se 8 DORDRECHT - MERWEHAL 8 8 ooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooocoooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo 34 I -14. <xxxdoooocxxxxxx>ocxx>oockxxxxxxxxxxdooooo<x>ooooooooockxx3o<xxxxx)Cxxx)ooooooooc>oooo<xxxxxxxxxx) 7 voets moesten rijden, om er niet af te glijden. Daarbij werd het volkomen donker en de lampen van de auto waren blauw geverfd, volgens veror dening nummer zoveel! Jij, arm man neke, kreeg zo'n honger en dorst, dat je begon te huilen-, het was alles even vreselijk! De weg was levensgevaarlijk en er scheen geen eind aan te komen. Toen zagen we ineens een paar flauwe lichtjes in de verte en was de wereld- veste Bangko in zicht. Na lang zoeken en vragen vonden we eindelijk de pa- sangrahan! De "keuken" was bar vies en éér de pap kookte op dat ongeluk kige arangvuurtje! Maar ook die na righeden hebben we overleefd Op de weg van Bangko naar Loeboek Lingau wachtte ons weer het nodige. De weg was overal even moeilijk be rijdbaar. We zaten in het hartje van de nagenoeg onbewoonde jungle. Het was wel zeer opwindend, toen we in eens een paar Koeboes zagen over steken, Sumatraanse "Bosjesmannen", geheel bloot, levend in de wildernis. Ze waren meteen verdwenen en niet meer te zien! We zullen anders 5 januari 1942 niet licht vergeten! Eerst een autobus-on geluk. Een volgeladen bus met men sen reed te dicht langs de ravijnkant - de grond was zacht en gaf mee, en voor onze ogen zagen we de bus kan telen en het ravijn in vallen! Het was een vreselijk gezicht! We sprongen uit de auto, en ook de mensen, die voor en achter ons reden, snelden te hulp. Goddank waren er geen doden, wel gebroken ledematen en shocktoestan den. Er kwam na een half uurtje een vrachtauto, die de gewonden meenam. We waren van deze schrik nog niet bekomen, of we zagen een vrachtauto, die in lichterlaaie stond. Opa en Miat er dadelijk naar toe om het brandje te helpen blussen. Maar dat was nog niet genoeg voor die dag. Een eind verder raakten we vast in de modder. De "weg" bestond uit twee diepe mod- dergeulen, een hoog tussenstuk en aan weerszijden een slokan. Ik heb je toen maar opgepakt en ben gaan lo pen, omdat ik je niet in de auto durfde te laten. De auto moest opgekrikt worden. Gelukkig kwamen net een paar bereidwillige mensen aan, en met touwen en planken onder de banden, kwamen we weer vlot! Met veel ge raas en geronk van de motor en ge schuif van de banden in de spekgladde modder, zwiebelde de auto als een dronkeman door de modderpoelen. Telkens slipte de auto en stond dan weer dwars over de weg met het ge vaar in de slokan terecht te komen. De mooie, nieuwe Chrysler van Opa zag er uitEnfin, dit gedoe heeft zich een eind verder nog eens her haald! Als we Miat niet bij ons gehad hadden? In Loeboek Lingau, ten lange leste, wachtte ons de "aangename" verras sing, dat het S.S.-hotel tjok- en tjokvol was en nergens anders in dat gehucht was een ander tampatje. Gelukkig was de eigenaar van het hotel zo buiten gewoon vriendelijk ons zijn kamer te geven. Daar hebben we toen zo goed en zo kwaad als het ging geslapen, Oma, jij en ik in één bed en Opa op een veldbed. We waren erg dankbaar dat we niet in de auto hoefden te over nachten. 's Avonds kreeg ik nog een soort breakdown: er was een trein ontspoord door bandjir en we voorza gen nóg meer modder en water! De volgende dag hadden we toch wel geluk: we reden zo'n beetje tussen de bandjirs door. We passeerden rivieren, die bijna de weg overspoelden; we konden er nog net overheen! Om 12 uur ongeveer waren we in Tdj. Karang. Daar kregen we verontrustende be richten te horen, dat de boot naar Java niet meer varen zou voor vrijwillige evacuatie, dat de auto's niet mee kon den, dat mensen, die niet op Java thuishoorden, niet mochten oversteken, enz. Eerst hebben we jou in een pasangra- han eten gegeven, of liever gezegd: willen geven, maar het mislukte omdat jij het bord met het kostelijk goed om gooide. Toen kreeg je maar weer eens melk! We waren toch wel zenuwachtig, toen we naar Oosthaven reden. Zouden we mee kunnen of niet? Voor geen goud (lees verder pagina 14) JÜÊx Gambir vrijdag 27 maart zaterdag 28 maart zondag 29 maart Oosterse beurs met de feestelijke Pasar Malam-sfeer, waar de winterse koude wordt vergeten, de hapjes uit de Indonesische keuken klaarstaan en men urenlang kan kijken en genieten. De Pasar Gambir telt ca. 80 stands en diverse restaurantjes. Op het podium weer een groots artiestenprogramma: de krontjongorkesten TANASÉ, SAMUDERA en BERJUMPA DIRI (met zangeres FARIDA), zang, dans en de unieke Molukse klederdrachten show van BUNGA TANDJUNG, de Latin-American muziekgroep LA SONORA RIT- MICA met de Antilliaanse dansgroep TINTALARIA en voorts hoogtepunten met THE DOLLY DOTS, ROB DE NIJS, SPARGO, MAYWOOD en THE MILLIONAIRES. Zondagsmiddags PETER GROONEY'S JEUGD- VARIÉTÉ. Iedere middag en iedere avond modeshows. O O TOEGANG f 6,Kinderen tot 12 jaar en 65-plussers 3, Dagelijks geopend vanaf 12 uur.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 7