BIJ DE VOORPLAAT HET JUISTE UUR KEUKENHOFJE Als de lente goed en wel is gearriveerd (nog steeds bar koud overigens!) gebeurt er iets wonderlijks in Nederland. Het is of een gigantische verfdoos openklapt, want daar liggen kaarsrecht op een rijtje de verf- plakkaten in Zuid- en Noord Holland, de bollenvelden, rood, geel, paars, rose tot aan de einder. Indrukwekkend, niet mooi, niet ontroerend, kunstmatig en dus eigenlijk al ten dode gedoemd. Een soort bio-industrie in kleur. Maar dan komen de artiesten, de tuinkun stenaars. Ze nemen een kleurtje hier, een kleurtje daar. Ze toveren met vormen, kleu ren, combineren en scheppen de schitte- Het is deze week precies 8 jaar ge leden dat Tjalie heenging. Hij had die dag, 22 april '74 nog even achter zijn schrijfmachine gezeten, een paar no tities gemaakt op een blocnote. Een uur later verliet hij ons. Als het geen zomertijd was geweest, had ik dan een uur gewonnen? Gek toch om dat te denken? In deze acht jaren hebben mijn handen de wijzers van de klokken vooruit en achteruit gezet. Apa boleh boeat, denk ik bij mezelf. Er zijn de laatste weken ontzettend veel goede vrienden, werkers voor Moesson heengegaan. Maart-April zijn altijd "afscheid"-maanden geweest, maar zo snel op elkaar hebben we nog nimmer vrienden moeten groeten. Max Mülders, Fer Hornung, Raket, Ritman Tjalie Robinson rendste boeketten. Voor de Keukenhof, de Linnaeushof en nu de Floriade. Heel lang geleden ging ik met de kinderen naar de Keukenhof. "Waarom heet het Keukenhof?" vroeg mijn dochtertje. "Omdat je straks allemaal potten en pannen ziet", voorspelde mijn zoon. Dat "straks" duurde uren, er stonden 2000 Duitsers voor ons in de rij en achter ons kwamen nog een stuk of 6000 schatte ik. Verstijfd van kou maar toch van goede wille om te bewonderen, liepen we langs wonder baarlijke perken, schitterende priëlen. Ver warmden ons heerlijk in de kassen en wa ren met stomheid geslagen over het men selijk vernuft om zoveel variaties in vormen en kleuren te kweken uit wat eens als sim pele tulp, hyacint of narcis ter wereld kwam. "Waarom heet het nu Keukenhof?" vroeg mijn dochtertje aanhoudend. Niemand wist en nu 30 maart j.l. Dick van der Lee. In mei 1970 viel hij als een geschenk uit de hemel in onze uitgestrekte ar men. Wim Schaay onze trouwe boek houder was aan het eind van zijn krach ten door hartklachten. J. F. van der Lee (Dick) ging als een wervelstorm door ons bedrijf. Hij voerde drastisch een ander boekhoudsysteem in, hij steunde mijn praktische voorstellen voor een andere administratie, ketter de er op los als het nodig was, maar zat altijd zo vol dwaze uitvallen dat niemand er echt boos om werd. Rech terhand van Gouverneur van der Plas in Soerabaja in de moeilijkste tijd, de jaren voor de overdracht, leerde ik hem vluchtig kennen toen ik een pas kwam laten stempelen om naar Kediri te gaan. Tjalie was hoofd van de RVD in Kediri en had dringend hulp nodig. "Wil je echt gaan?" vroeg hij, "straks wordt je doodgeschoten, je moet het zelf weten!" en meteen stempelde hij mijn pas af. "Je krijgt zes pop gevaren- geld voegde hij me nog toe. "Per dag?" vroeg ik onnozel." "Natuurlijk, wat dacht je, zo gierig zijn we nu ook weer niet!" Hij barstte in lachen uit. Net zoals hij hier op deze foto zit, met die oude telmachine werkend (in 1970 hadden we nog geen electrische reken machines, in ieder geval niet