Nobelprijs voor komedie stamboel?
BOEKBESPREKING
"Aarde der mensen" door Pramoedya Ananta Toer
Als de redactie van Moesson ons het boek "Aarde der mensen", geschreven
door Pramoedya Ananta Toer ter recensie toeschuift, zijn onze verwachtingen
hoog gespannen. Het boek, oorspronkelijke titel: "Bumi Manusia" is in balling
schap op het eiland Buru in de Bahasa Indonesia geschreven. Dit: "geschreven
in ballingschap" veroorzaakt al direkt een zekere geladenheid, die nog versterkt
wordt door het feit, dat op 29 mei jl. door de Indonesische procureur generaal
voor dit boek een verschijningsverbod is uitgevaardigd. De gronden hiervoor
zijn o.a.: "Marxistisch-Leninistische ideologieën, die door de geslepen pen van
de schrijver op verfijnde en verborgen wijze in de inhoud van het boek verwerkt
zijn". In de maand oktober 1981 werden bovendien complete oplagen van "Bumi
Manusia" en andere werken van Ananta Toer in Jakarta in het openbaar ver
brandVele recensenten in stad en land zijn ons voorgegaan en op de om
slag van het boek wordt luidkeels door twee critici van niveau de loftrompet over
"Aarde der mensen" gestoken. Wij sluiten ons bij deze jubelzangen niet aan.
Niet omdat het boek ons niet geboeid heeft, integendeel, de gebeurtenissen in
dit sociale treurspel, dat zich afspeelt in het Surabaya, zo rond de eeuwwisse
ling worden uiterst levendig en met gevoel voor pakkende zwart wit contrasten
ten tonele gevoerd Onze waardering gaat evenwel niet zo ver, als die van
de heren Teeuw en Parakitri.
Het verhaal is in de ik-vorm geschreven
en wel tegen de van uit 1981 moeilijk
te begrijpen of te waarderen harde
koloniale verhoudingen, die voor de
onderscheidene bevolkingsgroepen zo
als Europeanen (o.a. Hollanders en In
do's) Indonesiërs, toen nog inlanders...
en Chinezen discriminerend gebeiteld
lagen I Overigens was dit niet alleen
in de gordel van smaragd zo; ook het
Holland van de jeugdige - 18-jarige -
koningin Wilhelmina kende zijn scher
pe standsverschillen met bijbehorende
privilegiën. Het officiële traditionele
gezag hoorde dan ook duidelijk bij een
gevestigde élite, die consequent res
pect en ondergeschiktheid eiste van
de grote massa der kleine luiden.
De ik-figuur is een buitengewoon in
telligente jonge Javaan uit adellijke
kringen; hij is 18 jaar, net zo oud als
koningin Wilhelmina voor wie hij van
ver weg een stille liefde koestert
Hij zit in de hoogste klas van de HBS,
heeft veel succes bij het zwakke ge
slacht van alle landaarden, zelfs en
vooral bij zijn vooruitstrevende en ge-
emancipeerde - betrekkelijk - jonge
Nederlandse lerares
Hij is een van de beste leerlingen van
de school; spreekt en schrijft (met ta
lent) foutloos Nederlands, publiceert
onder een nom de plume in Neder
landse kranten, maar kan tot groot
verdriet van zijn Javaanse moeder
geen waardig Javaans proza produ
ceren, noch Javaanse heldendichten
"componeren".
Een van zijn Hollandse onderwijzers
wilde hem op de Europese lagere
school "monkey" noemen, maar slikte
op het laatste moment dit woord in,
zodat hij voor zijn verdere leven met
alle frustraties van dien, "Minke"
heet.
Hij is duidelijk onder de indruk van de
technische en wetenschappelijke voor
uitgang in zijn tijd, maar ondervindt
voortdurend zijn achterstelling als Ja
vaan bij de heersende klasse van Hol
landers en Indo's. Hij ondergaat deze
achterstelling als iets beschamends en
compenseert dit door "wetenschappe
lijk" - in die tijd was vijfde HBS voor
waar geen sinecure - en cultureel, in
alle opzichten uit te blinken. Door een
klasgenoot - Indische jongen - wordt
hij dan uitgenodigd een bezoek te
brengen aan een "godendochter", een
schoonheid zonder weerga, Indisch
meisje, kind van een Hollandse vader
en een Javaanse huishoudster, njai
Ontosoroh. Dit meisje, Annelies Melle-
ma en haar Javaanse moeder, die als
jonge vrouw door Mellema, administra
teur in de suiker, als ware "gekocht"
is, zijn samen met Minke de drie hoofd
personen in dit koloniale socio-drama.
