Joyce Cohen-Top op de trap voor haar huis. lijker. Joyce en ik woonden 26-27 ja ren geleden in hetzelfde kosthuis aan de Joh. Verhulststraat in Amsterdam. Ze was toen net getrouwd met Ruud Cohen en Joyce was in verwachting. We zouden nou voor 't eerst kennis maken met de "baby" die inmiddels een jonge man van 25 is, Erik, en die met Joyce al 't werk doet op een groei ende farm. Ze wonen 29 mijl van Hilo vandaan en 3 mijl van Pahoa dat ze aangaf als "net Banjuwangi voor de oorlog." Doodstil is het daar buiten en ik vind Joyce maar geweldig flink. Martin (12) en Quentin (14) gaan nog naar school en met hun Indische snoetjes hebben ze nergens last van daar. Ruud zit nog in Californië, want z'n baas kon hem niet missen. Hij komt eens in de maand thuis. Verder lijkt alles daar op Indië, neen niet Indone sië, Indië van ver voor de oorlog. Een paar mijlen van Joyce vandaan wonen ongeveer tien Indische families. Veel ramee op z'n tijd. Er zijn o.a. drie da mes die zich gewoon na een vakantie in Hawaii hebben gevestigd. Vonnie Niggebrugge, Edith Boers en Els Rij- gers wonen in de "Pondok Wahine" en ze halen er hun hart op aan het klimaat en de planten. Alles is lava daar, en de aarde waar alles in groeit bestaat uit zwarte sintels. Als je bij iemand op bezoek komt moet je dan ook je schoenen bij de voordeur op de lanai (galerij) laten. Prachtig ge woon. Joyce heeft een groot huis, veel zelf geverfd en zo. Regenwater wordt op gevangen in een enorme bak (je kunt erin zwemmen zo groot is 't) en het water wordt dan het huis ingepompt (elektrisch). Toen wij er waren viel 't licht uit. Pech deze, je kan niet baaien, of wat maar. Dus wachten tot het licht weer aangaat. Met echte Indische gast vrijheid onthaalde Joyce ons op de sights and sounds van de Big Island. Alles is zo weelderig. Ik heb nog nooit zulke grote waringins of manggabomen gezien, enorm. De kleuren van de bloemen zijn zo fel, de lucht zo zacht en altijd is daar de bries, en de oce aan - blauw met groen en een rand van wit schuim op elke golf die zich op het zwarte strand in een fijne mist stuk gooit. En achter je de bergen, de Mauna Kea en de Mauna Loa. En tje- mara's, veel tjemara's. Natuurlijk ston den je oren wijdopen om 't geruis van die tjemara's op te vangen. Joyce wou ons laten zien hoe de kemirie eruit ziet voor je ermee begint te koken. De Hawaiiaan noemt het kukui (ku- ku-i). Ze is maar klein die Joyce, dus grote sprong om een tak naar zich toe te trekken en "ééh, ééh, ééh," horen we. De Hawaiiaanse eigenaar schudt een waarschuwende vinger naar haar; "één maar", zegt Joyce, De kemiri werd bekeken en dan was er nog de belimbing, en de djambu klutuk en de katès en de srikaja. Paniek, noemt Joyce al het gekijk en geroep van "kijk dan dit, kijk dan dat". Riettuinen zijn er ook zo veel en met de bergen op de achtergrond waande ik me in Taju bij de Muria. Precies zo. De kraters op het eiland braken nog steeds lava uit, vooral de Kilauea. Het is een groots natuurschouwspel ten beste gegeven door Madame Pélé, de Vuurgodin die daar woont. Neem nooit wat mee van daar, lava of plantjes of zo. Madame Pélé duldt dat niet en zal je achter volgen met pech alle dagen van je leven. Als je uit Indië komt respecteer je zo'n waarschuwing, als je het niet gelooft ga dan maar naar het post kantoor in Hilo waar de pakjes blijven binnenkomen van mensen die wat ze meenamen aan Madame Pélé terug sturen! Het eiland Hawaii is het jongste eiland in de archipel en groeit nog steeds. De lava ligt er afgekoeld en verhard in grote cirkels zo ver als je zien kan, zwart en doods, dit is pahuehue (pa- hoi-hoi), ligt het in brokken dan heet het aa (a-a). Op het eiland worden de richtingen niet aangegeven met noord of zuid maar met aan de bergkant (mauka-side) of aan de zeekant (ma- kai-side). Moet je ook even aan wen nen, vooral als je niet precies de oce aan in zicht hebt, of de bergen ver scholen gaan achter dikke wolken. Roewet. We brachten nog gauw een bezoek aan de "Pondok Wahine". Doodgezellig om zo midden in Hawaii even een kopje koffie te halen bij Indische mensen. "Ajo, vertel van die koffer en van die pisoh blati", zegt Joyce. In geuren en kleuren het ver haal gedaan. "Kan je nagaan, er zijn nog 20 zoals deze in Honolulu", wij zend op Wally en mij, zegt Joyce. Ik beloofde haar dat ik het allemaal wel aan Moesson zou pennen. "Kijk maar uit naar 'Aloha' zei ik. "Ik sla meteen het blad dicht toch", was Joyce's wederwoord. Ik hoop dat ze dit leest. Ze belde ons nog op na de storm in Honolulu, want de Indische Deskundige inspectie van de kemiri boom. groep daar wou weten hoe die groep uit Pennsylvania door de storm was gekomen. Sympathiek gebaar. Mahalo Joyce I Veel te gauw zaten we alweer op de airport in Hilo om terug te gaan naar Honolulu. De plane bleef maar weg. "Deze Aloha Airlines djam karèt", zeiden we tegen elkaar. Maar dat kwam door de orkaan "Iwa" die op komst was. Wisten wij veel. Om een lang verhaal kort te maken, we land den in Honolulu en dachten dat we elk ogenblik teruggeblazen zouden wor den naar het vasteland (de plane ging te keer in de lucht dat het een lieve lust was I). We waren dolblij terug te zijn in ons hotel na een urenlange rit door Honolulu omdat alle verkeers lichten uit waren en iedereen tegelijk naar huis gestuurd werd om de orkaan af te wachten. Wat een chaos. Die avond zaten we met z'n allen op onze kamer in het stikdonker. De storm loeide zonder ophouden en we zaten elf hoog. Vijf van ons gingen naar be neden (lopen) naar het restaurant om te zien of we wat te eten konden vin den. Bij de salad bar zagen we drie kaarsen branden en ik vond dat de sla dat licht echt niet nodig had maar wij wel. Op deskundige wijze werd de kaars gegapt. Ik wandelde zo terloops naar de bar, blies eerst de kaars uit (slim?) en pakte het ding met me mee in de duisternis. Met eten en licht kwamen we weer boven. Je weet één Indo weet raad op veel dingen, laat staan 22. We hadden dan ook champagne, whis key, seven-up, coca cola, en waar vraag ik je, tref je ooit Indische men sen aan zonder eten? Van alles en nog wat kwam er tevoorschijn. Zo werd de orkaan uitgezeten en de ra vage die "Iwa" achterliet op de eilan- (lees verder volgende pagina)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 9