w De gouden koets van de Sunan van Solo GOJANG SAGIH Bij het lezen van het stuk van de heer Mollet in Moesson van 15 november j.l. zal menigeen zich afvragen wat er met deze gouden koets is gebeurd. Van de Sunan van Solo bestaat die in ieder geval nog steeds. Toen wij in februari 1982 in Solo wa ren, hebben wij - dankzij de bemoeie nissen van onze hospita, men moet er namelijk toestemming voor vragen om het wagenpark van de Sunan te mogen bekijken - deze gouden koets, de volg. wagens en een antieke automobiel ge zien. Ofschoon de tand des tijds ook hier behoorlijk had huisgehouden, ver zekerde men mij dat de wagens na een flinke onderhoudsbeurt zeker in staat waren weer dienst te doen. Ook het "goud" op de gouden koets zag er nog zeer acceptabel uit (zie foto 1). Zelfs de bekleding was nog vrij goed. Alleen het Nederlandse wa pen had men er netjes uitgeknipt en vervangen door een bloemmotief. Op verzoek van onze hospita heeft de opperstalmeester de trap ingeklapt, maar alvorens dit te doen ging hier een hele ceremonie aan vooraf. Ik heb dermate geboeid staan toekijken, dat ik helemaal vergat er een foto van te maken. Maarvoor ons - links van de trap zijn de anglo's met wierook nog te zien. Zelfs de hoeden had men nog be- REIZEN SPECIALIST OP HET VERRE OOSTEN Speciale tarieven voor verzorgde groepsreizen en individuele reizen voor familiebezoek. GRATIS VISUM VERZORGING Reikon Reizen - Bankrashof 102 Amstelveen - Tel. 020 - 45 00 34 waard (foto 3). De stang voor de paar den eindigde op een massief koperen duivelskop foto 4). Wat het meest mijn aandacht trok waren echter de wielen (foto 5). Waar al die spiezen en vlijm scherpe punten voor hebben gediend is mij niet duidelijk, maar dat ze er niet alleen voor de sier waren was zeker, want daar zagen ze er veel te venijnig voor uit. Al waren de wagens in staat nog dienst te doen, toch zou geen enkele koetsier op de bok willen zitten, verzekerde men mij. Geen enkele Indonesiër zal hoger willen zitten dan hun vorst. Van daar dat vroeger alleen Nederlanders hiervoor waren aangewezen. Ook de volgwagens zagen er nog vrij acceptabel uit, al kon men zien dat de aandacht meer naar de gouden koets uitging. Verder stond er nog een auto uit de beginjaren van de automobiel (foto 2). Kenners van antieke auto mobielen zullen bij het zien van deze foto misschien gaan watertanden. Van deze auto wist men mij te vertel len, dat een plaatselijke FIAT-dealer de Sunan had voorgesteld, deze auto te ruilen tegen tien splinternieuwe Fiat 127's - een in Nederland bekende au tomobiel maar de Sunan weigerde resoluut. P. A. ARENDS Op Celebes (Makassar en Malino) hoorde ik vaak dit 4-regelige rijmpje zingen: Gojang sagih, Sagih sagójang, gójang padanih. Bapak mati moesti minoem klappa olie, Mama mati moesti poelang Poeloe Toli. De laatste twee regels zijn mij duidelijk en het is grappig te zien (horen) dat er nog een half Nederlands woord in zit. Maar de eerste twee regels zijn mij niet duidelijk, alhoewel ik het woord "gojang" wel versta, nl. wiebe len, zwaaien. (Foto's: P. A. Arends) Voor mijn manuscript over mijn vaar- tijd in de tropen, zou ik erg graag de vertaling van dit versje hebben. Wie helpt Kapt. L. LINDEBOOM M.S. Anita Smits p/a red. Moesson 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 15