VOGELNESTJESSOEP ZIEK ZIJN VROEGER Hebt u wel eens gehoord, of hebt u misschien eens van vogelnestsoep ge hoord of hebt u het geproefd? Velen van u denken dat er nestjes in de soep gekookt worden, maar dat is niet zo. Niet de nestjes, maar de inhoud van deze nestjes komen in de soep. Wat de inhoud is en waar het vandaan komt? In het zuiden van midden Java, aan de altijd zo woelige Zuiderzee, staat een machtige rots met een spelonk aan de zeekant. Die rots is n.l. zó groot dat er een grote kampong op gebouwd kan worden "Karang Bolong". Dit is eertijds volgens legende de ver blijfplaats geweest van de Godin der Zuiderzee, Njai Loro Kidoel. Aan het uiterste puntje, vlak aan zee, is een diep gat gegraven waarin gemetseld is een 3 cm dikke rotan, waaraan ge makkelijk een man kan hangen. Eens per jaar laat deze zich glijden tot voor de spelonk. De branding is zó sterk, dat er een hoop zeeschuim op het water ligt, en in dit schuim vlijen de zee-zwaluwen, die half zo groot zijn als de gewone zwaluw. Zij vliegen heen en weer en nemen met hun snaveltjes wat schuim Zwaluwen bij hun nesten tegen de steile rotswand. Karang Bolong aan de zuidkust van Midden-Java met de spelonk waar de eetbare vogel nestjes worden geplukt. (Foto: K. T. Satake) op, dat zich verzamelt in een zakje onder de hals. Dit wordt verwerkt tot een soort pastei, die moet dienen om hun nestjes vast te maken aan de binnenkant van de spelonk. Later dient dit ook tot voedsel van de jongen, en nog veel later is dat de substantie, die als fijne vermicelli met de uitwerpse len meekomt, wordt gezuiverd en heel duur verkocht. Eens in het jaar worden de vogelnestjes geplukt door mannen die daarvoor aangesteld zijn. Deze zijn verplicht dat gevaarlijke werk aan hun zoon over te dragen. De avond voordat de pluk geschiedt, wordt hun een offerfeest aangeboden om de zegen van de godin af te sme ken. Telkens gaat een man langs de rotan neer tot voor de spelonk, zet zich met zijn voeten af tegen de rand van de rots en komt in steeds grotere schommelende beweging in de spe lonk tot hij zich aan een der rotspunten kan vasthouden. Zodoende krijgt hij de kans om bij de nestjes te komen en met een scherp mes deze nestjes los te maken van de wand en deze in een zak te steken die aan zijn gordel hangt. Dikwijls gebeurt het dat hij zich niet aan de rotan kan vasthouden, (die slap geworden is door het water) en door de haaien wordt verslonden en daar om moeten zij op het offerfeest als lijk gekleed zijn in lendedoek en een witte hoofddoek. Als ze het geluk hebben om boven te komen, worden die nestjes heel duur verkocht aan Chinezen die daarop staan te wach ten. Mevr. S. DOMBURG-SCIPIO (Vervolg: "Aan de evenaaar") einde aan zijn roemruchtige bokken- leven zouden maken. Verder aangelokt door de kunstmatige hindestem, liep hij stap voor stap verder, terwijl hij zich de lippen likte en uitdagend met de kop bewoog, waardoor de dorre alang- alang die hij op z'n horens droeg, in het rond vloog. Plotseling doemden voor hem twee ge stalten op en volgden de fatale scho ten. Zwaar getroffen rende het hert nog enige tientallen meters en stortte toen neer in het hoge gras, waar het verder stuiptrekkend bleef liggen. Janssen en Velberg veegden het zweet van hun voorhoofd en liepen op hun buit af. Met een messteek in het hart werd het hert toen verder uit zijn lijden geholpen. Het was een prachtige zes ender die daar lag. De zon was inmiddels achter de kim verdwenen en na het hert te hebben afgedekt met gras, besloten de jagers naar het bivak te gaan en de volgende ochtend vroeg terug te komen, ten einde het beest dan met vereende krachten te vervoeren. Tot zover het verhaal van onze succesvolle vrienden. De volgende ochtend werden wij vroeg door spektakel gewekt. Ketting die bij het krieken van de ochtend wakker werd, hoorde op een gegeven moment geritsel naast zich en zag met ver schrikte ogen een slang aan komen schuifelen. Snel stond hij op en maak te het ondier met een stok onschade lijk. Inmiddels was uiteraard het hele gezelschap wakker en keek elkaar aan. Wij dachten aan het verhaal van gis terenavond en grijnsden schaapachtig. Na dit incident verfristen wij ons in de nabije beek, dronken een bak zwarte koffie, waarna wij het dode hert op haalden en huiswaarts keerden. (wordt vervolgd) HOOFDPIJN Mal.: Sakit kapala. In de meeste gevallen kan tegen hoofdpijn een warm hand- of voetbad met zout en akar kèlor worden ge geven. Bij pijn in het voorhoofd (dahi) helpt ook dikwijls pidjet. De Inlanders leggen tegen de slapen van het hoofd een schijfje djêroek asam met wat kalk (kapoer sirih) of wrijven daar en op het voorhoofd een mengsel van rijstmeel, sirih, koenjit en banglé. Het inwrijven van enkele drop pels minjak poko helpt dikwijls zeer goed. Uit: geneeskundige hulp aan Inlanders. Dr. C. L. van der Burg, 1894 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 15