BIBIK DINGKLIK overvloedich als elders eenich lant hebben mach". Buiten goud en zilver - daarmee trof hij ongetwijfeld la corde sensible bij Heeren Meesters, aan welke dit rap port gericht was. Om dat edele me taal in Indië te vinden zouden zij nog meer dan eens kostbare expeditiën (o.m. naar Silida op Sumatra's West kust) uitrusten; en de "springende fon- teynen", welke zij het meest waar deerden, waren niet zoozeer die van "cristalyn waeter" als wel de fontei nen van den Pactolus, den goudhou denden stroom der oudheid. De reiziger kwam nu aan het plaatsje Tadie, den tweeden post op de route van Samarang naar Mataram. In het reisverhaal komen ettelijke plaatsen voor, even twijfelachtig of even be zwaarlijk terug te vinden als zoovele namen op Valentijns kaart van Java. Ze zijn onherkenbaar gespeld, of be zitten twee namen voor één, of wer den sedert verdoopt, of gingen in de oorlogen van het Mataramsche rijk te gronde. Wellicht was dit Tadie identiek met het tegenwoordige Tadjeu in het district Kadoewang, aan de noorde lijke grens der residentie Soerakarta. Het was, evenals het reeds gepasseer de Selimbi, gelijk een poort des rijks, een voorpost waar des sultans krijgs volk was gelegerd en scherpe controle werd gehouden over allen, die op weg naar de hoofdplaats waren. Men kwam hier aan een défilé, een bergpas waar aan beide zijden het land "seer woest van wildernis is ende met houten hey- ningen beset; de poorten zijn van hout, die tusschen de bergen als haere mue- ren ingetimmerd zijn; niettemin can men genoechsaem ter syden de poor ten langs de ongebaende wegen over 't geberchte climmen, doch den over- climmer betrapt zijnde, dat grootelyks zijn perikel heeft, soude sulx met zijn hals sonder genaede moeten boeten, als een kenteeken dat hij een misdae- der, fugityff, doodtslaeger, enz. wesen moeste." Hoe meer men de hoofdstad naderde, hoe meer open het land werd, hoe talrijker de dorpen. De kinderen langs den weg, de volwassenen op den ak ker werden steeds talrijker. Welhaast waren de kampongs niet meer te tel len, en daaronder waren er van 1000 tot 1500 gezinnen, zoodat, meende Van Goens, "het schynt dat de Myrmi- dones haer selven hier geplant heb ben". (Daarmee doelde hij op den volksstam in Thessalië, welke luidens de sage uit mieren was voortgesproten, en even talrijk als deze geworden). En welk een vruchtbaar en goedbewa- terd oord vond men hier wederom "Het land is aldaer soo ryck van schoone rivieren ende springende wae- teren, dat de nature schynt een proef- stuck van vermaeck geformeert te hebben, om haer selffs te verheugen". De stijl was voor 't minst opmerkelijk bij een Comp.-dienaar, die toch maar kwam om "den vrede te caresseeren KWEKELINGEN VAN DE ZUSTERS URSULINEN MALANG Op bovenstaande foto, door Hetty Eichholtz ingezonden, staan de eindexamenklas meisjes van de Kweekschool van de Zusters Ursulinen in Malang. Gemiddelde leeftijd 17 jaar. Staande v.l.n.r. Coba Dumoulin, Mieke Oltmans, Frouke Hevel (t), Wies van der Son Brou wer, Sophie Han, Adri van Son, Joop Hildering, Cobie Füglistahler, Bea van Dissel, Nolly de Wit. Half knielend (met vlechten) Mary van de Pol, zittend Hetty Wolterbeek, Klaaske Neisingh (t), Nelly Ong, (half staande) Elly Weynschenk en Ely Cismazia. De examenklas is niet compleet, op deze foto ontbreken: Noortje Wouters, Rita Bolland, Bep Wouterloo, Kitty van der Linden, Betsy Esser, Annelise Vrouwenfelder, Nelly van Dam, en nog een paar van onze oude klasgenoten. De foto is van Jopie Rab-Hildering. Waar zijn jullie gebleven luitjes? Hetty Eichholtz-Wolterbeek, Willem de Zwijgerlaan 11-b, 2582 ED Den Haag. en aen te houden", en concessies ten aanzien van den rijstuitvoer te ver krijgen. Nog twee voorposten moest men voor bij, Oepak en Kali Adir. Bij dezen laat ste ging er in de Solo-rivier een zoo felle stroom, "dat een cloeck man hier onmaghtig is tot de knie in 't waeter te staen sonder weg gespoelt te wor den". De route leidde hier voorbij de badplaats Sintjaja, bij voorkeur door inlandsche vrouwen bezocht ter zake van het geloof, dat deze wateren het euvel der steriliteit konden opheffen. In dit opzicht huwde het Oostersche bijgeloof zich aan het Westersche; of waren er niet ook in Europa bronnen aan te wijzen (de Sauvenière te Spa b.v.) aan welke dezelfde kracht werd toegekend? Eenmaal Kali Adir voorbij, was men ook op het gebied der hoofdstad aan beland. Een weg van twee mijlen leng te strekte zich uit van dit punt, en liep rechtstreeks aan op den kraton. Die weg geleek één volkrijke straat. De hoofdplaats was toen omsloten door een muur van gehouwen steen, die echter danig in verval was, en zoo oud reeds dat de meestbejaarde inlanders van den bouw geen heugenis meer hadden. (wordt vervolgd) Geweldig, die nieuwe batiks. Motief Afrikaans, ontworpen in Frankrijk - Gemaakt in Holland - Geïmporteerd via Hongkong en de prijs van Dior 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 11