Nogmaals Vogelnest-soep If Het was verheugend in de Moesson (november 1981) een biologisch artikel te vinden betrekking hebbende op de grandioze natuur en het natuurgebeuren in het verre Indonesië. Wie schrijft er nog eens een stukje over een mooie berg tocht met de nodige lyriek van grootse vergezichten, prachtige wolkendekken met daarbovenuit tronende de dreigende en machtige berg-silhouetten, of een plotseling openscheurend wolken gordijn, een verre zonnestraal en in de diepte de blinkende sawahs of een streepje oceaan. Of van een grote mysterieuse bloem op een onbekende berg of van een eenzaam, heilig graf op een bergtop. Al zullen de zeer geleerde botanici het bestaan van zulke bloemen misschien betwijfelen, dit alles is niet in objectieve maatstaven (of maten?) te meten. Voor mij is een afgevallen, verwelkte Puspa-bloem n) met de roomkleurig witte kroon- bladeren, liggend op een donker groen moskussen en met onzichtbaar hoog boven het bladerdak uitstekend, de moederboom in een half-duister met optrekkende mistflarden doortrokken gebergte-bos, groter dan de qrootste Rafflesia-bloem 2). Eetbaar vogelnestje (beste kwaliteit), helft van de ware grootte. Foto Maar nu terug naar de vogelnest-soep! Het betrokken, gewaardeerde artikel van Mevr. Domburg-Scipio behoeft enige aanvulling en correctie. De vast stelling dat niet de nestjes maar de inhoud der nestjes in de soep terecht komt is niet juist. Het zijn wel degelijk de nestjes en deze worden als zo- Salangaan (gierzwaluw), diep in de "holle rots" (eigenlijk kalk-rots) "Karang Bolong" bij zijn nest. De foto van het vogeltje is genomen bij het licht van een bijenwas-flambouw. 16 danig (vooral als ze nog vers of on gebruikt zijn) in de spelonken en grot ten geplukt en aan Chinezen verhan deld. Overigens worden de nestjes niet door 'echte' zwaluwen gemaakt, doch door gierzwaluwen of salanga- nen. Een zwaluw (zangvogel, Passe- res) is niet verwant met een gierzwa luw (niet-zangvogel, Non-passeres); je zou dit kunnen vergelijken met het verschil tussen een mos (spore)-plant en een zaadpiant. Het verhaal past zo goed bij de sier lijke vogeltjes, maar de gierzwaluwtjes verzamelen geen zeeschuim, dat ze 'tot een pastei verwerken in een zakje onder de hals' en dat deze substantie ook tot voedsel dient voor de jongen. Nee, de nestjes zijn vervaardigd van een eiwit (gelatine)-achtig produkt, dat gevormd wordt door de speekselklie ren (inderdaad onder aan de hals) van zowel het mannetje als het wijfje in de broedtijd, waarbij deze klieren aan zienlijk opzwellen en overvloedig deze gelatineuze massa leveren. Deze fijne 'vermicelli' (die dus niets met uitwerp selen te maken heeft!) vormt de lange slijmdraden waaruit het nest is opge bouwd (zie foto). Gierzwaluwen zijn moeilijk te onderscheiden in soorten, maar het is opvallend, dat elke soort een heel karakteristiek nest maakt, leder, die een tijdje in Indonesië ge- gewoond heeft, kent wel de kleine wit- buikige soort, die vaak voor zijn nest jes al fladderend de fijne 'tjemara' (Casuarina) naalden van de bomen trekt. Zoölogen zijn nogal gauw met naamgeving en uitgerekend (of onge lukkigerwijze?) heet deze soort weten schappelijk Collocalia esculenta, maar het is in werkelijkheid (ook volgens Chinese maatstaven deze soort, die de minst eetbare nestjes maakt. De hoogste kwaliteit eetbare vogelnestjes wordt gemaakt door een wat grotere donkerbuikige soort, Collocalia (of be ter Aerodramus) fuciphagus, die in grotten leeft maar vaak ook door Chi nezen in oude pakhuizen of verlaten woningen (in Chinese kampen) 'ge teeld' wordt voor nest-produktie. Bekende vindplaatsen van eetbare vo gelnestjes zijn de door de schrijfster genoemde Karang Bolong 'holle rots'), de kustgrotten van Rongkop (Zd-kust van M. Java), Djampea, Klapa

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 16