MiÊÉMÈ$ ti
DE BOOT GEMIST
BIJ DE VOORPLAAT
door Hélène Weski
Ik herinner me de eerste keer dat ik als jong meisje de Borobudur bezocht. Geweldig, dacht ik, zo hoog als een
berg, wat moet je daarboven een mooi uitzicht hebben. Even luisterde ik verveeld naar de gids die de superbe
reliëfs tot leven trachtte te brengen, pogend ons te interesseren in het optreden van de wereldse Buddha en in de vele,
vele geestelijke. Vergeefs, ik stoomde door naar boven en velen met mij. Prachtig uitzicht zeg! Gauw nog even hand
in stupa steken en Buddha aanraken, dan kwam je wens uit. Zo, Borobudur "gedaan".
Ik herinner mij een bijwoning van serimpi-dansen in de Kraton. En de gedachten daarbij: Lief, die kleine prinsesjes, maar
zo vervelend ja, zo langdurig dat getandak, en dan die zeurige gamelan
Ik herinner me kasten met panelen van Japara-houtsnijwerk ergens in een huis. Kassian, vertelde ik thuis, die ouders
van Loesje zijn zo arm, ze hebben "inlandse" meubels
Zo dacht ik in die dagen.
Ach, wat heb ik de bootgemist
Maar ik was niet de enige. In Indië
stond de meerderheid der Europeanen
net zo onverschillig tegenover de in
heemse cultuur, beschaving en histo
rie als ik. Wat wist de doorsnee Ne
derlander van de adat af, hoe vaak
werd er niet tegen gezondigd? Wat
van bijvoorbeeld van het rijk van Qri-
widjaja, waar al een verfijnde hof
etiquette heerste, toen wij ons hier
nog maar moeizaam uit de modder
oprichtten? Hoe groot was het percen
tage Europeanen dat gehoord had van
koning Erlangga of van Krtanegara?
Wie kon precies vertellen wat Hindu-
isme en Buddhisme inhielden en welke
rol het oude animisme er in Indonesië
in speelde? En had wel eens ge
hoord van de hogeschool voor Budd
hisme en filosofie in de buurt van
Palembang, die in de achtste eeuw zo
beroemd was dat studenten uit India,
Maleisië, China kwamen toestromen?
Was zich ervan bewust dat de ver
sieringen en ornamenten bij wajang en
gamelan niet slechts versieringen en
ornamenten zijn, maar magische sym
bolen, die het mana (levenskracht)
moeten bevorderen? Neen, u ook niet.
En net als wij wilde u wel plaatjes van
Bali aan de muur, maar die moesten
dan geschilderd zijn door Pol, Hofker,
Bonnet of (als je daar de centjes voor
CULTUUR EN CULTURES
Duizend jaren en een smalle landweg
scheiden deze stenen Reuzen bij Tjan-
di Sewoe van het suikerriet. Cultures
waar we door en mee leefden en de
Hindu cultuur, ook zo voor het grijpen,
maar toch zo veraf omdat je er als
gewone christelijke sterveling zo wei-
ning van afwist. Of te horen kreeg op
school. Meer dan strict noodzakelijk
was? En zelfs nu? Misschien dat we
toch, met het sap van het zoetste riet
ter wereld iets mee kregen van die
mystiek van duizend jaren onbegrepen
cultuur. Misschien is het niet te laat
om dat te beseffen.
Deze schitterende foto is van Kurkdjian, de
man die met zijn camera meer vastlegde
dan wij ons kunnen herinneren.
had) Walter Spies, maar niét door
Ida Bagus zo-en-zo of I Gusti-zus.
Wat hebben we de boot gemist I
Hoe komt het, zo vraag ik mij af, ge
zien de enorme interesse nu voor de
derde wereld (en niet enkel op politiek
en antropologisch gebied, maar ook
op sociaal, cultureel, historisch en
religieus terrein), dat die vroeger zo
volkomen ontbrak? Toch moeten ze
er wel geweest zijn, de enkelingen die
zich verdiepten in de cultuur van het
land, maar ik heb er niet één gekend
in mijn omgeving. Ja, ze waren er wel,
natuurlijk waren ze er. Om enkele
grote namen te noemen: Neubronner
van derTuuk, Stutterheim, Dr. van Erp,
van Stein Callenfels, Krom, - zij allen
wisten van hun werk hun grote liefde
te maken, of van hun liefde hun werk.
Maar ik heb het niet over deze be
vlogen geleerden, doch over de door
snee Europeaan. Als we dan toch iets
van de "ziel" van Indonesië hebben
gevoeld en begrepen, dan hebben we
dat te danken aan baboe die ons
"gendongde", aan kokkie die ons,
hurkend voor haar anglovuurtjes, in
wijdde in een goden- en demonen
wereld, in legenden en mystiek. Zij
waren het die onze ziel vormden - niet
ouders en onderwijzers - zodat die
voor altijd met onzichtbare draden aan
het land ginds verbonden blijven.
Maar mystiek is géén cultuur, hoog
stens de bodem waarop precies deze
cultuur kon ontspruiten en gedijen.
Zijn er verzachtende omstandigheden
aan te voeren voor die iqnorantie en
totale onverschilligheid? Ongetwijfeld.
In de eerste plaats werd er keihard ge
werkt - in de cultures van 6 tot 18 uur
In een artikel in het tijdschrift "Nederlandsch-lndië oud en nieuw" (febr. 1933) weerlegde
de heer Mellema de stelling van de heer W. O. J. Nieuwenkamp, die in het december
nummer 1931 van hetzelfde blad betoogde dat de Boroboedoer geen stoepa doch een
stenen lotus zou zijn en dat het, uit het midden van de 9e eeuw daterende heiligdom, niet
op een heuvel is gebouwd, die oprees uit de vlakte, maar op een geïsoleerd eilandje, dat
omspoeld werd door een meer. Een nog beter tegenbewijs tegen bovengenoemde stelling
leverde de heer Mellema met deze foto, die duidelijk aantoont, dat de Boroboedoer op
een van de uitlopers ligt van het Zuidergebergte. De foto werd met bijzondere lens
instelling genomen vanaf een zijweg van de weg naar Moentilan.
2