Het Licht dat verdweenen weer terugkwam
een Administrateur
DE INDISCHE PENSIOENBOND (I.P.B.)
zoekt voor zijn kantoor, Antonie Duyckstraat 119,
2582 TG 's-Gravenhage
Dit is eigenlijk geen echt Kerstverhaal, maar het is wel een verhaal over een
gebeurtenis die zich op Kerst-avond afspeelde.
Ik heb het overigens maar van horen zeggen, hoor.
Ik was toen nog student en in de kost
bij een fam. Frans (niet de echte naam)
aan de Defensielaan van de Bos in het
toenmalige Batavia.
De held van dit verhaal woonde in
Gang Adjudant, niet zo heel ver daar
vandaan. Hij heette - als ik mij niet
vergis (het is al zo lang geleden) Leon
en was Elsasser van geboorte. Maar
iedereen kende hem als "Ursus". Hij
noemde zich zelf overigens ook zo.
Die naam had hij meegebracht uit zijn
geboortedorp, als herinnering aan een
heldendaad die hij daar verricht had.
Ik zal hem dus verder ook maar Ursus
noemen.
Ursus dan had toen hij zo ongeveer
15 of 16 jaar oud was een nijdige
stier die achter een paar kleine kinde
ren aanzat, helemaal alleen tegenge
houden door het dier bij de horens te
grijpen en tot stilstand te dwingen. En
hij had de stier in die stieren-houd
greep gehouden totdat andere boeren
jongens en de eigenaar waren komen
aandraven en het dier tot kalmte ge
bracht en met zich meegenomen had
den. De pastoor van het dorp had hem
een "Held" genoemd, maar de domi
nee, die blijkbaar "Quo Vadis" gele
zen had noemde hem voortaan 'Ursus'
(U zult zich die sterke man, die in de
arena met alleen zijn handen een stier
bedwong en doodde nog zeker wel
herinneren?) Vanaf die tijd noemde
men in het dorp algemeen de knaap
Leon 'Ursus'. Tenslotte wist hij zelf
haast niet beter of hij heette werkelijk
Ursus.
Tijdens de eerste wereldoorlog moest
Ursus ook opkomen in militaire dienst
en tijdens een gevecht van man tegen
man had hij met de kolf van een ge
weer een verschrikkelijke klap op zijn
hoofd gekregen, waardoor hij voor lijk
bleef liggen. Toen ze hem later von
den, bleek hij gelukkig niet dood te zijn
en werd naar een hospitaal ver achter
het front gebracht. En daar verpleegd
totdat hij weer op zijn benen kon
staan. Maar meer dan staan kon hij
niet. Want hij was blind.
Oersterk nog, maar blind.
Op de een of andere manier kwam hij
door de hulp van een arts van het
lazaret in Nederland en bij een ver
familielid aldaar terecht. Daar men
toen in Holland nog niet verzorgd werd
van "de wieg tot het graf", werd hij
daar blijkbaar te veel en door hulp van
familie via familie wist men hem ten
slotte naar "Indië" te verschepen. Hoe
het toen allemaal precies gegaan is,
weet ik niet meer, maar hij trouwde
met een dochter van het land en kwam
uiteindelijk te wonen in een huisje aan
Gang Adjudant. Hij kreeg een kleine
onderstand van de Duitse regering als
invalide oud-strijder (Elsas Lotharingen
was toen de oorlog uitbrak nog Duits
gebied) en zijn vrouw hield in de
kleine voorgalerij een warong, die
heel goed liep.
Enfin het gezin kon redelijk bestaan en
Ursus had ook zo zijn bezigheden, in
de vorm van gewichtheffen in het ach
tertuintje en verder het vertellen van
zwaarmoedige verhalen over zijn va
derland en over de oorlog.
Zoals ik al gezegd heb, had de warong
een goede clandisie. Vooral bezocht
door jonge jongens, zelfs door diege
nen die thuis een "rijke" tafel hadden,
maar desondanks in de warong kwa
men snoepen. Waar het eten werkelijk
ook goed was en de bediening even
eens goed en vrolijk. Ursus liet zich
zelden zien. Hij speelde met zijn zoon
tje, of lag op een divan in de binnen-
galerij te mijmeren over zijn leven toen
hij nog zien kon.
