w
KIMM Indische spekkoek
BIBIK DINGKLIK
f#1"
al het leed van de beroofde vader in
zich houdt: het roosje zo schoon valt
spoedig af en op het graf van deze
kleine bloemenliefhebber worden ook
bloempjes gestrooid. Van de tien kin
deren uit dit gelukkige gezin zijn er
dan nog vier, wie het vergund zal zijn
de volwassen leeftijd te bereiken. Daar
is Johanna van Soest, wie het liedje
werd gewijd:
Moeder vlocht eens voor haar Jansje
een heel lief malatiekransje
Dat zij om het kopje wond
Zij zal later de vrouw worden van de
schilder Leendert Springer, zoon van
de beroemde Cornelis Springer, wiens
schilderijen nu voor gigantische som
men worden geveild! Hij schilderde
haar portret en dat van zijn schoon
vader Johannes van Soest. Toen mijn
vader als jongen van zestien jaar in
Holland was, zag hij zijn tante Springer
in de donkere bedstee liggen, terwijl
het buiten volop zomer was. Hij be
dacht zich niet lang. Hij tilde haar in
zijn sterke jonge armen en bracht haar
naar buiten in de milde zomerzon.
De dood van het broertje liet een ge
dichtje ontstaan, dat mij veel troost
schonk toen mijn broer Jan in 1963
overleed.
"Want kindren ach! 't is Jantjes graf
Mijn broertje dekt die steen
Hij stierf, pas zeven jaren oud
En liet zijn zusje alleen
De andere Jan was geen zeven, maar
zeventig jaar en toch was het verdriet
er niet minder om. Het zusje vraagt of
Jantje niet meer van haar houdt
haar mooiste speelgoed zou ze offeren
als ze hem er door terug kreeg. Dan
bedenkt ze bitter dat een afgevallen
bloem nooit terug kan komen op zijn
steel.
Maar hoe, kruipt daar geen fraaie rups
al zoekend langs den grond?
O, 't is of Onze Lieve Heer
Tot troost mij 't diertje zond
Want 't beestje zoekt een plaatsjen op
En maakt zichzelf een graf
Doch 't leeft ras als een vlinder weer
En werpt zijn grafkleed af.
Ook zo herleeft mijn broertje
eens weer
Slechts 't ligchaam blijft in 't stof
Maar 't zieltje, dat niet sterven kon
Klimt op naar 't Hemelhof I
Daar leeft het bij den goeden God
Bevrijd van ziekte en pijn
Rust zacht dan Jantje Ook 't zusje
hoopt
Daar eens bij u te zijn.
In zijn gedichten voor volwassenen uit
1857 wijdt Johannes van Soest een
vers aan zijn echtgenote, waarin hij
o.a. zegt dat hij haar vaak in ziekte
of smart aan zijn sponde zag of aan
zijn hart. "Gansche dagen, gansche
nachten, zat ze voor mijn bed te
wachten, tot mijn lijden werd verligt -
en dan klaarde haar gezigt". "Geef
haar in haar werkkring kracht" bidt
hij en dit is weer een van die pun
ten, waar men bij familie-onderzoek
nieuwsgierig wordt. Als een detective
zoekt men hiaten op te vullen. Had het
iets met liefdadig werk te maken? "Dat
uw hulp 't leed verzacht 'tgeen zij
soms mogt ondervinden bij 't herden
ken van haar vrinden." En die twee
namen, die zo afwijken van de traditie?
De jong gestorven Henri - is die franse
naam een eerbetoon aan een vroeger
frans verleden? Die naam Abraham,
toen de eerste drager ervan stierf,
opnieuw gegeven aan een later ge
boren jongen. "Oom Bram" het zeg
gen alleen van die naam deed mijn
vader in schaterlachen uitbarsten en
hij haalde voorbeelden aan van Oom
Bram's gevoel voor humor. Zo was er
te Banjoemas een heer, die met zijn
linkerbeen sleepte. Bram rustte niet,
of hij vond een ander, die aan het
rèchterbeen dit euvel had. Daarna liet
hij ze gelijktijdig hun entree maken in
de soos I
De traditionele èn de bijbelse naam
werden gegeven aan mijn grootvader,
de latere administrateur van Kali Bagor
(voordien ambtenaar BB) Jan Willem
Abraham van Soest en mijn broer, zijn
kleinzoon, kreeg ze opnieuw. Waarom
kreeg het allerjongste zoontje, dat la
ter notaris te Bandoeng zou worden,
de namen Thomas Benjamin? Moest
dat Thomas mijn intens gelovige over
grootvader eraan herinneren, dat ook
twijfel de christen vaak besluipt?
Toen de "Oost-Indische Bloempjes"
in 1846 het licht zagen, was hij aan het
eind van zijn krachten. Velen dachten
dat hij het zou afleggen. Maar hij her
stelde. Zijn werk viel hem echter bui
tengewoon zwaar en vrienden raadden
hem, het onderwijs in Indië de rug toe
te keren en met spoed terug te keren
naar Europa. Hij was toen 39 jaar oud
en zijn loopbaan had elf jaar geduurd,
maar in dit geval mogen wij de In
dische jaren gerust dubbel tellen tot
22. Een advies was echter gemakke
lijker gegeven dan opgevolgd. Finan
cieel was zijn positie nog niet van dien
aard, dat hij aan zo'n terugkeer kon
denken. Heel welkom was dus het aan
bod van een rijk grootgrondbezitter
uit West-Java om zijn kinderen les te
komen geven. Johannes diende bij het
gouvernement een rekwest in met ver
zoek om een jaargeld. Na vrij lang
wachten werd hem een goed pensioen
toegekend.
In 1847 werd het dus: Opnieuw ven
dutie houden, afscheid nemen van alle
vrienden en bekenden te Batavia en...
van de zes kleine graven op Tanah-
Abang. Het verslag dat Johannes op
rijm stelde van die reis naar Tanger
Agong is ook in proza omgezet de
moeite van het lezen waard. Hoe gre
tig nam hij alles in zich op en hoe
gretig maakte hij zijn lezers deelgenoot
van wat hem op die reis boeide en
verrukte (wordt vervolgd)
VOOR DE "VERGETEN"
EX-KNIL-ERS IN INDONESIË
Ontvangen in april 1982
f 250,-
Giro
1/4 J. P. v. Rooy
Weert
Mw. W. A. de Rozario-
v.d. Eb 100,-
Vorden
13/4 R. J. Jenny 300,-
Den Haag
16/4 E. Intveld 1.500,-
Heemstede
Mw. A. H. N. v. Marle 100,-
Den Haag
H. H. v.d. Heuvel 34,-
Den Haag
21/4 Mw. G. Zaalberg-Piso f 200,-
Delfzijl
27/4 K. Boorsma f 100,-
Oegstgeest
2.584,—
Kas
J. R. Sprey de Jong 1.000,-
Voorschoten
Totaal f 3.584,-
Voor uw medeleven hartelijk dank
Stort f 18,op giro 158225 en
U ontvangt een spekkoek van
ca. 500 gram, in speciale ver
pakking, franco thuis.
"KIMM", Joh. Verhulststraat 98
Amsterdam-Z. Tel. 020 - 72 84 61
De rayaps liggen dood voor de
singkong trommel.
Ik moet hoognodig een nieuw
huis hebben
8