Herinneringen aan een eenzame fietser (I)
Man dood
op straat
Als er iemand was, die ooit meer aandacht en bekendheid verdiende, dan was hij dat wel, mijn broer Max. Want ik
geloof dat er maar weinigen (en zeker op zo'n leefdtijd) waren, die zo avontuurlijk, energiek waren en zo'n doorzettings
vermogen bezaten, als hij.
DEN HAAG De levenloze man
die gisteren overdag (19 mrt. '81)
werd aangetroffen op het Haag
se Veluweplein, is inmiddels ge
ïdentificeerd. Het is de heer
M. P. van Lawick van Pabst (65).
Hij kreeg een plotselinge ziekte-
aanval. De man had geen pa
pieren bij zich. Familieleden had
den zich niet bezorgd gemaakt
toen de man zich niet thuis
meldde, daar deze de gewoonte
had zich per fiets buiten de stad
te begeven om familieleden te
bezoeken. Toen hij zich echter
niet voor het avondeten meldde,
werd de politie gebeld.
Reeds op jeugdige leeftijd was hij be
zeten van de sport, voornamelijk hard
lopen. Zo kan ik me nog heel goed
herinneren dat hij, begin '30 tijdens
zijn Mulojaren, als jongen van 18,
meedeed aan de Marathonloop om
Bogor. Hij was toen één van de jong-
sten onder een groot en respectabel
aantal deelnemers, waaronder stoere
bonken van beroepsmilitairen.
Hoe groot die afstand bedroeg, kan ik
niet met zekerheid zeggen. Wel herin
ner ik mij de route, en alleen oud-
Bogorianen weten maar al te goed,
wat dat zeggen wil.
De start ging vanaf de paarden-ren-
baan, Taman Sereal, tegenover Good
Year; vervolgens via Boeboelakweg,
Tjikeumeuh (hier stond ik langs de
route als jochie van 8, in mijn tjelana-
monjet, hem aan te moedigen), de
Rode Brug, Pledangweg, Grote Post
weg, dan Tandjakan Empang af, dan
linksom die steile Bondonganweg op
(hier reeds de eerste uitvallers), ver
der helemaal tot Batoe Toelis, om dan
via de Koepelweg uit te komen in Soe-
kasari, nabij Banar Peteh; van hieruit
terug de stad in tot Pasar Bogor,
waarna ze rechtsaf de helling af gin
gen, om vervolgens, helemaal om
's Lands-Plantentuin heen, uit te ko
men aan de Pabatonweg (die laatste
helling nabij het zwembad moest een
hel geweest zijn), om tenslotte, deze
deftige weg volgend, terug te keren
naar de finish. En dat allemaal in die
tropische hitte. Hij ging wel niet als
eerste over de streep, daar was hij nog
te jong voor, maar wel behoorde hij
tot de eerste 10 van de weinig over
gebleven deelnemers.
Naast hardloper was hij ook een ent
housiast fietser en bergbeklimmer. Zo
hadden we een Oma en Tante wonen
in Tjiandjoer, in een heerlijk ruim, ou
derwets Indisch huis, met nog ruimer
tuin er om heen, waar we maar al te
graag onze vakanties doorbrachten en
vooral, om onze kwajongensstreken
volop te kunnen uitleven. Terwijl we
- toen ik nog kleuter was - gezellig
vanuit Bogor per trein er naar toe
tuften, deed Max dat, via de Poentjak
"even" op de fiets; soms na even
rusten zelfs, via de Goenoeng Masigit,
naar onze nichten/neven in Bandoeng.
En dat met die gammele, zware fietsen
die we toen nog hadden. Straks meer
hierover.
Het beklimmen van bergen deed hij
dus ook graag (ook op later leeftijd).
Zo beklom hij maar al te vaak de Goe
noeng Gedé, met de nodige avonturen.
door H. J. Lawick van Pabst
Zo gebeurde het eens dat hij, geluk
kig in gezelschap van onze trouwe
kebon, voor de afwisseling eens langs
een andere route wilde afdalen, ver
dwaalde en op een gegeven moment
voor een afgrond stond. Ze konden
toen kiezen, langs een hele omweg in
het dal daar beneden te komen, of als
een Tarzan in de top van een hoge
boom, vlak onder hen te springen, om
dan via die boom, simpelweg af te
zakken naar het dal.
Natuurlijk koos de avonturier, ondanks
hevig protest van kebon, voor dat
laatste. Wonder boven wonder lukte
hem dat ook wel, maar hij kwam zo
ongelukkig tussen de takken terecht,
dat het ging ten koste van een haast
verbrijzelde 'hiel. De arme kebon, die
al radeloos was, raakte door dit on
geval helemaal bingoeng (in de war).
Maximiliaan van Lawick van Pabst,
geboren 10 juni 1915 te Dolopo,
overleden 19 maart 1981 te Den Haag.
Uiteraard verkoos hij die veilige om
weg, om bij mijn hevig bloedende
broer te komen. Zo goed en zo kwaad
als het ging, verbond hij de wond.
Ze hadden toen nog een verschrikke
lijke nacht in de jungle moeten door
brengen, voordat ze eindelijk bij Tjian
djoer uitkwamen.
Max vervulde zijn diensttijd als mili
cien bij de Koninklijke Marine. Zo her
inner ik me als de dag van gisteren,
hoe trots ik was toen hij, breedge
schouderde matroos, bij zijn afzwaai
en, mij van de Lagere School afhaalde
in zijn stoere marinepak.
Helaas werd hij enkele jaren later ge
troffen door reuma (overgeërfd van
Grootpa). Hij was toen omstreeks 25
jaar. Voor hem was dus het hardlopen
Voor de doorsnee krantenlezer zomaar een
triest bericht, een van de vele die hij dage
lijks onder ogen krijgt. Voor Harry Lawick
van Pabst die verknocht was aan zijn broer
Max een schok die hij met moeite te boven
is gekomen. Met het opschrijven van deze
herinnering aan hun lange fietstochten en
hun gezamenlijke belevenissen schreef hij
niet alleen een soort hommage aan deze
opmerkelijke figuur maar uit hij meteen de
hartstocht die zij beiden koesterden voor
vrijheid en natuur.
nagenoeg afgelopen, hoewel hij dat
toch, zo goed en zo kwaad als het
ging, nog deed. Hij kreeg toen een
baan op kantoor bij het Departement
van Marine in Batavia. Voor hij naar
zijn werk ging kon hij niet nalaten, zo
af en toe heel vroeg in de ochtend,
zijn rondjes te lopen om het Water-
looplein.
Tijdens de Japanse bezetting had hij
volop tijd om dat te doen en moedigde
mij ook daartoe aan. Sindsdien liepen
we haast iedere ochtend onze rondjes
in Tegal Sapi (Golfterrein van Bogor).
Maar gelukkig, het fietsen ging hem
nog best af; op een fiets zat hij als
een cowboy te paard.
Ik was intussen, dank zij hem, al wat
flinker geworden en we konden samen
aan fietsto hten beginnen. Zo peddel
den we dus vaak samen (in die Japse
tijd) naar Tjiandjoer over de Poentjak.
In die tijd was die Poentjakroute lang
niet zo druk als in huidig Indonesië,
zodat we er altijd van konden genie
ten, daar boven tussen die frisse thee
tuinen. Zonder ook maar een keertje
af te stappen klommen we tot de pas,
een uitdaging, die te kunnen halen.
Een voldoening was het dan als
we die bereikten. Een glas hete ban-
drek en pisang reboes smaakten dan
8