Maar op Kerstavond gebeurde er iets.
Ik was er zelf niet bij, want ik was met
kerstvakantie naar mijn ouders in Se-
marang. Maar het moet wel waar zijn.
Want het resultaat heb ik zelf wel de
gelijk gezien.
Het was al laat en de meisjes (doch
ters uit het eerste huwelijk van zijn
vrouw) waren bezig te sluiten, toen er
opeens een drietal jongelieden binnen
kwam, die wij nu "slebor" zouden
noemen, dat wil zeggen, dat ze meer
dan een glaasje teveel op hadden. Ze
maakten een hoop spektakel en eisten
nog iets te drinken en te eten. Toen
ze bediend werden smeten ze het eten
naar buiten en de koffie over de grond.
En grepen de meisjes. Die trachtten
zich eerst met een grapje van hun be
lagers te ontdoen, maar toen ze be
grepen dat het "menens" ging worden
werden ze doodsbang en gilden om
hun moeder. Die haastig aan kwam
rennen, maar weinig kon doen en zelf
ook nog de kans liep door het dronken
stel gemolesteerd te worden. Toen
riep ze om Ursus (die al lang was
gaan slapen). Door het lawaai wist hij
niet precies wat er aan de gang was.
Toen hij echter zijn dochters in doods
angst hoorde gillen, was hij meteen
klaarwakker, en kwam naar buiten slof
fen.
Nu dat vonden de "slebor-klanten" he
lemaal een goede mop. Die blinde ou
de man daar konden ze de vloer mee
dweilen. Maar hij gaf de meest nabij-
zijnde knaap toch wel een wat harde
duw, al roepende "hinaus, hinaus!"
Die duw nam de dronkelap niet en hij
gaf de oude man een fikse dreun te
gen het hoofd. Dat had hij niet moeten
doenWant opeens gebeurde er
iets in dat hoofd. Ursus besefte het
zelf niet eens op dat ogenblik. Maar
na die dreun kon hij ZIEN
En hij zag de drie zatte schooiers maar
al te goed. Toen was het meteen afge
lopen. Twee werden als oude goni-
zakken de trappen afgesmeten. De
derde die hem geslagen had en dus
het dichtste bij hem stond, kreeg een
oplawaai, die hem meteen lens sloeg.
Hij werd door de twee meisjes en hun
moeder aan de voeten het huis uitge
sleept, bonsde nog een paar keer met
zijn hoofd op de traptreden en be
landde in de slokan aan de weg.
Getuigen waren er genoeg, want zo
wat de hele buurt was op het lawaai
aan komen rennen. Het verhaal ging
de hele wijk langs en zo kwam ik het
later ook te horen.
Niet alleen het verhaal over de drie
dronken vlegels. Maar vooral het ver
haal over het Wonder in de Kerst
nacht. Ursus kon weer zien
Hoe dat mogelijk is geweest kan ik
niet verklaren. Misschien was er door
de eerste klap met de kolf van het
geweer ergens "kortsluiting" in de
oogzenuwen ontstaan. En was door de
tweede klap (van de beschonken
schooier) die kortsluiting opgeheven.
Wie zal het zeggen? Vermoedelijk
weet alleen het Kerstkind hoe het
Wonder mogelijk was. Het Wonder van
het Licht dat verdween. Een weer te
rug was gekomen. In de Kerstnacht
AGUS DARUCH
Werkzaamheden: dagelijkse leiding van de administratie, voorbereiden
en notuleren van vergaderingen, correspondentie.
Bij voorkeur een Indisch gepensioneerde met enige bekendheid met
Ind. pensioenregelingen.
Werkuren 09.00-15.00 uur - Honorering in overleg met het bestuur.
Sollicitaties te richten aan het bestuur I.P.B. aan bovengenoemd adres.
32