EEN SINJO KEDIRI IN AUSTRALIË
REIZEN SPECIALIST
OP HET VERRE OOSTEN
Na mijn jeugdjaren als een sinjo in Kediri te hebben doorgebracht, ben ik in
1955 Australiër geworden. Dit had ik nooit kunnen dromen. Na de Japanse
aanval op Pearl Harbour in 1942, werd ik namelijk als Militie-Sergeant bij de
"Timor Expeditie" ingedeeld en per K.P.M.-er naar Portugees Timor Dilly ge
zonden om daar ons "Moederland" tegen de vijand te verdedigen. Andere Ke-
dirianen in deze groep waren Chris van Akkeren, Frans Sommer en Johan Ros-
bak. Onze beroeps officieren hadden ons toen verzekerd, dat wij helemaal niet
bang behoefden te zijn, want de Japs zouden, vanwege hun gespleten ogen,
toch niet goed richten en hun vliegtuigen waren van tweedehands materiaal
gemaakt, dus tida bagoes.
Tijdens de uitreiking van het verzetsherdenkingskruis in juli 1982 aan de heer A. J. Brodie
door de Nederlandse Consul-Generaal in Melbourne, Drs. De Jong. Rechts de echtgenote
van de heer Brodie.
ons heen, zijn wij beiden goddank nog
werkzaam, hebben ons eigen huis,
ieder een auto en wij zijn nog in staat
om iedere week wat opzij te leggen
voor onze overzeese holidays. Wij zijn
al enkele keren naar Indonesië terug
geweest om mijn oude moeder en zus
ter in Soerabaia te bezoeken en ook
om weer te genieten van manggistan
en speciaal de doerian
Alhoewel ik reeds 32 jaren in Austra
lië zit, ben ik mijn Indische smaak nog
niet kwijt. Thuis eten wij geregeld rijst
met Indische gerechten. Tussen twee
Na ongeveer een jaar guerilla-strijd in
de jungles van Timor, werden de over
levenden naar Darwin in Australië ge-
evacueerd. Tijdens ons verblijf in een
militair kamp in Victoria, maakte ik
kennis met een lief Australisch meisje,
genaamd Marje Gilmour, mijn tegen
woordige vrouw. Onze oudste doch
ter Janet is in Brisbane (Queensland)
geboren. Mijn werk bij het KNIL bracht
ons eerst naar oud-Batavia, daarna
naar Hollandia in Nieuw-Guinea, dan
Menado en Gorontalo in Celebes,
waar onze tweede dochter Gail is ge
boren. Onze zoon John is in Soera
baia geboren, in huize "Augusta" in
de Carpentierstraat, tijdens de poli
tionele actie.
Na mijn demobilisatie in Biak in 1950
ben ik naar Australië geëmigreerd en
in 1955 Australisch Citizen geworden.
So far Australia has been good to me
and to my family. Onze drie kinderen
zijn inmiddels met Aussies getrouwd
en wij hebben nu 10 lieve tjoetjoeks.
Het leven in dit land bevalt me wel.
Ik vind de Australiër in het algemeen
een goed en hulpvaardig mens en
ik heb in al die jaren geen persoonlijke
discriminatie of narigheid van mijn
Australische werkgenoten ondervon
den. Wij beiden behoren tot de lucky
ones.
Met zoveel duizenden werklozen om
v
haakjes, thuis ben ik de hoofd-kok
voor de Indische makanan, terwijl Mar
je voor de Australische kokerijen zorgt.
Onze kinderen en kleinkinderen, ja
zelfs onze Australische vrienden, vin
den onze Indische rijsttafel altijd een
traktatie, doch voor hen geen sambal
oelek
In Melbourne zijn verscheidene Indo
nesische restaurants, doch al moet ik
het zelf zeggen, wij vinden mijn In
dische makanan meer "sedep" dan die
van de restaurants. Voor een rijst
tafel met zes verschillende gerechten
betaalt men in een restaurant onge
veer 10 Australische dollars per per
soon. Indisch koken is hier gemakke
lijk, omdat men de nodige kruiden en
sambals in de Chinese winkels en
supermarkets kan krijgen, zelfs sam-
Speciale tarieven voor
verzorgde groepsreizen en
individuele reizen voor
familiebezoek.
GRATIS VISUM VERZORGING
Reikon Reizen - Bankrashof 102
Amstelveen - Tel. 020-45 00 34
bal, ketjap, enz. van Conimex-Holland.
Ons bezoek aan Holland in 1976 was
voor mij a very happy occasion om na
26 lange jaren weer mijn broers en
zusters en oude KNIL vrienden terug
te zien. Ik merkte, dat wij hier in
Australië een grotere keuze hebben
van groenten en vruchten in de mar
kets. Australische beras is van zeer
goede kwaliteit en kost 85 cent per
kilo en er is volop vlees, rund, scha
pen en varkens. De laatste jaren eet
men hier meer en meer kippenvlees.
Doordat wij freezers hebben, hoeven
wij slechts eens per week onze shop
ping te doen en gelukkig wonen wij
niet zo ver van de shops. Doch mijn
trip terug naar Kediri in 1977 was een
teleurstelling. Kota Kediri zag er zo
verwaarloosd uit, de oude brug over
de kali Brantas had diepe kuilen en
mijn Mulo-school had al in jaren geen
verf gezien. De Javasche Bank (nu
Bank Negara) staat er nog, waar ik
toen als een jonge djoeroe toelis heb
gewerkt onder meneer Best. Wel ge
noten wij van de soto babat en saté
kambing in een waroeng viak bij de
brug.
Wat ik hier wel mis is de reünie, waar
je van tijd tot tijd met oude sobats
over tempo doeloe kan kletsen. Enfin,
over twee jaren gaan wij met pensioen
en hopen dan weer een trip naar Hol
land en Indonesië te kunnen maken.
Voor mijn werk tijdens mijn diensttijd
bij het KNIL, werd mij het Verzetsher
denkingskruis toegekend en uitgereikt
door de Dutch Consul-General in Mel
bourne, Drs. de Jong. Ik was de enige
ex-KNIL-er met 14 Hollanders, ex-ver
zetstrijders tegen de Duitsers. De
blanda's waren wel verbaasd om in
hun midden een bruintje te zien met
verschillende medailles op z'n borst.
Dit epistel is opgedragen aan mijn
oude kontjo's van Kediri en het KNIL.
A. J. BRODIE
VERVELEND VOORTEKEN
Tijdens een storm 5 februari j.l. zijn
de twee waringins voor de kraton
in Yogya omvergewaaid. In Moesson
van 15 januari bij het reisverhaal van
Hélène Weski staan ze nog op de
foto. Eén waringin symboliseert de
vorst, de andere het volk
7