Op hetzelfde jubileum een tableau vivant waarbij de dames de diverse afdelingen van het Departement uitbeeldden. In levende lijve
en in kleur ongetwijfeld heel duidelijk herkenbaar, op deze enigszins vergeelde foto vaag. Staande v.l.n.r Afdeling Vruchtenteelt
Statistiek, Visserij, Burg. Veeartsenijkundige Dienst (haan?), Landbouw (mais), Plantenziekten (kever! Dames wie wil een plantenziekte
voorstellen?) De zwarte vlek met het lieve gezichtje stelt een vlinder voor, maar waar staat de vlinder voor De witte orchidee is de
Plantentuin, de inktpot (uiterst rechts) met potlood, afdeling Secretarie, knielend op de voorgrond Djatibedrijf en Rubberfonds (mevrouw
J. J. van Duiken). Lief hoor, allemaal
iedere Bogoriaan, geloof rk, zijn of
haar initialen in heeft gekrast. Vooral
met hartjes en pijlen, weet je wel
Ook de Landbouwschool lag aan Tji-
keumeuh, directeur in mijn tijd was de
heer Canter Visscher. Op het sport
terrein van die school werden ook
matches gehouden van onze korfbal
club, die als "thuis" terreinen het
Kedoeng Halang veld had.
Richting centrum van Bogor lagen in
een klein zijstraatje de Christelijke
Lagere School en de particuliere Den
ker School. Hoofdonderwijzer was
meneer de Vries. De zesde klas had
meneer van Houten en vijfde klas juf
frouw Dütz
Verderop lag het kerkhof. Op het veld
ernaast gingen wij meisjes vaak non-
tonnen na school als een paar jongens
weer een robbertje gingen vechten
(meestal om meisjes I).
Dan de bekende Djembatan Merah,
Rode Brug, met z'n winkeltjes. Niet te
vergeten de Japanse toko waar de
meeste scholieren al hun schriften,
stiefjes, potloden en zo kochten. De
eigenaar van deze toko kwam ik in de
bezettingsjaren nog eens tegen als
belangrijk hoofdofficier in het Japanse
Leger. Hij herkende mij zelfs en dat
heeft me heel wat onaangenaamheden
bespaard. Ik was n.l. bezig met de on
geoorloofde praktijk van sigaretten en
snoep aan krijgsgevangenen geven,
als ze op weg waren naar e.o.a. werk
plaats. Ik verstopte me achter een
hoge pagger en terwijl ik daar dacht
veilig te zitten, in afwachting van de
krijgsgevangenen, hoorde ik ineens
zware voetstappen achter me. Jawel,
daar stond onze toko-Jap in vol ornaat.
Ik herkende hem onmiddellijk en zei
beleefd "tabe toewan". Hij vroeg n.b.
nog hoe mijn ouders het maakten.
Waarop ik toch niet zonder hatelijk
heid antwoordde dat mijn vader inmid
dels achter het gedek zat. Hij was
nog sorry ook en zond me weg. Dat
was wel op het nippertje.
Om op de Djembatan Merah terug te
komen. Daar lag ook het "Ushuis". De
es lilin kwam toen in de mode met alle
smaakjes die je je maar bedenken
kon. Zakcentjes werden vaak in es
lilin omgezet.
Naar een kant van de brug heette de
weg Panaragan. Hier lagen mooie
grote oud-Indische huizen. Mijn moe
der weet me te vertellen dat zij als
kind daar ergens in de kost was (ou
ders op onderneming).
Naar de andere kant kwam men op
de Bantammerweg. Op de hoek van
deze weg en Pledang lag de gevange
nis. Pledang doet me denken aan de
fam. Iken, homeopathen, een begrip
dat toen nog erg nieuw en vreemd
was. Zoons Harry en Hans zaten in
onze vriendenclub.
Op de Bantammerweg lag de bekende
toko de Zon aan de rechterkant en
wat verderop de Landraad, en de Ka
tholieke Kerk met jongensschool. Naar
links kwam je bij het station en dan
verder in diezelfde straat bij de Pasar
Anjar, met de 2e Lagere School er
tegenover.
Een andere zijstraat van de Bantam
merweg was de Parkweg. De tandarts
van Eist woonde daar.
Laan van der Wijck was "de" plaats
om na regen en sterke wind kenaries
te gaan rapen. Van alle kanten zag je
dan kinderen aan komen rennen en
was het een race wie de meeste kon
vinden.
De sociëteit met tennisbanen en
Kunstkring werd druk bezocht door
alle leeftijden. De planters uit de om
liggende ondernemingen kwamen ge
regeld afzakken voor een borrel. En
eens in het jaar, als Buitenzorg het
Concours Hippique had, werd er in de
soos zelfs gegokt I Roulette Wij jon
geren mochten daar natuurlijk niet aan
mee doen. Never mind, een dansje
was wel zo leuk.
Aan de Grote Postweg lag de Protes
tantse Kerk (Ds. de Klerk), de Mulo
school, restaurant Rikkers, een boek
handel (naam vergeten), het Postkan
toor en op de hoek, op weg naar de
Chinese kamp, het Zoölogisch Mu
seum, waar het geraamte van een
grote walvis, het hoogtepunt was voor
scholieren. Tegenover het museum
een hele rij Chinese winkels, waarvan
Toko Hindia wel de bekendste. Van
hieruit leidde een nogal steile weg
(die "tandjakan ampang" heette) naar
beneden naar de Arabische kamp.
(Waarom zeiden we altijd "de" kamp
en niet "het" kamp?). Op die steile
weg gleden deeleman paardjes op
regenachtige dagen geregeld uit.
Doodeng als je dan zelf in zo'n sado
zat.
Onderaan de helling dus de Arabische
gemeenschap. Martabak werd hier
vaak gekocht. Dan weer helling op
naar Bondongan, waar o.a. de Veld
pees verder pagina 15)
13