DOE HET NIET!
HERINNERINGEN VAN EEN R(IX)
De aloon-aloon in Yogya, op de achtergrond de kraton met ervoor twee waringins, de een
de vorst, de ander het volk symboliserend.
door Hélène Weski
Yogyakarta.
Ik nam hem apart, de Kort, en vroeg of hij zich wilde kleden voor het diner bij
de prins.
"Ik ben altijd gekleed," snauwde hij. Ik trachtte hem iets van het begrip "adat"
bij te brengen: de Indonesiër baadt en kleedt zich zorgvuldig vóór hij zich bij
zijn gastheer aan het eten zet, dat niet te doen wordt als een belediging aan
diens adres beschouwd. Heeft hij geen nieuwe, of tenminste schone kleren, dan
gaat hij niet.
"Ik doe elke paar dagen een schoon overhemd aan."
"Hier in de tropenzeurde ik verder. Een jasje hoefde echt niet, ook geen
das, wél een bad en dan een fris, schoon overhemd.
"U laat u opstoken door dat zootje. Ik ga niet mee, ik eet wel in 't hotel."
Maar op de avond zelf verscheen hij een half uur te vroeg beneden, onherken
baar keurig in het pak gestoken, mét jas en das en oorverdovend geurend naar
after shave. "Uitsluitend voor U," verklaarde hij. Er schoot een brok in m'n keel
en ik bood hem een drankje aan in de bar.
Onwennig hingen we op de krukjes,
die recalcitrante eenzame man en ik,
maar na de eerste whisky begon hij te
spreken. Over zijn broer, de "inze-
nieur", die altijd voorgetrokken was
thuis. Die alles mocht omdat hij toe
vallig hersens had en er goed uitzag.
Wie zei dat hij geen hersens had?
Toch ook nooit blijven zitten? Maar de
broer mocht naar de HBS en daarna
naar Delft. En U meneer de Kort?
Landbouwer mevrouw, de polder in.
Ik begon iets te begrijpen van zijn
houding, een soort van wraakneming
op de maatschappij, die hem zo ver
keerd beoordeelde. Meneer de inze-
nieur ging naar Indië, vertelde hij, reu-
zebaan, maar geld sturen ho maar, ze
konden in Holland verrekken. Toen de
Jappen kwamen, was hij druk doende
B.P.M. installaties te vernielen.
"En daarna? Wat gebeurde er met
hem?"
Hij maakte een gebaar met de zijkant
van de vlakke hand langs de keel en
riep triomfantelijk: "En nu krijgt U een
drankje van mij. Hédaar jongen: whis
ky
Langzamerhand kwamen ook de ande
ren naar beneden. De dames gehuld in
hun nieuw verworven batik-robes. Me
vrouw Rook als een frivole, overmaat
se worstelaar in lila-grijs, verticaal
doorkliefd door een zwaar parang-
roesak dessin, mevrouw Last was ge
huld in geelbruine kriebels, waarbij de
kepala van de kain als een speelse
plisseewaaier aan haar navel leek te
ontspruiten, mevrouw Klepper ver
scheen in een soort veredelde nacht
pon met een groen oedjan-iris (zachte-
regen) motief. "Zijn we niet bééldig?"
kraaide ze tegen meneer Oud, die met
bezittersblik om haar heen draaide. Op
dat ogenblik hoorde ik een raar ge
luid. Het kwam uit de Kort, die geen
drank gewend was en die hartgrondig
stond over te geven op de glimmende
vloer van de lobby. De groep spatte
uiteen, lelijke woordjes roepend en hij
stond daar weerloos, onsmakelijk en
oneindig eenzaam in zijn zondagse
plunje.
Ik bracht hem naar boven, klopte wat
op zijn warme rug met donkere vocht
vlekken, en wenste hem het beste.
De eeuwige verliezer.
De batikpatronen op de japonnen van
de dames mochten vroeger uitsluitend
gebruikt worden in de kratons van
Soerakarta en Yogyakarta (ieder had
zijn eigen patronen) en waren strikt
beperkt tot de hofkleding. Aan deze
hoven bestond een strenge hiërarchie,
die tot uitdrukking kwam in de kleding,
maar sinds er een eind is gekomen
aan de politieke macht van de Javaan
se vorsten, mogen de batikpatronen
door iedereen gedragen worden. Be
treurenswaardige gelijkschakeling, ver
lies aan cultuur, ook hier.
Het verval was duidelijk te zien tijdens
ons bezoek aan de Kraton. Deze is
gebouwd kort na de instelling van het
sultanaat in 1755. Nog steeds zijn het
indrukwekkende gebouwen, vooral de
grote pendopo, gesteund door rijk ver
sierde en vergulde pilaren. Familie
leden van de vorst, de pradjoerits
(1000 man paleiswacht), kunstenaars
en handwerkslieden, allen woonden
binnen de kratonmuren. De sultan had
zijn eigen goud- en zilversmeden, wa
jangsnijders, zwaardmakers, beeld
houwers, batikkers en niet te ver
geten gamelanspelers. De kratons
hebben altijd een belangrijke rol ge
speeld als centra van kunst en cultuur.
Vroeger bezat de sultan zelfs een ei
gen Europees orkest, waarvoor in 1924
de schilder-musicus Walter Spies als
dirigent werd aangetrokken. In totaal
15.000 mensen, die allen ten laste
kwamen van de vorst. Al zijn het er
nu nog maar 4000, ook dat is een for
midabel aantal. De toelagen, die het
Indische gouvernement vroeger ver
strekte, zijn vervallen, men moet nu
maar zien waar het geld vandaan komt.
De kraton werd opengesteld voor be
zoek en de hooggeboren familieleden
voelen zich niet te voornaam om als
rondleider dienst te doen. Het deed
pijn zo een oude aristocraat in onbe
rispelijke hofkledij een blanke slungel
te zien rondleiden, die in shorts en
singlet, met blote voeten in plastic
sloffen onbekommerd tradities liep
stuk te trappen. Geen wonder ook dat
familie van de sultan tracht bij te ver-
18