ALOOOOHA Aloha - het Hawaiaans woord dat gebruikt wordt als welkomst- en als afscheidsgroet, maar dat ook betekent "hallo" of "liefs". Laat me echter niet op mijn verhaal vooruit lopen en bij 't begin beginnen. Ongeveer drie jaar geleden begon een hele groep Indo's die in de buurt van Philadelphia, Pennsylvania wonen, de koppen bij mekaar te steken en plannen te maken om met vakantie naar Hawaii te gaan. De organisator was Ed Griët, Litty z'jn vrouw deed de correspondentie waar nodig, en Jopie Cooke hield de centjes vast, d.w.z., zij bracht de centjes naar de bank voor ons. Het resultaat van al dit werk was dat 19 november j.l. een groep van 22 Indo's naar Honolulu in de Aloha State vertrok. Het begon al een beetje roewet deze reis, maar alweer loop ik op m'n ver haal vooruit. Teneinde op het vliegveld te komen, had Ed Griët een grote gele schoolbus gehuurd en hij had z'n schaapjes verdeeld over drie afhaal- punten. "Logeren maar", was zijn wijze raad. Zes uur 's morgens hobbelden we met z'n allen plus alle nodige koffers en bungkusans (nu deftig aangeduid met de woorden "flightbag" of "beau tycase") naar de airport. Stemming Meer dan uitstekend. Het geduvel be gon in de lobby van United Airlines. Willem Tielkemeyer ontdekte dat de koffer van Rietje (z'n vrouw) er niet was. Thuis gelaten, gewoon lupah bo ven aan de trap. "Gos, m'n nachtpon", zegt Rietje, "don't worry, heb je niet nodig in Hawaii", kwam ongevraagd commen taar uit alle hoeken. Sudah, kort en goed, er werd heen-en-weer gebeld en de koffer zou echt wel in Honolulu arriveren. "Nah, zie je wel Riet", klonk het troostend, alweer van alle kanten. Leuk toch als iedereen zo meevoelt. Nu konden we via de detector voor verborgen wapens en bommen en zo aan boord stappen. Dat ging vlot tot dat het de beurt was van Bob Cooke die met Jopie's beautycase bezig was. De machien protesteerde met een beep. Beautycase wordt opengemaakt door Juul Lentze terwijl wij met z'n allen toekeken. Wat denk je zit in dat ding? Een grote kof fiepot en een pot sambal (begrijpelijk toch, wat doe je zonder koffie en sambal) en er zat nog meer in. Wat? Raden. Weet je wat? Een mes, groot. De man van United stond met 't mes in z'n hand en vroeg aan Bob: "Wat moet U met dit mes op de plane? I" "Dat mes is om papaya mee te snij den in het hotel", zegt Bob erg se rieus. Apa deze Indo's. Ruwet betul met een pisoh blati in een beauty case; voor katès te snijden. Je heloof zoiets? We huilden van het lachen. Het mes werd in een hele grote doos verzegeld om in het ruim van de plane met ons mee te vliegen naar Honolulu. En dat gebeurde via L.A. We verheug den ons op de zon en de klapper bomen en de bloemen en de Stille Oceaan. Het eerste dat als een bekend oud kledingstuk om ons heen viel was de warme lucht, dragelijk gemaakt door een constante bries. Zalig. En alhoe wel we al twaalf uur op stap waren waren we springlevend. Je merkt met een dat je "thuis" bent. Na baaien in het hotel, meteen uit allemaal. Direct verkennen waar er 't lekkerst gegeten kon worden en Honolulu is voor ons op dat gebied beslist Luilekkerland. Vooral "Patty's Kitchen" in de A La Moana Shopping Center. We stonden in een ellenlange rij, maar als je aan de beurt bent weet je gewoon niet waar je moet beginnen met al dat Chinees eten voor je (ja, Patty's is Chinees). Er werden van onze groep blijde kreten gehoord van "hoeveel ondéh-ondéh moet je hebben, en what about bah-pao"? Dat werd allemaal ingepakt en meegenomen voor ontbijt! Lekker met koffie van Jopie. Het was mendung de eerste twee da gen totdat Wally en ik naar het eiland Hawaii gingen, the "Big Island". De eilandenreeks bestaat n.l. uit de eilan den Kauai, Niihau (waar uitsluitend pure Hawaiianen wonen die maar 1% van de hele bevolking vertegenwoor digen; men mag er alleen komen bij invitatie), Oahu (waarop de stad Hono lulu met Pearl Harbour), Molokai (waar Vader Damiaan zijn lepra kolonie had), Lanai, Maui en dan de "Big Island", Hawaii; en deze hele archipel dus is Hawaii. Een beetje verwarrend en daarom praat men meestal over "Big Island". Je vliegt in een 737 naar Hilo, 't is maar een half uurtje vliegen en soms "bumpy". Zoals toen wij gingen. Achter ons zat een stel Indonesische dames en bij elke windstoot hoorden we "Allah, Allah", en dat zeker wel tien minuten lang. Ik ben geen held in een plane dus die verzuchtingen ach ter me gaven me gewoon de zenuwen. Maar we gingen naar Hawaii (Big Island) om Joyce Cohen op te zoeken. Dat maakte de vlucht wel wat drage- Op de linkerfoto de reisgroep in vrolijke stemming. Achterste rij v.l.n.r.: Bob Cooke (de man van de pisoh blati), Litty Griët, Monica Flem, Maureen Griët. Op de rij daarvoor v.l.n.r.: Thomas (Elie) Noorman, Peter Clifford (zoon van Joop en Joyce Clifford, die deze reis niet meemaakten), Didi Noorman, Richard van Leeuwen, Robert Griët, Frances Barkmeyer, Jopie Cooke, Juul Lentze, Ann van Leeuwen Rietje Tielkemeyer, Karen Noorman. Daarvoor zittend v.l.n.r.: Ed Griët, Willem Tielkemeyer, John de enige Amerikaan van het ge zelschap. Daarvoor, helemaal vooraan: Fried Flem. Vooraan opzij zittend: Robert Rademaeker en Linda Noorman. Rechterfoto: de kip penfarm van Joyce Cohen. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 8