Het zijn wel zeer bijzondere personen,
deze drieDe njai, in de wandeling
mama genoemd, staat aan het hoofd
van een groot land- en tuinbouwbedrijf,
compleet met sawah's, melkkoeien,
paarden, kippen en varkens. Annelies
is bedrijfleidster van de onderneming;
mama doet de boekhouding, de public
relations en het "over-all manage
ment"; zij spreekt en schrijft vloeiend
Nederlands - haar door Mellema ge
leerd - en leest bij voorkeur schrijvers
van niveau, zowel uit het nationale als
internationale kampMellema zelf,
oorspronkelijk een uiterst aimabele fi
guur is in Holland getrouwd geweest
en als hij dan ineens door zijn zoon
Ir Maurits Mellema wordt opgezocht en
ter verantwoording geroepen, krijgt hij
geestelijk zo'n doffe dreun, dat hij er
verder fysiek en psychisch onder door
gaat. Hij gaat het huis uit, raakt aan
lager wal en brengt verder zijn tijd door
in het naast het vorstelijke Mellema-
huis gelegen luxueuze Chinese bordeel
van baba Ah TjongMama, nog
steeds zijn njai, betaalt hier de reke
ning voor, die haar maandelijks ge
presenteerd wordt; overigens van een
banksaldo, dat in de vijf cijfers looptl
Uit het concubinaat van Mellema zijn
twee kinderen geboren, Robert de oud
ste en de beeldschone Annelies; hij
heeft ze beiden, na zijn echtscheiding
erkend. Robert wil zijn Javaanse komaf
liefst vergeten, terwijl Annelies daaren
tegen haar Hollandse kant niet waar
deren kan; zij voelt en denkt helemaal
- ogenschijnlijk - als Javaanse; staat
dan ook volledig bij en naast haar moe
der. Belangrijke figuur is ook nog de
Madurees Darsam, compleet met zwa
re snor, zwarte kleedij, peso blati en
groot zakmes merk "Herder"! Hij is
de major-domus en persoonlijke lijf
wacht van Mama en Annelies aan wie
hij volledig verknocht is. Minke komt
dus op bezoek, weet Annelies voor
zich te winnen, mede door haar op te
beuren en te helpen bij haar vaak
ernstige depressies. Annelies mag dan
uiterlijk een weergaloze schoonheid
zijn (komt vaker voor bij mengbloe-
den I) innerlijk lijkt zij over weinig 'fut
te beschikken.
Dan is er ook nog een goede vrind van
Minke, Jean Marais, Fransman en in
valide ex Knil soldaat, kunstzinnig
meubelmaker, schilder en tekenaar met
een lief dochtertje; de Atjehse moeder
is inmiddels overleden. Tekenend voor
het verhaal is een geheimzinnige Chi
nese figuur, die op gezette tijden het
pad kruist van onze held. Rest ons nog
de huisarts en vriend des huizes Dr.
Martinet te vermelden die ondanks
het oogje, dat hij zelf op Annelies
heeft, Minke vertelt en inprent, dat al
leen hij - Minke - Annelies zal kunnen
helpen
Met de boven genoemde dramatis-
personae ontstaat dan ook een verhaal
(koloniale tijd, concubinaat, mooie jon
ge rijke vrouw, knappe intelligente Ja
vaan, aan lager wal geraakte Hollan
der en zo en zowaar de vonken
van af vliegen. Daar is bv. de episode,
dat Minke, die al ingetrokken is bij
Annelies en Mama, op een vroege
ochtend door de politie wordt opge
haald die hem, ondanks zijn voor een
raden Mas geldend "forum privilegia-
tum", min of meer als een gevangene
naar de regent brengt van een zo'n
dagreis van Surabaya af gelegen
plaats, waar vlakbij ook zijn eigen va
der tot regent blijkt benoemd te zijn
(Minke heeft de brief waarin dit stond
niet open gemaakthet kan Minke
overigens maar weinig schelen
Pijnlijk ondergaat dan Minke de door
hem als zodanig aangevoelde vernede
ring, als de oude regent hem de les
leest, omdat hij, Minke, als Javaan zijn
adat niet meer kent, noch zich ge
draagt conform de regels die gelden
in de kringen van de oude "hofadel".
Neen, Minke heeft er geen goed woord
voor over, dat hij, een HBSer, in de
voorgeschreven kruiphouding de re
gent moet benaderen, die dan ook niet
nalaat deze uit het nest gevallen vogel
letterlijk en figuurlijk op zijn plaats te
wijzen. Er gebeurt veel in dit boek en
dit alles tegen de strakke zowel Euro
pese als Javaanse koloniale ordening
31