poirrié 3£erinnerincfen 3£etjil en ^weet een troon een "NASI MET (XXXII) Kaal Geef acht! Rechts richten! Hoofd front! En zo stonden we na deze commando's, het 9e peloton van de 3e mitrailleur compagnie, in de houding geknald voor het ochtend-appel. Onze sergeant-majoor liep enige passen naar voren, knalde ook in de houding en meldde, met de toppen van zijn vingers keurig aan de klep van zijn pelopperpetje gehouden, aan de eveneens stram in de houding staande pelotonscommandant van ons dat alles present was. "Dank u", sprak onze Luit luid en dui delijk om vervolgens met enige ver bazing in zijn stem te vragen aan de sergeant-majoor wat "dat" te -beteke nen had en hij wees daarbij op Gerard en mij. Dat "dat" sloeg op onze pelopper- petjes die, anders dan normaal, nu ver over onze oren gezakt waren. "Deze soldaten Luit", begon de ma joor met een diep verborgen grijns op het gelaat, "hebben hun hoofd kaal laten knippen en scheren om in de toekomst verzekerd te willen zijn van een steviger bos haar. Vandaar dat hun hoofddeksels nu wat ruim over komen. Dat is alles. Verder zijn ze gezond". Met de mededeling dat het bij twee kale koppen moest blijven konden we inrukken om ons aan de dagelijkse bezigheden te gaan wijden die konden bestaan uit: wapenonderhoud, wacht kloppen, patrouillelopen of niksen. Dit ochtend-appel is me altijd bij ge bleven en speelde zich af in maart 1947 in een kampong ergens aan de demarcatielijn. Het was onze eerste buitenpost op West-Java. We waren daar terecht gekomen als ondersteu ningspeloton bij een compagnie in fanterie. Hoewel het in het begin even wennen was aan de overgang van het toch wel veel vermaak en comfort biedende Batavia naar de helemaal niets bieden de kampong, waren we Batavia met een paar dagen al vergeten. Het yeel minder gedisciplineerde leven in de prachtige vrije natuur bleek veel aan genamer te zijn. Ons peloton had twee bilikhuizen toe gewezen gekregen die, ondanks de weinige bezittingen van ons, nog min der ruimte boden dan haringen in een ton, zodat er noodgedwongen uitge weken moest worden naar de open voorgalerijen. Nu klinkt dat heel duur, maar de voorgalerijen van de huisjes waren niet meer dan een planken vloertje met een hekwerkje van ge vlochten bamboe en een pannen af dakje. Het was niet veel, maar er kon den tenminste drie veldbedden in de breedte op elke voorgalerij staan. Omdat ik toen ook al heel sterk ge loofde in de heilzame werking van de frisse en gezonde buitenlucht, stond mijn veldbed als eerste gereed op de voorgalerij van mijn toekomstig huis om er vooral van verzekerd te zijn dat me geen hap lucht door de neus ge boord kon worden. Nou, ik ben daar best aan m'n trekken gekomen. Ik heb op m'n galerijtje wat afgehapt in die frisse lucht. Dag en nacht, 's Nachts was het helemaal ideaal, dan lag ik op m'n gemakkie te happen in een vaste diepe slaap op gang gebracht door de onvergetelijke tropische nacht geluiden. Hoewel ik nog steeds sterk geloof in de heilzame werking van de buiten lucht, laat ik de buitenlucht nu mooi buiten. Vooral de wintermaanden. Dan vindt u me 's nachts niet op m'n bal kon zoals u wellicht verwacht zou hebben, maar dan vindt u me achter geïsoleerde muren en ramen, liggend op zwakstroom en vastgeklemd door een dik pak dekens met als enig ge luid om me heen de wekker. Op de enkele naar-huis-schrijvers na verzamelden de huisgenoten zich 's avonds op de galerij. Al naar gelang het aantal sobats veranderden de veldbedden in drie, vier of vijf zits- banken om zo, gemakkelijk of onge makkelijk zittend de lange avonden door te brengen in een keuze uit de menselijke variatie van zwaar bomend tot slap geklets met een enkele keer een uitschieter naar de meligheid zelve, die dan uitmondde in het kappertje spelen en twee kale koppen opleverde. Maar ja, wat wil je: om goed gemutst (het leger vertrekte alleen maar pelop- perpetjes) door Indië te gaan had je ook deze melige avonden op z'n tijd, om lekker af te kunnen reageren, no dig. Vanaf deze kampong startte voor ons de eerste politionele actie. J. BLOKKER "Het gaat alleen om die lekke kraan, maar hij doet al zo vanaf de Sri Lanka-show van Jack Jersey". "Olie en zweet, een traan, een lach"- door Wil deJongh, een pioniersvrouw in de tro pen. f. 29,50 porto f. 4, 99 door Harryet M. MARSMAN (Plantersvrouw) Eenvoudige gerechten bij de rijst zoals wij ze vroeger aten en nu nog graag willen maken. Goede recepten op een gezellige manier "verteld" door onze Plantersvrouw. Prijs f 16,90, porto f 2,10 MOESSON-REEKS BOEKHANDEL MOESSON 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 16