ge
zeten, weten die veel van manieren!"
Tjalie en Rogier hebben geen woord
gezegd, gewoon gedaan alsof ze er
geen woord van hadden gehoord en
verstaan. In vele gevallen is elk woord,
elke redenering boter aan de galg ge
smeerd. Beschaving en ontwikkeling
kun je moeilijk in 5 minuten bijbren
gen. Sommige mensen zijn na 20
eeuwen nog niet verder gekomen dan
de Batavieren.
Iemand vroeg eens aan zijn plaatselijke
boekhandelaar naar de "Piekerans van
een straatslijper".
"Tjalie Robinson? Die titel heb ik wel
eens gehoord. Maar dat boek is al
lang uitverkocht, dat bestaat niet
meer!" "Kunt U het voor mij dan be
stellen bij de Uitgeverij Tong-Tong?"
(Wij heetten toen nog zo).
"O nee, dat is zo'n emigranten-uitge-
vertje, die hebben maar een blauwe
maandag bestaan!"
Nu we het toch over blauw hebben:
1954, Amsterdam, we waren er net
een maand of wat. Tjalie en ik stapten
uit de tram, halte Westertoren. Ik word
uit de volle tram geduwd en rol van de
vluchtheuvel af zodat een passerende
fietser me op een haar na aanrijdt.
"Stom wijf!" brult de jonge Amster
dammer en dan achterom kijkend:
"Blauwe gaai!"
Tjalie trekt me op de vluchtheuvel te
rug, trekt wit om de neusvleugels, zo
heb ik hem nog nooit gezien. Een paar
meter verder is het stoplicht, daar
staat de bewuste fietser stil, wachtend
op groen. Tjalie is met drie stappen
bij hem, grijpt met één hand de baga
gedrager vast, met de ander trekt hij
het hoofd van de jongeman bij de kraag
omlaag en sist hem iets toe, wat weet
ik niet. Het licht springt op groen,
Tjalie duwt de kerel weg die meteen
wegsjeest op z'n fiets. Thuisgekomen
duik ik meteen een vogelboek in. Zoek
op "blauwe gaai".
"Nou, waarom werd je eigenlijk zo
razend", zeg ik, "zo'n blauwe gaai
is best een mooi beest hoor. Komt
voor in Noord-Amerika, hier, kijk maar.
Eet van alles, reptielen, zoogdieren,
fruit, tot zaad toe!"
"Maar een blauwe gaai heeft geen
rode jas aan, zoals jij," zegt Tjalie
droog. De volgende winterjas die ik
kocht was blauw.
De algemene opinie in Nederland is
inderdaad, dat de KES gelijk staat aan
de LTS (ambachtsschool). Arme, in
algemene ontwikkeling staande men
sen, die er zo over denken.
"Gaat u weg
"Waarom?"
"U bent jood. En u, gaat u ook weg
alstublieft!"
"Waarom?"
"U bent neger. En u daar, u ook weg!"
"Ik?"
"Ja, u
"Löh I"
Ik heb in Indië toen kunnen bewijzen
dat de technisch theoretische vakken
geen verschil vertoonden met de toen
malige MTS, nu HTS. Een vriend van
mij, MTS uit Holland, heeft dat ook
beaamd, maar zij hebben in Neder
land gestudeerd en wij in Indië. Alleen
wat stoomwerktuigkunde betreft zijn
wij verder, aangezien wij op de KES -
KWS - PJS meer schaarbewegingen in
ons vak hebben. Ik zal maar niet te
technisch worden, maar waar wij ook
werkten, wij waren altijd de mindere.
Bij de Marine Luchtvaart Dienst moes
ten wij jaren lopen eer we van opzich
ter tot technisch ambtenaar werden
bevorderd, maar een belanda, al had
die maar een ambachtsschool kon zo
TA worden.
Dit is waarom ik ook zo verontwaar
digd ben. Ik kan hierover boekdelen
schrijven, dat ik me als MTS-er met
zelfs textieldeskundigen uit Twente
en Tilburg kan meten. H H DE BELL
Een dame vroeg eens aan een instel
ling (we noemen expres geen namen)
bepaalde gegevens over het graf van
een familielid. "Daar kunnen we helaas
geen gegevens over verstrekken", zei
de juffrouw aan de telefoon van die
instelling, "maar probeert U eens bij
het tijdschrift Moesson, daar weten ze
altijd wel raad. Niet bij het tijdschrift
"Tong-Tong" hoor, dat is een Indisch
blad. Moesson moet U hebben, dat is
een Nederlands blad, daar weten ze
van alles."
Zo, dat weten we dan ook weer I
Hollandse dame tegen mevrouw C. P.
(heel licht van kleur, zilvergrijs haar):
"Komt u ook uit Suriname?"
"Ik word
doodziek van
dat
gediscrimineer!"
13