De Oostenbroeks in de Oost 12 GROOTVADER OOSTENBROEK Johannes Oostenbroek werd in 1848 in Haarlem geboren. Zijn vader was boek binder, hijzelf werd onderwijzer. In 1871 reisde hij met een zeilschip naar Indië en als onderwijzer 3e klasse was hij werkzaam op Ambon, Serang en Bata via. Nadat hij de hoofdakte had be haald, maakte hij geregeld promotie, werd spoedig schoolhoofd en werkte als zodanig te Benkoelen, Soekaboe- mi, Meester-Cornelis en Batavia. In 1897 werd hij voor de tweede maal op Batavia geplaatst, nu als hoofd van de 2e school. Hierdoor kwam hij in het bezit van een mooie woning, privilege van onderwijzers 1e klasse. In 1904 werd hij om zijn grote verdiensten bij het onderwijs onderscheiden met de Orde van Oranje Nassau. Hij was ge trouwd met Wilhelmina Johanna Moo- lenaar, de dochter van een restaurateur in Haarlem. De 9 kinderen die zij kregen werden alle in Indië geboren. Pas in mei 1906, niet meer gehinderd door te kleine kinderen en financiële bezwaren, vertrok het echtpaar Oos tenbroek met een dochter naar Europa. In de schone bloemenstad heerste bij de familie grote vreugde bij het weer zien van zoon en schoondochter die zo lang in de Oost hadden gezeten. Hoe kort zou deze hereniging maar duren. In januari gingen de Oosten broeks naar de schouwburg. Doordat het huurrijtuig te lang op zich liet wach ten, vatten zij beiden kou. Man en vrouw stierven enkele dagen later, op dezelfde datum, aan acute longont steking. 35 Jaar in de tropen, een kort verlof in Nederland en dan dit onver wachte trieste einde. Johannes Oos tenbroek werd 58, zijn vrouw 53 jaar. In hun geboorteplaats Haarlem werden zij ook begraven. Bob en Riet Oostenbroek. Op het moment dat ik het formele kennismakings handje uitsteek denk ik: het hoeft eigenlijk niet, we kennen elkaar toch al. Dat heb je met Soerabajanen, ook al heb je elkaar nooit eerder gekend, ergens springt ogenblikkelijk dat vonkje van herkenning over. Ik moet me eigenlijk schamen, een interview is het helemaal niet, we praten wat met elkaar, onder de lunch, wisselen een paar persoonlijkheden. Over sambel goreng taotjo die Riet zo graag voor Bob maakt (kun je lekker lang bewaren) over de paprika poeder - maar dan moet je wel de goede nemen - die sambel goreng oedang en de nasi goreng zo smakelijk rood maakt zonder dat die te heet worden - en nog meer van dat soort zaken. Herinneringen uit hun jonge jaren in Soerabaja. De kennismaking met Bobs ouders en grootouders, die onmisbare schakels tussen de allereerste tempo-doeloe ver vóór en vlak na de oorlog, heeft Bob keurig voor me opgeschreven. Pagi na's vol waarvan ik alles zal overne men wat nodig is voor een goed beeld van "De Oostenbroeks", de eerste, de tweede en derde generatie, waar toe Bob behoort. Een grote familie die paste in het grote Indië dat zoveel goede, hardwerkende zielen nodig had. Onze trotse koloniën, nu denigrerend betutteld, toen het bouwterrein van mannen en vrouwen met een ware pioniersgeest. Niet bang voor een overplaatsing over landen en zeeën, bereid om alles aan te pakken en vastbesloten alles goed te doen. Johannes Oostenbroek, geen ingenieur of planter, maar gewoon onderwijzer. In Indië altijd een van de meest func tionele beroepen in de samenleving. Johannes Oostenbroek was altijd meer dan onderwijzer. Hij moet zeer sociaal bewogen zijn geweest: als hoofd van de school liet hij voor de "arme" kin deren dagelijks door Oma kadetjes smeren en beleggen. In Batavia aan de Schoolweg gebeurde dat bij hem thuis op de achtergalerij van de dienst woning, die bij de school hoorde. Twee tantes moesten Oma dikwijls helpen met de broodverstrekking en zij ver telden, dat als het "habis boelan" was, er alleen maar bruine suiker als beleg was. Met 9 kinderen had Oma Oostenbroek een zeer druk huishouden en had de grootste moeite de eindjes aan elkaar te knopen. Toch kwamen alle kinderen goed terecht, zoals dat heet. De meis jes Bertha en Corrie bleven ongehuwd, werden 97 en 98 jaar. Jopie trouwde met de latere Kapt. Infanterie KNIL, Willem Borgesius, en woonde als of ficiersvrouw in de meest afgelegen kampementen in Atjeh, Nieuw Guinea en Borneo. Anna huwde met een zekere Simon, ze kreeg 2 zonen waarvan de jongste nog leeft. De oudste zoon, Gerard, werd resident te Bandjarmasin (gepensioneerd in 1927). Zijn vrouw Mien speelde voor treffelijk piano en met (de toen nog) luitenant Spoor die viool speelde, mu siceerden ze vaak in Pontianak. De negen kinderen Oostenbroek allen in Indië geboren, v.l.n.r. zittend Frits, vader van Bob, Cor, Bertha, Jopie, Gerard. Staand v.l.n.r. Anna, Wim, Henri, Jan. De foto werd omstreeks 1900 in Batavia gemaakt.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 12