Jaren die dubbel telden BOEKBESPREKING KREOOLSE STUDIËN (III) Zaterdag 6 november 1982 "PASAR SENANG" (25 jaar) Politieke herinneringen door J. de Kadt. De naam van de schrijver wekt een vage herinnering; zo van "een progressieve journalist, kenner en vroeger sympathisant van Moskou". Als we aan het boek beginnen, boeit het van de eerste bladzij - aankomst van de schrijver in Tandjong Priok op Koninginnedag 1940 - tot de laatste, landing, terug op Schiphol, vlak vóór de conferentie op de Hoge Veluwe, voorjaar 1946. Zo'n dikke 5 jaar heeft De Kadt dus op Java doorgebracht en als we zijn politieke beschouwingen, be levenissen en herinneringen uit die dubbel tellende tropenperiode lezen is het duidelijk dat dit alles hem niet in de koude kleren is gaan zitten. Er zijn over de oorlog '41-'45 in Zuid Oost Azië kasten vol boeken geschreven waarvan vele met een speciale "close focus" op Ned.-lndië. Goede en vaak ook minder goede boeken met persoonlijke herinneringen en visies op de krijgsgevangentijd, het interneringsleed en bezettings kommer en kwel I Het is allemaal al weer zo'n 40 jaar geleden en een werkelijk duidelijk beeld van het "hoe 't gegaan is" en vooral het waarom moet waaschijnlijk wachten op het verlossende deel ter zake van de hand van prof. de Jong I Zo zijn de ervaringen van De Kadt in het maatschappelijk complexe Indië van 1940 de moeite van het lezen uitermate waard. Direct na aankomst stempelen zijn progressieve signatuur en zijn links verleden hem bij het gou vernement tot ongewenste vreemde ling en hij belandt dan ook snel via de PID in de Struiswijckgevangenis, waar hij overigens de ruimte heeft en het eten goed is. Hij komt via connecties (Polak, Koets gauw weer vrij en krijgt het etiket: "niet toegelaten, wel binnengelaten", hetgeen wijst op po litieke onbetrouwbaarheid en vermin derde bewegingsvrijheid. Toch wordt hij wel straks - burgerdienstplichtig - als censor van de Bandoengse tele foongesprekken ingedeeld. Na zijn vrijlating uit Struiswijck maakt hij met open ogen en oren kennis met de veel kleurige Indische samenleving. Het merendeel van zijn directe relaties be staat overigens hoofdzakelijk uit Hol landse import figuren. In duidelijk, helder en vooral leesbaar proza, geeft De Kadt een beeld van zijn reilen en zeilen en wij komen bijna op iedere bladzij bekende namen te gen. Zo noemen wij o.a. Koch en Wal raven, Koets en Ritman, Belonje en Sluimers, Wertheim en Greshoff, Nieu- wenhuys, Han Levelt, Piet Kerstens en Bep Vuyk. Laten we ook vooral de ontmoeting met de - dan kapitein - Spoor niet vergeten, waarvan De Kadt zegt: "Spoor beschikt over een gees telijke lenigheid, die men zelden bij militairen aantreft." Hij ligt wel voort durend met Spoor in de clinch I Als hij veel later Dr. Drees vraagt, waarom hij speciaal Spoor benoemd heeft tot legercommandant, krijgt hij het veel zeggende antwoord: "Spoor is de enige, die over intelligentie beschikt". Natuurlijk geeft De Kadt ook zijn oor deel over Indonesische nationalisten; voor Sukarno geen goed woord, voor Hatta heeft hij respect, maar Sjahrir is zijn man en er is zelfs sprake van een zekere vriendschap tussen hen. Ook voor Suwarsih, de Sundanese schrijfster heeft hij duidelijk sympa thie. Hier en daar doet De Kadt duidelijke uitspraken, bv. over Roosevelt, die hij niet erg hoog aanslaat vooral om zijn totaal gebrek aan kennis over Rusland waarbij hij ook nog weigert naar des kundigen te luisteren. De slag in de Java zee - vindt hij - had nooit gestreden moeten worden... Verder zijn daar de iedere keer weer gemiste kansen van de Hollandse re geerders in hun beoordelingen van de relaties met de jonge "republik Indo nesia". Zo zijn er nog meer kantteke ningen, die het lezen alleszins de moeite waard maken. Ook over de Indo-Europese groep zegt hij het zijne, 't Is wel een samenvatting van de op vattingen, die hij hoort in de kringen van de import Nederlanders, die voorshands in Ned-lndië nog de dienst uit maken. Zijn zegje komt op het volgende neer: De Indo's worden als groep door de gemiddelde Nederlan der beschouwd als een minderwaardig mensenslag dat men als het de omgang betreft het liefst uit de salons weert en waar men alleen contacten mee heeft als de Indische jongen of op geklommen is tot een hoge functie, of erg rijk is; de Indische meisjes of dames, kunnen er nog sexuele aan trekkelijkheden aan toe voegen. Wij laten deze "sociologische" uit spraak van De Kadt, voor wat zij is. Hij geeft inderdaad weer, hoe men (toen?) in bepaalde importkringen blijkbaar over de Indische groep dacht, ledereen, die echter de jaren '41 - '45 in historisch perspectief bestudeert of er belangstellend over lezen wil, kan uit dit boek van De Kadt een duidelijk stuk beeldverruiming halen over onze laatste formele jaren in Nederlandsch- Indië. AvL. Prijs: f 28,90 porto 4,25 Onder deze titel, die ik aan Hugo Schuchardt's werk ontleende (onze voornaamste bron voor kreools-portu- gese teksten in Oost-Azië) verschenen in Moesson van 1 dec. en Kerst 1979 twee opstelletjes waarin ik probeerde zulke vergeten en maar half begrijpe lijke teksten hun functie van lied of straatroep terug te geven. Ik dacht: eind vorige eeuw in de oude beneden stad van Batavia, dat is eigenlijk (ruim opgevat) 'nog pas gisteren' en, als je deze dingen met je eigen oren horen kunt (en niet alleen maar in je stoffige boeken moeizaam zitten uitpluizen), dan vallen barrières van taal en tijd voor een groot deel weg en daar moet de bevattelijkheid wèl bij varen. Het betreft dagelijkse dingen die door de eeuwen heen dezelfde blijven: een kind ter ruste leggen, een kameraadje uitjouwen, de roep van een koopman imiteren, enz. Als je de levende situa tie kent, gaan de teksten voor je spre ken, zoals de stenen in Egypte weleer. Yan kagaléti, trés pédra kénti I Jan melkschijter, drie hete stenen Kaga - kakken, léti - melk, pédra - steen, kénti - heet. De hete stenen zullen wel ter verlich ting van pijn en kramp op de buik van de patiënt moeten worden gelegd. Die rubberen kruiken hadden ze toen nog niet. In bouw komt dit rijmpje overeen met de kreten waarmee wij vroeger op straat onze vriendjes (of vijanden voor het ogenblik) plachten uit te jouwen (jota kan): Jan kepala macan, buntut ayam Wim nasi tim, met een kikkertje erin I Eerst de naam van die knaap met een beledigende kwalificatie, dan een uit breiding van het thema (die kortheids halve soms achterwege bleef). F. v.d. BOSCH in de PRINSENHOF, Eykmanlaan 431, Utrecht. TOEGANG GRATIS. Open v.a. 11.00 u. tot 23.00 u. Speciale attraktie optreden v.d. "MINAHASSA-GROEP". Ouderwets gezellig en natuurlijk weer lekker eten. Voor inlichtingen 030 - 51 55 66. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 3