Ontiegelijk
UW NAAM OOK?
INDISCHE MENSEN IN MOESSON
Het is jammer dat Moesson relatief
nog te weinig lezers uit Indië aantrekt.
Voor ons, mijn vrouw en mij, betekent
het ontvangen van Moesson een
VOLLE dag Indische zonneschijn Wij
wonen in het hart van U.S.A. Wij zien
sinds jaren geen mensen uit Indië.
Het blad is onze enige Indische
"vriend", die ons twee maal per maand
blijvend bezoekt.
Tevergeefs heb ik sinds het bestaan
van de Brug, Tong-Tong en nu Moes
son de namen gelezen van mijn hon
derden vrienden. Ik vraag me af wat
ze van hun Indische jeugd gemaakt
hebben Ik ben er zeker van dat velen
nog leven en een goede positie be
kleden. Maar waar zijn ze, de jongelui
van de vele middelbare scholen van
Batavia? Ik hoor en lees van de vele
geslaagde reünie's, die ze geregeld
houden. De meerderheid houdt van
koempoelans, maar zo vraag ik me af,
hebben ze echt geen behoefte aan het
enige Indische blad of verkiezen ze
na een leuke samenkomst in de grote
massa te verdwijnen tot er weer een
Pasar-Malam-dag komtEn dan zijn
ze weer vergeten dat ze Indo's zijn.
"Binnen-in" anders zijn, dat zijn ze
en dat weten ze ook. Misschien weten
ze niet hoe dat "anders zijn" - een
geweldige kwaliteit I - uit te dragen.
Anders zijn betekent persé niet: beter
zijn, maar "anders zijn en anders den
ken" kan resulteren in merkwaardige
prestaties, zoals verscheidene onder
ons al hebben aangetoond. We heb
ben een aparte Indische literatuur, ik
zelf produceer een Indische schilder
kunst en zo is er ruimte genoeg dit
"anders zijn" uit te dragen.
En dan is daar het prachtige stempel
van ons uiterlijk. En zoals vaak is op
gemerkt, zelfs de Totoks die in Indo
nesië (Indië) hebben geleefd, zien er
ergens ook anders uit. Je kan ze er
zo uitpikken. Het lijkt of het Indone
sische geestesleven ons uiterlijk heeft
geëtst, zoals een bewerkte plaat in een
zuur een prachtige ets produceert. Ik
kan het daarom (nog) niet begrijpen
waarom de lezerskring van Moesson
inkrimpt. Ik noem het diep tragisch en
het KAN anders Als er meer lezers
waren en meer lezers in de pen klom
men kon het blad wel tweemaal zo
gezond en dik zijn
Het is nog niet te laat, beste vrienden
en vriendinnen van Indië I
J. SCHLECHTER - Iowa - U.S.A.
Samen met nog vier andere gevallen
lag ik aan de monitor op de afdeling
"intensive care", na een hartinfarct.
Het kruintje van de donkerblonde zus
ster stak net boven de afscheiding uit,
zag ik. Was ze zo klein of zat ze in
gebogen houding te lezen, te schrij
ven of naar de monitoren te kijken?
Nu keek ik uit het raam achter de
zuster. Een koude lucht zag ik, donke
re windgedreven wolken, kale zwie
pende bomen en wat lang, platgewaaid
bruin gras. Dat was alles wat er te
zien was, daar keek ik dus naar.
"Meneer van den Berg", zei de zuster.
Ze sprak mijn naam op mijn manier
uit, met de klemtoon op DEN. "Me
neer van den Berg, U zult zich wel
ontiegelijk vervelen, niet?"
Ze richtte zich niet op, zodat ik alleen
haar kruintje bleef zien. Ondertussen
hield ze natuurlijk mijn monitor in de
gaten. Wat zou er op te zien zijn
"Nee hoor", antwoordde ik, "integen
deel". Daarna had ik haar het volgen
de verhaal kunnen vertellen, waar ik
net aan dacht, maar ik vertelde het
haar niet.
In dat verhaal was ik op zoek naar Dé.
Ik vond hem aan de rand van het bos,
op zijn hurken zittend kijken naar een
open plek vlak bij de grote boom,
naast een riviertje.
