poirrié O MENING EN KRITIEK ALS DAT ZO IS DAN "Ik ben een geboren en getogen Soe- rabaiaan, en wil een aantal recente foto's van mijn ouwe geboorteplaats in uw blad geplaatst hebben. U doet er mij, en ik denk een groot aantal van mijn leeftijd- en plaatsgenoten een heel groot plezier mee. Niets dan lof en goeds over ons blad "MOESSON". Maar ik wil toch wat gezonde en opbouwende kritiek aan U kwijt. Ik vind dat U te veel schrijft en beelden laat zien van het verleden en verre verleden. Op zichzelf is dat na tuurlijk heel goed. Want ik vind dat wij, en zeker ook onze nakomelingen moe ten weten wat onze oorsprong en af komst is. Velen van ons vertellen nu nog vol trots, dat hun vader of groot vader van Franse, Duitse of Portugese afkomst is. Maar dat hun moeder van Javaanse, Molukse of Madoereese af komst is, daar praat men liever niet over. Wilt U dan ook wat meer over de periode van direkt na de oorlog tot en met heden publiceren? Ik ben zelf 49 jaar en ik denk dat vele van mijn leef tijdgenoten uw redactie hiervoor heel dankbaar zullen zijn. Hierbij, een foto van mijn vrouw en ik op de "Borobudur" gemaakt in 1981. Deze foto lijkt mij een mooie voor de voorplaat van ons blad. Het was voor mij een weerzien na 32 jaar en voor mijn vrouw na 27 jaar. Het juiste ver haal bij deze foto en de Borobudur ken en weet ik helaas niet. Ik kom van dat land en ik weet er jammer genoeg niet veel van. Misschien weet de redactie van uw blad een leuk en passend verhaal hierbij te schrijven. Even de Buddha proberen aan te raken, dat brengt gelukElke toerist (zelfs Prinses Juliana en Prins Bernhard), kan wel wat geluk gebruiken, daarom is die ene stoepa op de bovenste gaanderij van de Borobu dur een van de grootste toeristische attrac ties geworden van een Indonesië-reis. Daarom niet als voorplaat van Moesson, logisch toch Surabaya is voor mij na 32 jaar niet veel veranderd. Het is nog even warm en gezellig. Maar veel wat je achter liet vindt je uiteraard nu niet meer terug. Wij hebben er drie weken ge noten van de sfeer, het eten, de ouwe plekjes en de vriendelijke en gastvrije mensen. Maar de tijd is ook in Surabaya niet stil blijven staan. En als je met de in stelling erheen gaat; "ik moet mij aan passen aan de tegenwoordige tijd" en niet andersom, dan is een weerzien met de Krokodillenstad echt de moeite en het geld waard." R, E. FERDINANDUS In het Soerabaja-nummer van oktober '79 is onze Krokodillenstad danig in het zonnetje gezet. Veertig pagina's foto's en verhalen over Oud en Nieuw Soerabaja. Bijdragen van Soerabaja- nen van alle leeftijden. Voor opbouwende kritiek kunnen we alleen dankbaar zijn, maar dan moet die wel gefundeerd zijn op ware ge breken. Neemt U lukraak een Moesson en bekijk de artikelen kritisch. Dan zult U merken dat Verleden, Heden en Tijdloos gelijke aandacht krijgen. Zon der aandacht te schenken aan onze historie, aan de wetenschap van land, volk, natuur waar wij uit voortgekomen zijn, doen wij afbreuk aan het motto dat Tjalie Robinson zijn werk gaf "zoekt op basis van de nuttige erva ringen Kunt U mij een nummer van Tong- Tong of Moesson aanwijzen waarin uit sluitend over tempo doeloe werd ge schreven? Het ongegronde verwijt, een dooddoener trouwens van iedereen die Moesson niet goed of niet wil lezen: het is een heimweeblad of: het is een tempo doeloeblad. Denigre rende nonsens I Verder: in Moesson mag iedereen schrijven die wat te vertellen heeft over zijn leven of over een interesse die hij graag met een ander wil delen. De leeftijd van hen die in Moesson publiceren varieert van 22 tot 92 jaar. Als er 40-jarigen zijn die wat te ver tellen hebben over de na-oorlogse pe riode, U bent welkom. Als U niets te vertellen hebt staat er ook niets, zo simpel is dat. Zelf Soerabajaan zou ik in mijn eentje een heel blad kunnen volbabbelen over de jaren 1940-1950, maar dan zie ik de Bandoengers of Semaran- gers al kijken I Ik probeer daarom de inhoud zo gevarieerd mogelijk te hou den. Indonesisch nieuws, een stukje historie, een beetje mystiek, persoon lijke herinneringen, reisverhalen. Nooit is afkomst in ons blad verbloemd ge weest, integendeel, de Javaanse, Soen- danese, Madoerese tjangs zijn altijd genoemd, ze zijn niet te tellen, echt waar. En het noemen van een Franse, Duitse of Portugese voorvader is be slist niet met meer trots gebeurd. hendek jam VAN GE.MEHZJÜWFH GRAAF VAM HALL EN ÖQSTERHUyZ£M "Weet ik veel, misschien wel een middel eeuwse ijshockey-doelverdediger Dat we niet genoeg over "vroeger" kunnen vertellen bewijst U met de op merking dat U jammer genoeg niet veel van eigen land weet. Dan is het toch goed dat wij daarover schrijven? Beslist waar is: uw leeftijdgenoten en redactie Moesson zullen U dankbaar zijn als U in de pen klimt en meehelpt aan nog grotere leesbaarheid van het blad. Uw foto plaats ik hierbij. Als voorplaat kan niet, want dan zou ik boze brieven krijgen van de andere 23 inzend(st)ers van precies dezelfde foto. Naar Indo nesië zijn in de afgelopen tien jaar meer dan 8 miljoen toeristen geweest en ik geloof dat de Buddha die in de stoepa zit, 8 miljoen handen rakelings langs zijn neus heeft voelen strijken. Vindt U dit verhaal leuk genoeg Inderdaad de tijd is ook in Soerabaja niet stil blijven staan, nergens in Indo nesië. Zij die teruggingen hebben daar rekening mee gehouden. Als U de reisverhalen er nog eens op naleest dan treft U vele gelijkgezinden aan. En is dat niet even belangrijk als het tegenkomen van leeftijdgenoten Kritiek Graag. Maar dan wel eerst goed lezen. LILIAN DUCELLE 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 7