het geld om er één te kopen) zo herinner ik me Dick van der Lee. Geen haar veran derd sinds hij referendaris was op het Gouvernementskantoor. Een keiharde werker, helder in zijn ideëen, praktisch, opvliegend, nooit een blad voor de het. Dit Paasweekeinde heb ik er, na 20 jaar, nog maar eens naar gevraagd. Nie mand wist het. Mijn dochter zal het als dat zo door blijft gaan, haar dochtertje ook niet kunnen vertellen. Even naar de voorplaat kijken. Ergens voor bij Blitar - als U daar komt tenminste - passeert U dit warrige hofje. Moet U goed kijken, weet U wat dat voor struiken zijn Nog eens goed kijken. Jammer geen kleu renfoto ja? Lombok, allemaal lombok, tjabé. En die uitgegroeide staken, ketella pohon en papaja. En in die plas op de achtergrond kangkoeng. En rechts een tuintje met wat djahé en laos en sereh. En die mensen planten maar raak en plukken maar raak. Dit noem ik nu een echte "kebon dapoer", een keukenhof, alles voor de keuken. Dank U wel lieve Heer. L.D. J. F. van der Lee mond nemend, af en toe wel schrik kend als er iets te hard aankwam. Dóór hem en met hém kwam Tong- Tong in beter vaarwater wat de finan ciën betrof en nadien ging dus ook al les beter. Maar Dick's fysiek moest op gegeven moment wel achteruitgaan. Een paar jaar later, gaf hij de stok door aan de heer Scheulderman, hij zou het "kalmer aan doen", Tong-Tong was toch wel een te enerverend bedrijf voor hem. Tjalie's dood schokte hem erg, hij had niet verwacht dat hij Tjalie zou overleven. Deze acht afgelopen jaren heeft Dick van der Lee me doorlopend laten we ten dat hij met ons meeleefde. Al deze jaren zijn Dick en zijn lieve vrouw Erna deelgenoten gebleven in Moessons wel en wee. Een dag voor ons feest, 20 maart kwam Dick met zijn dochter en kleindochter op de zaak. Hij was onherkenbaar vermagerd, oud, erg overstuur door de dood van Ritman. "Er is voor iedereen een tijd van gaan Dick," zei ik. Hij greep mijn hand. "Ik wil ook naar huis", zei hij bijna on hoorbaar. "Ga dan Dick, ga, je hebt zoveel gedaan in je leven, een mens mag toch eens moe worden?" Het is onze laatste ontmoeting ge weest. Ik ben zo dankbaar dat ik nog afscheid van hem heb mogen nemen, op kantoor. Hij ging net als Tjalie op het juiste uur. Geen zomertijd heeft daar één seconde aan kunnen ver anderen. L.D. Met grote tegenzin heb ik de vorige maand weer alle klokken in huis een uur verzet. De zon gaat er vanwege dat z.g. "gewonnen" uur geen seconde langer van schijnen en omdat hij in Nederland uiteraard bijna nooit zo vroeg te zien is, maakt het verder niets uit. Het proces van vroeger licht, later donker voltrekt zich zonder onze klokken ook wel. Wat niet vanzelf gebeurt is, dat de westerse langslaper uit zichzelf de behoefte voelt om wat meer met de dag te doen. En daarom goochelen we wat met zomertijd en wintertijd. Voor alles is een tijd vast gelegd, zelfs in deze op hol geslagen wereld, waar de vreselijkste dingen "plot seling" schijnen te kunnen gebeuren. Er gebeurt teveel, onze uren zijn overvoerd met het nieuws waarmee kranten, tv, radio ons volstouwen. We moeten alles weten, over alles nadenken, meepraten, actie voeren, onze godganse dag is eigenlijk gevuld met andermans zaken die ons niets aangaan, waaraan we weinig kunnen doen. Want gebeuren zal alles toch, op het juiste uur, zomertijd of win tertijd. 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 2