^™AWÜg»DENPAs/g Balen van Bali Straatweg met de voor Bali typische ommuring van de woningen en kleine offerhuisjes. Verleden jaar juni ben ik met een gezelschap naar Indonesië geweest. Ik had al jaren een sterk verlangen om nog weer eens terug te gaan, ik heb er namelijk gediend als dienstplichtig militair van de toenmalige 7 December Divisie van 1946 t/m 1950. Voornamelijk heb ik door heel West-Java gezworven, vanaf Bantam tot Tasikmalaya, maar het meest heb ik doorgebracht in de Preanger. Vroeger op school leerden wij, dat de Preanger één van de mooiste delen van Java was, nou daar is niets te veel van gezegd. Voor mij is en blijft de Preanger het mooiste gebied (van Java dan), na 35 jaar heb ik al mijn (oude) plekjes van toen weer terug gezien, het was een belevenis om nooit te vergeten. Het feit, dat je weer op Indonesische bodem stond, was iets dat net leek of je droomde, bij mijn terugkomst in Nederland was het net of ik er niet geweest was. Maar bij een geheel verzorgde reis is het wel even anders. Na het "gewone" reisschema afgewerkt te hebben, Ja karta - Poentjak - Bandoeng - met de trein naar Djokja, met het vliegtuig naar Bali, Bali het tropische eiland waarvan men geneigd is het te ver gelijken met b.v. Hawaii. Echt exotisch, mooie Balinese dames, veel bloot, nou, vergeet het maar. Vanaf het vliegveld naar Sanur gebracht, hotel Segara Village, vlak bij het strand. Mooi ge legen met tuin met schreeuwende be o's en zwembad. Overal bloemen in de bomen, inderdaad exotisch I Maar toch viel Bali tegen. Onderweg door Java hebben wij wel mooiere streken gezien en misschien daardoor wat ver wend, en steeds maar de gedachte dat Bali nóg mooier zou zijnAch teraf kregen wij sterk de indruk, dat Bali altijd in de reisprogramma's is op genomen om de tourist het kleine beetje geld dat hij nog overgehouden heeft, in Bali achter te laten. Vaak hoor je de vraag: "Waarom juist naar Bali?" Niemand van de touristen heeft er echt belang bij, het maakt de ge organiseerde reis alleen maar duurder, en het is echt bedoeld om meer bui tenlandse valuta in handen te krijgen. Het geeft zo'n beetje het idee, dat je op Bali op het eind van de trip op de kop wordt gezet en leeggeschud. Het strand was vrijwel leeg, alleen groepen kinderen, die onophoudelijk allerlei snuisterijen wilden verkopen. Gewoon aan het strand zitten is er niet bij, steeds word je weer omringd, tot vervelens toe; jaag je de ene weg, dan krijg je de ander weer, moedeloos pak je dan maar weer je biezen om in de beschermde hoteltuin te gaan zitten. Het hele strand gaat dat zo door, 30 boten (vlerkprauwen) op een rij, maar alle 30 roepen steeds: "Boot meneerEerst zeg je netjes nee, maar verderop zeg je: "hoepel op Je raakt erg geïrriteerd op het laatst, je kunt bijna geen kant uit. Loop je het strand af de weg op is het: "Taxi meneer!", ook al zien ze dat je in zwembroek en op sandalen loopt, en je hotel 50 meter verder is. In het hotel is het precies zo, zodra je de trap afkomt de hall in, zit er een man met een bureautje en een plattegrond die je Ubud en Mas wil laten zien; steeds als men naar zijn kamer is geweest klampt deze man je weer aan, ook al zeg je 100 keer dat je met een gezel schap bent, en dat de bus je er heen brengt. Men kan dat vriendelijkheid noemen, en de aard van de Balinees, het is wél vervelend Op deze manier krijg je wel de indruk dat Bali inder daad verziekt is. Zodra men buiten het hotel is, is men vogelvrij en word je bekeken van "hoe kan ik aan hem verdienen?" Erg op dringerig zijn ze daar. Eens hebben we een taxi genomen naar Den Pasar; onderweg vroeg de chauffeur steeds wat we gingen doen, waar we heen gingen, wat we kochten, waar we kochten. Een paar maal gezegd: "Gaat je geen donder aan", maar dat hoort ook weer niet. In Den Pasar gezegd: ''Naar de hoofdstraat". Niks hoor, steeds zagen wij de hoofdstraat, maar wij kwamen er niet. Totdat het ons begon te vervelen en ik hem sommeer de te stoppen. Tot mijn verbazing reed hij een erf op van een Brits-Indiër, de deuren gingen open en wij konden uit stappen, je reinste dwingelandij Wij zeiden: nee I Kwaad gingen we lopen, zeiden: "Je krijgt geen geld, eerst naar de hoofdstraat!" Nou, toen begreep hij dat het menens was en toen kwamen we in de hoofd straat, wat ons overigens erg tegen viel. Trouwens heel Den Pasar was een puinhoop, ca. drie uur geweest, maar nog steeds zat diezelfde chauf feur ons nog op te wachten, zo bang was hij dat zijn vrachtje weg zou gaan. Op Bali hebben wij twee geadopteerde kinderen van het Foster Parents Plan, ook deze kinderen hebben wij een be zoek gebracht. Allereerst hebben wij de instanties er van op de hoogte ge steld, dat wij in aantocht waren. De dag daarop verscheen er een taxi - maar als je nog eenmaal taxi zei, viel hij in elkaar I - met een Nederlands sprekend iemand die zei, dat hij in die streek goed bekend was en dat hij wel onze gids wilde zijn voor 'zoveel' roe- piah I Alweer een gids. ledereen wil gidsje spelen, ook al zeg je 100 keer dat je zelf de weg wel weet. Nou voor uit, gids mee. In wilde vaart richting Karangasem. Onderweg kocht de chauffeur een wie- rookbakje dat de zegen moest bren gen; nou behalve dat het vreselijk stonk in de wagen had je de zegen ook wel nodig. Wat een rit Onderweg stopte hij bij een altaar, een soort priester gooide ons pardoes wa ter in het gezicht en we kregen een bloem achter het oorOok dat kostte weer geld. Wel hebben we ons slap gelachen, ze moesten ons thuis zo eens zien, met een natte kop en een bloem achter het oor I Vervolgens kwamen wij in de buurt van de kinderen, de taxi kon niet ver der en we moesten in een in de haast gecharterde jeep, over een droge kali (want veel meer was de weg niet). Steeds de wagen over stenen tillend, kwamen wij in het dorp aan; na enig gezoek hebben wij de kinderen ge vonden. Leuke kinderen, werden door de hele familie begroet, cadeau's ge geven, er werd voor ons gezongen, en wij mochten een echte onvervalste Ba linese dans meemaken in een tempel; dat was prachtig, dat maakte alles in één klap weer goed, daar kwam anders geen tourist aan te pas. Zo was Bali wél mooi, maar hoe lang nog, dan heeft (lees verder volgende pagina) 26

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 26