"Je verveelt je zeker ontiegelijk?"
vroeg ik hem. Waar had ik die zin
eerder gehoord? "Nee man", was zijn
antwoord, "ik bekijkSamen be
keken we de open plek met de grote
boom en het kleine riviertje, waar ik
even tevoren naar gekeken had. Dé
wees naar de boom. "Daar kan ik de
werkplaatsauto neer zetten, bij wijze
van caravan
"Die afgedankte wagen bij de twee
sprong?" "Bij de tweesprong", knikte
hij langzaam, "wielen eraf, opkrikken,
de ruimte onder de wagen is voor de
kippen, in de wagen twee kamers ma
ken, bad en toilet apart. Misschien nog
een kamer erbij voor de kinderen.
Achter de boom een moestuintje en
aan de overkant van de rivier een
veldje open laten voor een rekstok en
een goal. Kan ik met de kinderen gaan
voetba
Hij zweeg en keek me aan. "Ik heb
niet eens kinderen", zei hij, "ik ben
niet getrouwd, ik heb niet eens een
meisje". Hij stond op, met zijn linker
hand het hele tafereel wegvegend,
alsof het op een bord was uitgetekend.
De caravan verdween, het hok met al
de kippen, de badcel, wc., het sport-
veldje, alles ging weg, Dé verdween
ook.
"Ajuus", zei hij nog.
Dit verhaal had ik de zuster kunnen
vertellen, maar dat deed ik niet. Nee
ik verveelde me niet ontiegelijk.
G. W. H. VAN DEN BERG
TANGGUNGAN IBU
"Tanguan Ibu" in Moesson no. 12 van
Ralph Boekholt had "Tanggungan Ibu"
(verantwoordelijkheid voor Moeder)
gespeld moeten worden. Excuus voor
de slordigheid. Door de vele reacties
die op dit onderwerp kwamen, zullen
wij in het nummer van 15 maart hierop
terugkomen.
De piekerans van John Schlechter -
hiernaast - hebben mij aan het pieke
ren gebracht en bijgedragen tot een
(misschien) lumineus idee. Maar even
eerst over de stand van zaken bij
Moesson.
Mijn artikeltje "Hierbij, gaarne en
daarom(Moesson 1 dec. 1982)
heeft vele medelevende, maar ook
onnodig bezorgde reacties uitgelokt.
"Het gaat slecht met Moesson, hè?" -
"f 68,per jaar een drastische be
zuiniging? Kom nou!" - Of: Ik blijf tot
mijn dood of tot die van Moesson
abonnee I"
Tragisch-komisch waren die brieven:
"Het spijt me dat ik moet opzeggen,
we moeten nu eenmaal bezuinigen.
Overigens wens ik U veel succes met
uw mooie blad en ik hoop dat het
steeds beter met U zal gaan
Maar dit alles hebben we achter de
rug, ook de opzeggingen Ongelooflijk
maar waar: voor het aantal afschrij
vingen zijn er 80% nieuwe abonnees
bijgekomen. Dus geen wolkje aan de
lucht meer, lieve lezers.
Nu terug naar de noodkreet van John
Schlechter die zo weinig Indische
mensen ontmoet, daar waar hij woont.
Met het lezen en herkennen van na
men alleen, zou hij zich al prettiger
voelen, dacht ik. En misschien is hij
de enige niet.
Wat zou U ervan zeggen als we in
Moesson de namen van onze abon
nees afdrukten. ALLEEN DE NAMEN
UITERAARD, GEEN ADRESSEN, om
de privacy te bewaren. B.v.: Naam en
land, niets meer. Maar dat is voor
mensen als John Schlechter misschien
al genoeg om te beseffen hoeveel be
kenden en vrienden hij op de wereld
en in Moesson heeft.
Doen of niet doen? Mag uw naam ook
genoemd, of wilt U dat liever niet
Het is zomaar een idee, helemaal geen
moeten en als U vindt dat niemand
hoeft te weten dat U nog bestaat en
waar, dan laat U het ons weten. Vóór
1 APRIL!
Dus
- heeft U GEEN BEZWAAR tegen pu-
bli'katie van uw naam, dan hoeft U
NIET te schrijven;
- heeft U wél bezwaar tegen publica
tie van uw naam, dan even een
kaartje.
De 7.500 namen (zoveel abonnees
heeft Moesson, verspreid over de ge
hele wereld) kunnen niet in één keer
worden afgedrukt, per Moesson mis
schien 1000 namen al naar gelang de
plaatsruimte.
We horen dus of niets of wel van U.
Vóór 1 APRIL a.s.
L.D.