BAS EN MARIE SCHAALJE: Het geluk begon met die rode streep F. MATHERON Hij zal nooit de voorpagina van de krant halen en zij zal nooit in een televisieprogramma haar gelijk verkondigen. Nee, Bas en Marie Schaalje-Buis zijn twee doodgewone, hardwerkende "stillen in den land", die echter het woord "plicht" veel hoger in hun vaandel voeren, dan het maar al te vaak misplaatste woordje "recht". Toen ik hun vroeg, of ik een interview mocht maken voor deze rubriek, keken ze me eerst aan of ik ze voor de gek hield, maar tenslotte stemden ze er in toe. "Het geluk is met de domme", zeggen ze weieens en zo had uw kersverse amateur-interviewer het geluk van z'n leven, toen hij al vragend in zijn notitieboekje noteerde, dat Bas en Marie op 26 februari 1941 in Bandoeng waren getrouwd. Dat is dus nu40 jaar geleden! Een feest? 'Tuurlijk joh en kom jij óók maar!" En zo mag ik alle gezellige hartelijkheid, op hun veertigste trouwdag aan en door honderden vrienden betoond, van a tot z meemaken. Terug naar het interview. Sergeant-kok Bas Schaalje met zijn gezin in Leeuwarden. Van l.n.r. Marie Schaalje, Jenny, Cor, Bas jr. en let. Rob de jongste moest nog geboren worden). Goede prestaties bezorgden Bas een extra opleiding tot hofmeester. Bas is een Zeeuw uit Goes en Marie is een Bandoengs meisje, die - als 't moet - nog vlot kan converseren in het zangerige Soendanees. Bas is een Zeeuw en dat mag je hem gerust zeg gen ook, maar beweer nooit en te nimmer, dat hij een "totok" is, want die kwalificatie valt beslist niet goed bij hem. In 1936 zette de 19-jarige recruut uit Nijmegen voor het eerst voet aan wal op Java. Héél slecht, om niet te zeg gen helemaal niet voorbereid op de tropen, keek de jonge knaap z'n ogen uit op die eerste treinreis van Batavia naar Bandoeng. Wat een hoge bergen, wat een diepe ravijnen, hij werd er stil van. "Ja joh, ik heb ontzettend geboft in mijn leven: als blozende jongen zó van het Zeeuwse land (waar het leven zo goed is!) meteen naar Bandoeng, de stad op de hoogvlakte, met dat verrukkelijke klimaat." Toch kreeg de serieuze jongeman (in die tijd een overtuigd geheelonthou der) last van heimwee. Hij vluchtte in een houding van nergens aan mee willen doen, geen enkele cursus of opleiding willen volgen, gewoon mok ken en staken! Misschien met de stie keme hoop, voortijdig naar het ver trouwde Zeeland terug gestuurd te worden? "Maar tot mijn geluk - ik zei je toch al, dat ik ontzettend geboft heb in mijn leven - ontfermde zich de brigadier kok Prins over mij. Ik kwam als hulp kok bij hem op het Depot Bataljon en mocht daardoor in Bandoeng blijven. Hij heeft me uit die rottige tijd ge haald en je kunt het geloven of niet, maar toen ik na 4 jaar dienst soldaat 1e klas werd - spandrie, weet je nog wel? - gaf me dat een geweldige vol doening: ik had m'n aanvankelijke negatieve gevoelens overwonnen! Me de dankzij Prins. En dat konden de mensen zien aan die rode streep op m'n kraag". En toen kwam Marie Buis in z'n leven. Zó maar, op een zondagmorgen na een kerkdienst. De spandrie en zijn bruid vormden een knap paar in de Protestantse kerk aan het Pieter Sijthoffpark in Ban doeng, toen Ds. P. Tichelaar hun hu welijk inzegende. Heel wat ingrijpende gebeurtenissen volgden elkaar op: de spanning van die vreemde oorlog - de geboorte van Jenny, hun oudste - de wrede scheiding door krijgsgevangen schap en vrouwenkamp - de hereni ging in Balikpapan en toen, eind 1947 het ziekteverlof naar Holland. In het Zeeuwse Goes werden Marie en hun toen al twee kinderen even hartelijk en liefderijk ontvangen als de bijna 12 jaar afwezig geweest zijnde Bas. Ja, binnen de familie Schaalje zat het wei goed, héél goed zelfs, maar in het stadje Goes ontmoetten ze nog wel eens wat onbegrip en onkunde, die stoere Zeeuw en zijn lieftallige Bandoengse. Zo vroeg iemand eens aan Bas, of die vrouw van hem nu een echte NIWIN-vrouw was. (Overi gens, het is tot vandaag de dag nog niet duidelijk geworden, wat de vraag steller daar nu wei mee bedoelde! (NIWIN Nationale Inspanning Wel- zijnsverzorging Indonesië). Nog even is het gezin van de brigadier kok Schaalje terug geweest naar de tropen, maar in 1950 volgde de defi nitieve repatriëring. Na een korte tijd Nijmegen werd de vliegbasis Leeuw- 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 4