En toen werd Beatrix geboren We waren in Bali toen Prinses Juliana aankondigde, dat ze in januari een baby verwachtte. De Baliërs waren niet blij met dit bericht, ze waren zelfs ongerust, want, zoals één van hen vertelde: "In januari wordt nooit een vorst geboren, die eens regeren zal." En weet U nog, hoe we wachtten? Het duurde en duurde maar, en eindelijk, 31 januari kwam de blijde mare. Ook de Baliërs waren met ons verheugd, want 31 januari is immers "malam februari". We gaven natuurlijk een groots feest, waar heel Bali vertegenwoordigd was. Wat was ons personeel toch geweldig. Ze hadden het razend druk, maar de eer van de gastheer straalde ook op hen af. En bedien- Deze luchtfoto van het residentshuis te Singaradja werd in 1950 genomen. In het midden van de voortuin een vijver met lotus bloemen en fontein. den van gasten waren gelukkig als onze oude major domus ze kwam uitnodigen te komen helpen. Er waren ongeveer 2oo bezoekers. Denkt U zich dat even in, 200 handen te moeten drukken bij het begin van de receptie; sommigen gaven zo'n hartelijke stevige hand I Later bewoog ik me tussen de gasten, stelde verlegen mensen wat op hun gemak en ging ook eens achter kijken, hoe het liep. Daar zag ik, in een schone witte jas met een nette kain eronder een bekend gezicht aan de afwasteil. Ik kon me zo gauw niet te binnen brengen, wie dat was, tot hij zei: "Weest U niet ongerust mevrouw, de cipier is er ook". Het was een nette moordenaar, die wel eens in onze grote tuin werkte. Bali was arm. Ze hadden eigen geldstukken, de kepeng, waarvan er 7 in een cent gingen. Ik had 40 zilveren guldens in huis gehaald, en na afloop gaf ik iedere helper zo'n gulden. Wat een zaligheid, om in zo'n geheel onttakeld huis gewoon naar bed te gaan, uit te slapen, en dan bij het opstaan alles weer op orde te vinden. |v|OLL-LIPS Bali bleef. Cornelis de Houtmën, die een gastvrije ontvangst bij de Dewa Agoeng van Gèlgèl ten deel viel, noem de Bali "Jong Holland". De aange knoopte betrekkingen leidden voorlopig niet tot een blijvende vestiging; in 1620 werd een handelsloge gebouwd, die het volgende jaar weer werd verlaten. Later zond de Compagnie telkens ge zanten naar de "Koning van Bali" en werden contracten afgesloten, vooral met betrekking tot de levering van slaven. Zodoende waren er in 1778 alleen al in en rondom Batavia 13.000 Baliërs. Hun aanwezigheid verklaart het feit, dat zoveel woorden van Balische oor sprong in het Bataviase dialect voor kwamen. In de tijd van het Engelse tussenbestuur is door Raffles aan de slavenhandel een eind gemaakt. Afgezien van een expeditie naar Boe- leleng in 1814, waarvan de vorst zich weer van Balambangan meester tracht te te maken, lieten de Engelsen zich niet in met Bali. Na het herstel van het Nederlandse gezag in 1816 verliep het hervatten van de relaties lange tijd stroef, en pas in 1839 werden door de commissaris Huskus Koopman met alle vorsten overeenkomsten gesloten. Hierbij erkenden zij de Nederlandse souvereiniteit en beloofden o.a. af te zien van de uitoefening van het klip- recht (dit was het recht om zich lading en bemanning van op de kust gestran de schepen toe te eigenen). In deze tijd was op Bali de Deense koopman Mads Lange werkzaam, die er een bloeiende handelsonderneming wist op te bouwen. Hij genoot het ver trouwen van de Baliërs, die hem de titel "Perbekel" (hoofdman) gaven, en speelde een bemiddelende rol in de strijd, die weldra tussen de Nederlan ders en de Baliërs zou ontbranden. Zijn graf is nog te zien in een klapper- bos bij Koeta. Daar de vorsten de overeenkomsten met de Nederlands-Indische regering niet naleefden, zag deze zich genood zaakt in 1846, 1848 en 1849 expedities te ondernemen. De derde expeditie die onder leiding stond van de uit de In dische krijgsgeschiedenis bekende Ge neraal Michiels, bracht de Baliërs een beslissende nederlaag toe bij de bijna onneembare versterking Djagaraga. Vervolgens verplaatste het toneel van de strijd zich naar het zuiden van Bali, waar het verzet werd geleid door Agoeng Istri, de zuster van de Dewa Agoeng van Kloengkoeng, een felle tegenstandster van de Hollanders. Zij voerde de Balische troepen aan en Michiels sneuvelde bij een nachtelijke overval op het Nederlandse kampe ment bij Koesamba. Van Swieten nam het bevel over en wist Karangsem en Kloengkoeng te onderwerpen. Noord-Bali (Boeleleng en Djembrana) kwam onder recht streeks bestuur. In 1882 werden Bali en Lombok losgemaakt van de resi dentie Banjoewangi en tot afzonderlij ke residentie verheven. Twee militaire acties waren nog nodig om geheel Bali onder Nederlands be stuur te brengen: tegen Badoeng en Tabanan (1906) en tegen Kloengkoeng (1908). In Badoeng en Kloengkoeng vond de strijd haar dramatisch hoog tepunt in de "poepoetan" letterlijk: einde). Liever dan zich aan de Neder landse troepen over te geven, wijdden de vorsten zich samen met hun ver wanten, vrouwen, kinderen en volge lingen ten dode, en gingen zij, in het wit gekleed, slechts met een kris of lans gewapend, de Nederlandse troe pen tegemoet die, na vergeefse pogin- (iees verder pagina 8) Onthulling van een monument ter ere van de geboorte van Prinses Beatrix in Gianjar. Rechts de Anak Agoeng van Gianjar, links con troleur W. F. van der Kaaden, voor het monument staande een pemangkoe (volkspriester), een vrouw met offers en twee pedan- da's. (uit: Tropisch Nederland, dec. 1938). 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 5