WIE 1 WAT WAAR WANNEER WIE HEEFT MIJN VADER IN SOEKAMISKIN OF BATAVIA GEKEND? SPUI 167a DEN HAAG Voor abonnées en niet abonnées geldt het tarief f 5,per oproep/aanvraag. REDAC TIE MOESSON. EXTRA BEWIJSNUMMERS UITSLUITEND TEGEN BETALING I Wie kan inl. geven over de twee zusjes: Elisabeth Susanna Vermeer en Meta Cor nelia Vermeer. Hun leeft, is thans ong. 60 jr. Werden opgevoed in klooster v. Zusters Ursulinen, Surabaja. Hun moeder van 81 jr., woont in Ned., verlangt naar een levens teken of bericht, led. inl. welkom bij: D. Buur, Rollandslaan 49, 2015 GC HAARLEM. Ons reservefonds voor moeilijke dagen Moesson wil geen subsidie. Het wil voort bestaan alleen als U dat wilt. Met uw steun poekoelen wij teroes I Hieronder laten wij, onder hartelijke dank zegging aan alle schenkers, de verant woording volgen van de giften die zijn binnengekomen voor het reservefonds voor Moesson over september 1981. Hr. v. Ahee 5,—; A. Burg 10,—; W. Bover- hof 25,A. M. H. de la Croix-Schiffer 10, H. M. v. Dorp-Lovy 20,—; H. J. J. v. Dijck 5,|y|w. J. C. M. v. Daalen 5,Mw. J. Franse 30,L. C. F. de Graaf 25,M. Gerke 27,50; Mw. T. Heyman 10,Mw. A. Hazevoet-Tijm 50,E. H. Heken 25,H. E. Jansen 14,50; W. A. de Jong-Gruel 10,50; R. Koning 12,R. F. Kelder 10,J. B. Loveriks 10,Mw. Chr. H. L. Lioni 5, R. Mariouw 20,F. Meyer-Joseph 76,50; B. M. Naberman 20,N.N. 3,N.N. 85,Mej. J. C. M. de Rooy 25,R C. Rietveldt 10,Mej. L. E. V. Simao 15, K. Schellinkhout 15,P. v.d. Ven 15, A. J. v. Velthoven 10,N. H. Wichers- Bleckmann 20,J. Willemsen-Sterckx 10, Binnengekomen in september 1981 totaal f 634, BEËDIGD VERTAALSTER, Maleis/Indonesisch, S. E. Knooren-Yo, Sauterneslaan 31D, 6213 EP Maastricht, tel. 043 - 3 21 73. Verzorgt vertalingen Mal./Indon.-Ned. en v.v. voor Burgerl. Stand, c.q. Catatan Sip. en Vreemdelingenpolitie. 'i- - *im m.'. H.SCttH 6 J K "2 3 4 5 «5 v. fttt i4i-\ m vs Nsus «3 (34 Bij het lezen van het boek jalhay s kleine oorlog" bekroop mij ineens het gevoel van herleven uit een herinne ring aan de uren, dagen, weken en maanden van angst en onzekerheid, toen mijn vader met een groep volge lingen in de bossen rondom het plaats je Gombong een gueriIlastrijd tegen de Japanners organiseerde en ook uit voerde. Als meisje van 10-11 jaren besefte ik eigenlijk niet, in wat voor gevaren mijn vader zich had gestort. Gevaren, die zich ook uitstrekten tot zijn gezin, want behalve mijn moeder heb ik nog vier zusters, twee oudere en twee jongere. Persoonlijk was ik erg trots op hem, om zijn moed. Dat mijn vader nadat het KNIL was gecapituleerd, de strijd tegen de Japanse bezetters voortzette met een handvol KNIL-militairen, die de slogan van de hoogste legercom mandant "HET IS BETER STAANDE TE STERVEN DAN KNIELEND TE LEVEN", ook daadwerkelijk uitvoerde. Maar mijn vader was verbitterd, hij voelde zich in de steek gelaten door zijn directe superieuren, hij waagde de sprong, doch een weg terug was er niet. Tot het bittere einde moest hij strijden, een ongelijke strijd omdat de middelen hem ontbraken. Typerend werd dit ook in het boek van Math Jalhay weergegeven, die de hele gang van zaken van nabij had meegemaakt. Mijn vader zie ik nu nog steeds als de trotse en plichtsgetrouwe onder-luite nant aan het hoofd van zijn afdeling recruten in Gombong. De herinnering wilde ik niet kwijt, ook niet de herinne ring dat hij 's nachts met bemodderde kleren, van alle kanten bedreigd door de Kempetai en Indonesische recher cheurs, die voor de Japanners werk ten, uit de bergen thuis kwam binnen sluipen om een blik te werpen op zijn slapende dochters. Ook om de pro blemen met mijn moeder te bespreken, want in de bezettingstijd stapelden de problemen zich snel op vanwege het gemis aan een vast inkomen. Ook de financiering van zijn ondergronds ver zet baarde hem uitzonderlijke zorgen. Toch was ik heel blij als hij thuis was en dat ik hem wel eens mocht helpen met o.a. briefjes en boodschappen doorgeven, eigen gemaakte handgra naten op het kerkhof te laten ontbran den, in putten duiken om er evt. pisto len uit te halen, die daar vermoedelijk waren weggeworpen, toen de Japanners Gombong binnenkwamen. Ik was toen Röny Koch-Siahaya bij het graf van haar vader. nooit bang tijdens deze klusjes, ik was toch ook een soldatenkind, paps was er toch en bewaakte mij toch goed. Onbeschrijflijk was de schok en het leed, toen wij vernamen dat mijn vader en een paar anderen werden ge grepen en in de martelkamers van de Kempetai te Magelang terecht waren gekomen. Van daaruit werd hij naar Soekamiskin gebracht en vervolgens naar Batavia. In maart 1943 (zie foto) werd hij op Antjol geëxecuteerd. Later hoorde ik, dat mijn vader in Soeka miskin nog gezelschap kreeg van In dische jongens, die daar ook zaten vanwege ondergrondse activiteiten. Enkele hiervan kregen jarenlange ge vangenisstraf en waren met de capitu latie van Japan vrijgekomen. Aan deze heren, die, thans in Neder land wonen en hopelijk ook lezers van Moesson, wil ik graag een dringend beroep doen om contact met mij op te nemen. Vooral zij, die in Soekamiskin of de laatste dagen voor zijn executie nog een gesprek met mijn vader had den gehad of misschien alsnog een boodschap van hem kregen voor ons en de zijnen? Alvast heel hartelijk dank, het betekent zo ontzettend veel voor mij. Röny Koch-Siahaya, Elpermeer 231, 1025 AG Amsterdam, tel. 020-324729. 's WOENSDAGS GESLOTEN Heeft weer vele nieuwe modellen in 22 kt. gouden briljanten sieraden. briljant ringen vanaff ^50, briljant oorknoppen vanaff 500, briljant hangers vanaff 500, Bovendien tijdelijk bij besteding van een bedrag van f 500, een fraai zwaar verzilverde theelepel met molentje cadeau. Gaarne tonen wij U vrijblijvend onze modellen. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 21