BIENFAITEURS DE L'HUMANITÉ RENOVATIE VAN LAPANGAN BANTENG In de Indonesische pers - n.l. in "Sinar Pagi" en in "Tempo" trof ik artikelen aan betreffende twee Indonesische burgers, die men "weldoeners der mensheid" mag noemen. Daar zij bei den de leeftijd der "sterken" reeds lang overschreden hebben, geloof ik dat het zijn nut heeft hun namen aan de vergetelheid te ontrukken. Temeer, omdat zij in het ontwikkelingsland In donesia werken. En men hier geneigd is om snel te vergeten. Terwijl ze bo vendien - naar het schijnt - in Neder land al lang vergeten zijn. Laat ik beginnen met de Indo Warga Negara Hans Westenberg, die in 1972 de Magsaysay-prijs (evenals de Nobel prijs, uit te reiken aan personen, die een bijzondere prestatie verrichtten op een of ander gebied) toegewezen kreeg voor landbouw. Westenberg is name- de kweker van padi-variëteiten PB5, PB8 en PB26. Variëteiten, die niet wor den aangetast door insecten. Oor spronkelijk werd de aanplant van PB26, om een of andere onduidelijke reden, door de Dienst "Partanian" hier te lande verboden. Tenslotte echter werd de aanplant toch toegestaan (zonder de toevoeging "Westenbergiensis". "Doet er niet toe" zei Westenberg, al hoewel hij door de oorspronkelijke verbodsbepaling geen gering verlies had geleden. Inmiddels heeft hij zijn onderzoekingen niet gestaakt. Belangrijk is bijvoor beeld de veredeling van Singkong, waardoor de opbrengst van dit gewas Hans Westenberg zodanig is gestegen, dat men met een investering van Rp. 200.000,een op brengst van Rp. 2.000.000,kan ver krijgen. Ook houdt hij zich bezig met een bijzondere teelt van kippen, die - naar hij vertrouwt - door castratie en andere voeding een gewicht van 4 tot 5 kg kunnen bereiken. Ook de verede ling in de djeroek-teelt houdt hem bezig. "Ik ben al oud", zegt hij, "maar ik ga toch maar door met mijn proefnemin gen. Misschien komt mijn werk de mensheid wel ten goede". Dat is wel zeker, zou ik zeggen. Want de rijst-oogst is in Indonesië sinds 1977 met 100% gestegen en zal dit jaar waarschijnlijk de 21 miljoen ton over schrijden. Erg belangrijk voor een land, dat alhoewel de gezinsplanning hier het best geslaagd is in Azië, toch met een voortdurende bevolkings-toename te kampen heeft. Een andere zeer verdienstelijke Warga Negara is Prof. Dr. A. J. Kostermans. Prof. Kostermans is internationaal be kend om verscheidene wetenschappe lijke werken van zijn hand. Die niet al leen wetenschappelijk, maar ook ge makkelijk te lezen zijn. Maar een an der facet van zijn werkzaamheden is minder bekend. Sinds 1950 zijn op zijn kosten meer dan 50 jongelui opgeleid voor wetenschappelijke studie in de Botanie. Zij kwamen uit verschillende lagen der maatschappij. Hun ouders waren ambtenaren, landbouwers, ver huizers, handwerkslieden. Velen van hen hebben nu academische titels. Vijf van hen zijn nu hoogleraar, 27 hebben een doctorsgraad. Zijn eerste "pleegzoon" (Dr. Koswata) is directeur van het Herbarium Bogo- riensis. Kostermans' enige "biolo gische" zoon woont te Perth. Prof. Kostermans, 76 jr., woont nu te Gadog in de omgeving van Bogor. Maar zijn werkzaamheden op weten schappelijk en humanitair gebied gaan door ondanks zijn hoge ouderdom. In vele Indonesische gezinnen wordt hij m.i. terecht beschouwd als een wel doener der mensheid. AGUS DARUCH Als alle plannen kunnen worden uitge voerd, zullen begin 1982 de gasten van Hotel Borobudur hoog vanuit hun ka mers een prachtig uitzicht hebben over een heerlijk groene geheel vernieuwde Lapangan Banteng, wellicht nog mooi er dan het voormalige Waterlooplein! Nu nog een grote zanderige en stof fige vlakte, de noordelijke helft onver zorgde sportterreinen, de zuidelijke helft nog gedeeltelijk gebruikt als rom melige en rumoerige terminal voor de bussen. Gedeeltelijk, zeg ik, want er is al veel veranderd, en binnenkort zullen ze alle verdwijnen. Enkele jaren terug hadden we alle stads- en interlokale buslijnen hier hun verplichte terminal, honderden bussen per dag af en aan, met soms chao tische toestanden, een dorado voor zakkenrollers en ander gespuis. Er kwam toen een flinke opruiming, door dat de interlokale bussen werden ver plaatst naar nieuwe terminals aan de grenzen van Jakarta. Die voor Tange- rang-Serang-Anjer naar de Westgrens; de lijnen naar Bogor-Bandung naar Kramatjati in het zuiden; en de bussen voor Cirebon en verder voor Midden- en Oost-Java naar het knooppunt Pulo Gadung in het oosten. Bleven dus de stadsbussen op Lapangan Banteng. Maar hun aantal en frequentie namen nog steeds toe; de chaos verbeterde maar weinig. Men heeft nu drastisch ingegrepen. Februari 1981 moesten 200 bussen (van verschillende lijnen) opkrassen, en mochten alleen rond het plein even stoppen om passagiers uit te laden of op te nemen. Augustus moesten nogmaals 150 bussen van 12 lijnen het veld ruimen. Er zijn nu rond het plein en langs aangrenzende straten een aantal haltes met shelters gebouwd (Pejambon, Jl. Wahidin enz.) waar de passagiers moeten in- en uitstappen. Omdat deze haltes nu zo ver uit elkaar liggen, is het voor overstappers wel lastig geworden. Als bv. iemand uit de benedenstad komt en op het noorden terzijde van de kathedraal moet uit stappen, moet hij zich lebbes lopen naar het zuiden tot Pejambon toe, om daar op de bus naar Kebayoran te stappen. Zo ongeveer op grotere schaal dan de situatie op het plein voor A'dam Centraal, waar je als vreemdeling pas na veel zoeken en zwerven de halteplaats vindt van de NZH bus naar Schiphol! Er rijden nu nog 350 bussen tot op Lapangan Banteng. Maar ook deze moeten eind 1981 verdwenen zijn. En dan zal het "bestemmingsplan" snel worden uitgevoerd: Lapangan Ban teng moet een fraai stadspark worden met veel groen, bloemen, fonteinen enz. zoals ook Medan Merdeka ge deeltelijk is gerenoveerd door Ali Sa- dikin. Arme buspassagiers dus, die van hot naar her hun weg moeten vinden. Na dat Banteng 13 jaar lang als centraal busstation heeft gefungeerd. Zo hard vochtig is het stadsbestuur ook weer niet. Men wil nu de routes van de stadsbussen ingrijpend wijzigen. Want tot nu toe lopen alle lijnen (slechts enkele uitgezonderd) als een ster naar Banteng toe. Van alle richtingen moet men eerst hierheen om op een andere lijn te kunnen overstappen. Men wil nu dwars- of ringlijnen scheppen, en ook raakpunten door de stad verspreid, die door meerdere lijnen worden aan gedaan. Maar voor het zover is, zal er denkelijk nog heel wat water door de Ciliwung moeten stromen! M.F. 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 17