poirrié BOEKBESPREKING DE INDISCHE SOOS HATI TJOKLAT East is East and West is West and never the twain shall meet (Kipling) en Tjalie, de Indischman, zei indertijd: 'waarom ben jij zo blank en blond koelit soesoeh, hati tjoklat' en dat klonk haast als een verwijt mijn koelit-huid is inderdaad zo wit als soesoeh-melk terwijl elk, die mij beter kent weet dat mijn tjoklat-bruine hati-hart tjokvol gevuld is met gedachten aan de tropen waar ik zo lang gelopen heb op blote kindervoeten al ziet men ook mijn huid het eerst in mij is dat Oost en West elkaar 'ever' ontmoeten waarbij het warme Oosten het kille Westen overheerst BÉ VAN TESSEL Zaterdag 28 maart 1981 UMAR KAYAM: SRI SUMARAH (en andere verhalen) Als wij dit boek op de overvolle re dactietafel van Moesson zien liggen, treft ons meteen de omslag. Wij bla deren het door en onze belangstelling is direkt gewekt. Als wij het later - in alle rust - in zuid-Spanje lezen, wor den wij in het bijzonder door de eerste drie verhalen getroffen. Zij zijn in het Indonesië van onmiddellijk na 1965 - de moord op de generaals - gesitu eerd. De laatste drie verhalen, knap geschreven, spelen in "de grote Ame rikaanse stad" en getuigen eveneens van een scherp waarnemingsvermo gen. Toch zijn ons, de éérste verhalen, meer eigen; het hemd is immers nader dan de rok Wij weten, dat het in Indonesië, na de staatsgreep van 1965 en het af treden van Soekarno, hard tegen hard gegaan is. In deze drie verhalen wordt via de lotgevallen van de drie res pectieve hoofdpersonen, Bawuk, Sri Sumarah (het titelverhaal) en Tondo, tegen de achtergrond van het com munistisch verzet, een spanningsveld opgebouwd, dat iedere keer op mees terlijke wijze de aandacht tot de laat ste zinnen blijft vasthouden. Tegelijker- RECTIFICATIE In Moesson no. 13 is bij vergissing vermeld, dat de reünie van B.V.C. op 24 april a.s. wordt gehouden. Dit moet zijn 25 april a.s. tijd wordt de lezer geconfronteerd met een aangrijpend stuk tragiek in het leven van Bawuk en speciaal Tondo, die beiden, gewild of ongewild "aan die andere kant" kwamen te staan. In het tweede en misschien wel be langrijkste verhaal, leven we geboeid mee met het wel en wee van Sri Su marah, de zo waardige en respect afdwingende Javaanse vrouw, met haar sterk ontwikkeld gevoel voor traditie en "adat". Sri Sumarah, die na een "eerste" leven van opoffering, geven en aanvaarden, uiteindelijk - zij het na veel innerlijke strijd - een nieuwe ho rizon ziet in een samengaan met een veel jongere Indonesiër, die duidelijk de tegenwoordige en toekomende tijd vertegenwoordigt. Als wij de verhalen "uit" hebben en ze bezonken zijn, moet ons ten slotte het volgende van het hart: a) Umar Kayam is ongetwijfeld een schrijver van formaat, waarmee In donesië, nationaal en internationaal eer mee zal kunnen inleggen. b) De "rechtlijnige" Nederlandse ver taling heeft - ondanks het onver taald laten van vele Javaanse be grippen - in de eerste drie verhalen weinig Indonesische sfeer kunnen scheppen. Misschien is deze "ver zuchting" echter wel erg persoonlijk en slechts te wijten aan een ver ouderde, maar dierbare instelling ten aanzien van het "Land van Herkomst". AvL. komt er weer zo'n gezellige "Pasar Senang" in "Prinsenhof", Eykmanlaan 431, Utrecht. Zalen open: 11.00 uur Inlichtingen Barnsteenlaan 49, Utrecht, tel. 030-51 55 66 "Gezien in het licht van het enorme aantal faillisementen en kapitale blunders van onze regering acht ik die paar onvoldoendes van ondergeschikt belang". Voor de zoveelste maal: WIJ GEVEN GEEN ADRESSEN DOOR Herhaaldelijk hebben wij het vermeld, toch gaat er geen dag voorbij of men verzoekt ons om adressen van (vermeende) vrienden, kennis sen of zomaar personen waarmee men graag in contact wil komen. Natuurlijk mag dat, maar dat kan UITSLUITEND door de eerste brief naar Moesson te zenden. Dus: U schrijft een brief aan de persoon in kwestie p/a redactie MOESSON Prins Mauritslaan 36 2582 LS Den Haag Die brief wordt ongeopend doorgezonden naar die persoon en van hem/haar krijgt U antwoord. Makkelijk toch? Dus: nooit meer vragen, soebatten om een adres al was het van uw eigen broer, zuster, moeder, hartsvriendin. U krijgt het niet van ons, maar van de betrokkene rechtstreeks. Niet denken dat we deze regel verzonnen hebben om U te plagen, het is een journalistieke wet, waaraan wij ons hebben te houden. Tenzij de mensen zelf verzoeken hun adres vrij te geven, maar dat komt zelden voor. Waar blijft de privacy anders? Redactie Moesson 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 13