Een Indo in de Filippijnen De kusten zijn wonderschoon en het water van de Pacific Ocean vloeibaar smaragd. (i) Door Lauty-Kleevens-Musch Mijn man moest voor een WHO congres naar Manilla en met beide handen greep ik de gelegenheid aan om mee te gaan. Het zou voor mij de eeste keer zijn. Ik had al veel goeds over dit buurland van Hong Kong gehoord en verheugde me geweldig op dit reisje. Het was bovendien een fijne afwisseling in klimaat, want in de frisse Hong Kong-winter die van december tot maart duurt, waarin de temperatuur tot zo'n 8° C kan dalen, is 't fijn om even in de echte lekkere tropenwarmte te zijn. In de jumbo van Philippine Airlines kwam 't vakantie-gevoel al over me en ik genoot van 't tochtje dat slechts IV2 uur duurde. In Manilla viel de vochtige hitte van 30° als een natte deken om ons heen. "Ha, net Indonesia", dachten we, en uit gingen de jasjes, vesten, en kousen Na uit het vliegtuig te zijn gestapt moesten we met z'n allen (300 man) lopen naar 't stationsgebouw. Het was een eind en je moest lèngs en öm an dere jumbo's die net waren aangeko men, of op 't punt stonden te vertrek ken. Daarbij moest je donders goed oppassen dat je niet levend verbrand werd door zo'n hete luchtstraal uit de jetmotor. Niemand die aanwijzingen gaf waar of men wel of niet mocht lo pen. Alles mocht I Bij 't gebouw was er een enorme chaos en ongeorganiseerdheid, dichte drommen Filippino's hangen de hele dag rond het gebouw, zich te vergapen aan komende en gaande reizigers, daarbij heerlijk alle in- en uitgangen blokke rend. Het volk (merendeels van het Maleise ras) is vriendelijk en lacherig, en zo op het oog, bij het vliegveld tenminste, vrij jong. ledereen was ge kleed in jeans en T-shirt. Eenmaal buiten stonden we tegenover een nog grotere massa "mensjes-kijkers" en 20 waren we onthutst over de verbijste rende ongeordendheid van het ver keer. Allerlei voertuigen stoppen waar ze willen, soms dwars over de weg, om mensen en bagage in- en uit te laden. Ook staat men midden op de weg ge woon stil. De chauffeur stapt dan rus tig uit om een passagier af te wachten binnen. Dat kan wel eens een uur duren En alles toetert en schreeuwt, maar niemand trekt er zich iets van aan. Wie 't eerst zijn neus erin steekt en een goed plaatsje heeft bemachtigd, heeft gewonnen I Dit was het eerste verschil met de efficiënte werklustige Chinezen van Hong Kong, dat ons trof. Tweede verschil was het verkeer. Men houdt er rechts en dat is wel weer even leuk na al die jaren links verkeer in Hong Kong. Het gaf ons "a touch of home" en het is gek dat je dat prettig vindt. Niet te beredeneren. Manilla is een bruisende levendige stad, heerlijk ruim, wijd en groen Niet die 20-30-40-story hoge woonflats als Hong Kong met nauwe straatjes er tussen, maar wijde lanen, avenues, soms 6-baans. En in de woonwijken, huizen met tuinen Over het algemeen doet de sfeer in Manilla aan Jakarta denken en niet in 't minst door de zo op de Indonesiërs lijkende Filippino's. Het verkeer is druk en chaotisch. Het populairste verkeersvehikel is de Jeepney. Als je die voor het eerst ziet, weet je niet wat je ziet I Een opge tuigd, versierd, schreeuwend geverfd, soort hele grote jeep. Een jeep-bus eigenlijk, die als openbaar vervoers middel dienst doet en tenminste 17 passagiers "Philippino-size" kan be vatten. De jeepney is ontstaan na de oorlog toen de Amerikanen (weet je nog? Mac Arthur, Bataan Corrigidor?) hun dump jeeps voor een krats (US 50) aan de lokale bevolking verkochten. De bevolking zag al gauw het nut van die niet te slijten karretjes en ging ze vergroot namaken, aldus een uniek- openbaar vervoermiddel creërend. Tot die tijd was het paard de motor van alle vervoermiddelen. Je had dog- cars en bendy's en zelfs ook gewoon het kale paard om je op voort te be wegen. Het paard was behalve sym bool van kracht en snelheid ook "man's best friend". Als eerbetoon aan dat afgedankte huis- en trekdier zet men nu paarden van zilverkleurig metaal voor op de motorkap van de jeepney. Hoe meer hoe beter. Meer kracht en sneller toch? En ben je arm en heb je maar geld voor één kuda (want die krengen zijn nog duur ook) wel, dan monteer je vóór hem op de motorkap een batterij van ronde spiegeltjes, vier links en vier rechts van hem (de kuda) in slagorde opgesteld; zodat je vanuit de chauffeurs-zitplaats dat ene paard wel negen maal ziet. Achtmaal van voren en eenmaal van op z'n derrière. Een ander attribuut voor op de motor kap is meestal een rij wildgekleurde lampen: oranje, groen en paars, meest al aan weerszijden van de paarden. Alles is geoorloofd. De hele jeepney is geschilderd in alle kleuren van de regenboog met landschappen hier en daar en kreten zoals: "Libertad" en: "Virgin Island" of "Lovely Ruby" en wat dacht U van: "Sexy Rider" en "Rainbow Delight" of "Don't follow ME, I'm lost". Binnen in de bestuurderscabine hangt het vol met gekleurde plastic bloemen, grote rozenkransen met kanjeuze kruizen, Maria en andere heiligen beeldjes. En als je het erg mooi wilt doen dan monteer je voor op de bum per, dus heel laag, twee goudkleurige wiebelende hanen. Want hanengevech ten zijn voor de Filippino's het popu lairste tijdverdrijf, tevens gokspel. En 's avonds rijden de jeepney's je als opgetuigde kerstbomen voorbij. Alle lampjes aan, soms een hele rits gekleurde lampjes ook nog eens boven op het dak. En alles beweegt en wie belt, van de hanen voorop tot de vlag getjes en vaantjes die overal uitste ken Je kunt er op een hoek van een straat een uur lang gefascineerd naar staan kijken, adembenemend! Letterlijk, want je denkt steeds 't is een won der dat er niet meer ongelukken ge-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 20