LAGERE SCHOOL KEBOEMEN, 1914
Bovenstaande foto is afkomstig uit het familiealbum van de fam. Nooy en dateert uit
de periode 1908-1916, toen mijn ouders voor de eerste maal in Indië waren, en 8 jaan
in Keboemen woonden. De foto is van een Europese Lagere School in 1914 of 1915.
De volgende namen zijn mij nog bekend: zittend v.l.n.r.: 3e mijn zusje Riek, 4e Cleveringa.
Staande v.l.n.r.: 3e Theo Nass, 4e mijn zusje Janna, 5e ikzelf. Staande geheel rechts
(met matrozenkraag) Dick Tol (reeds lang overleden). De grote, zware jongen rechts
achter is vermoedelijk Deleau. Geheel links afzonderlijk zittend Charles Nass, omdat hij
boos was toen de foto werd genomen. Voor zover vernomen, is Theo Nass inmiddels
overleden, hoewel ik hoop dat dit niet waar is. Toevallig ben ik een paar jaar geleden
te weten gekomen, dat Cleveringa op Teneriffe woont en een zoon heeft die in Californië
leeft en werkt. En nu de vraag: wie zijn de anderen en waar zijn ze gebleven? Gaarne
een telefoontje of brief en bij voorbaat dank. Dirk J. Nooy, Damsigtstraat 70, 2272 XS
Voorburg (ZH), tel. 070 - 86 37 28.
Yoshida stootte een klank uit, die meer
leek op een leeuwengebrul dan een
woord. Onmiddellijk sprongen drie sol
daten naar de muren en trokken de
gewraakte platen van de muren. Het
was in een oogwenk gebeurd. Aarde-
man vond het geen beste beurt voor
de verdedigers van Nederlands Indië,
dat nu behoorde tot het Asia Raja van
de overwinnaars I
Midden in de maanloze nacht begaf
hij zich alleen naar zijn huis. Dodelijke
stflte in de duistere nacht. Zijn voet
stappen klonken nadrukkelijk op het
asfalt. Hij was nu geen Assistent-Re
sident meer en wat hij weldra zou zijn,
was hem niet duidelijk. Boven zijn
hoofd flonkerden enige sterren - hij
herkende het Zuiderkruis en de vurige
staaart van de Schorpioen - de bomen
langs de straatweg ritselden zachtjes.
Een enkele krekel deed zijn schril ge
luid horen - als een waarschuwing
De volgende morgen vroeg kwam Lt.
Yoshida met rinkelend zwaard hem op
zoeken. Op eerbiedige pas afstand ach
ter hem liep een Japanse vrouw, die al
jaren in Padang Pandjang woonde en
het Maleis goed machtig was. Toen
werd aan Aardeman het naadje van de
kous gevraagd. Hij deelde Yoshida al
les mee, wat die over het bestuur van
de afdeling wilde weten.
Gelukkig dat een mens er geen ver
moeden van heeft, wat hem boven het
hoofd hangt. Ook Aardeman had het
niet. Hij had die ochtend zijn koffie
gedronken en een boterham gegeten
in zijn oude, nu lege huis. De huis
jongen had deze maaltijd voor hem
klaar gezet. De andere bedienden wa
ren geruisloos verdwenen. Toen hoor
de hij, dat de Japanners nog diezelfde
dag per oekase bekend lieten maken,
dat de bevolking alle winkels van de
handelaren te Padang Pandjang moch
ten plunderen. Uitgezonderd waren
diegenen, die zich als "vrienden van
Japan" hadden gemanifesteerd Men
kwam er toen weer overduidelijk ach
ter, hoeveel verraders onder de Chi
nezen en inheemsen zaten
Deze plundering had de bedoeling de
Japanse overwinning op de orang-
blanda's te vieren en de bevolking
schadeloos te stellen voor: "alle el
lende die zij onder de blanda's had
den geleden"Een heidens en bar
baars gebruik
Toen brak voor Aardeman het meest
verschrikkelijke tijdperk van zijn leven
aan. Binnen geen tijd rolden duizen
den Minangkabouwers de berghellin
gen af, een horde als een stroom ter
mieten, om geen moment bij de plun
dering achter te blijven. Vooral het
grote gebouw aan de hoofdstraat, op
slagplaats van alle handelshuizen in
Padang, moest het ontgelden. Toen de
oorlog uitbrak en men nog de hoop
koesterde Java en de Buitengewesten
te kunnen behouden - bedriegelijke
illusie - hadden de zeven handelshui
zen uit voorzorg vele goederen uit
Padang naar het binnenland getrans
porteerd. Honderden balen katoentjes
werden nu gerampast, blikjes met
voedsel vielen ten prooi aan de roof
zucht van de bevolking. Zakken sui
ker werden verdeeld, toko's leegge
haald, beroofd en de vernielingen ble
ven natuurlijk niet uit. Een welover
wogen rampok brak los. Een misdaad
waarop vroeger de doodstraf stond,
mocht nu door de Japanners legaal
worden begaan - de omgekeerde
wereld
Aardeman zag dit alles met lede ogen
aan, maar hij kon niets anders doen
dan zijn afkeer betuigen aan Lt. Yo
shida, die grijnzend en met leedver
maak de rampassende bevolking gade
sloeg en aanmoedigde. Alles wat Aar
deman in zijn jeugd was bijgebracht
over recht, billijkheid, orde en tucht
bestond ineens niet meer. Daarbij zou
de inheemse bevolking nu alle respect
verliezen voor die orang-blanda's -
was dat misschien de hoofdreden ge
weest? Vernedering en gezichtsverlies
waren voor de Japanner een reden tot
zelfmoord. Maar zo dacht de Euro
peaan er niet over. Een oude hadji, die
Aardeman op straat ontmoette wees
met felle vingers naar de hemel, uit
roepend: "Toean, Dadjal sudah turun
dari langit(Heer, de duivel is uit
het zwerk neergedaald.)
Inderdaad - de begeerte verblindt de
mens, neen hij maakt hem dronken.
Aardeman begreep ook, dat het Hol
landse gezag hierdoor definitief onder
mijnd werd. Van een eerlijke verdeling
van de buit was geen sprake. De bru
talen en sterksten haalden de meeste
goederen weg, stalen goud en zilver
werken, vergaarden het meeste roof
goed, lieten het weer op straat vallen,
omdat zij die hoeveelheid niet meer
konden torsen.
Na twee dagen en nachten had Yoshi
da er genoeg van. Hij liep weer tussen
de plunderaars rond en vond het wel
letjes. De straat lag bezaaid met stuk
ken papier, leeggegeten blikjes, ver
trapte zakken ruiker, meel en rijst.
Aardeman liep op Yoshida's bevel ach
ter hem door de opgewonden menigte,
nog altijd bezig overal naar buit te
zoeken. De toko's waren al leegge
roofd.
"Maakt U er een einde aan!" gelastte
de Japanner Aardeman met een ge
biedende uitgestrekte vinger. De Ja
panse vrouw vertaalde het. Aardeman
was immers het hoofd van zijn afde
ling? Was - nu.
Aardeman verborg zijn heftige veront
waardiging niet achter een vriendelijk
maskeren riskeerde misschien wel
(lees verder volgende pagina)
9