13
den. Voor Pa zou het natuurlijk ideaal
zijn geweest, als alle vrouwen onder
één dak met hem zouden vertoeven,
doch de derde, zomede de vijfde
vrouw werden niet door de overige drie
geaccepteerd. Force majeur had Pa
voor de uitgestoten echtgenotes een
horlogezaak en een bakkerij gekocht,
hetgeen hen in staat stelde, om voor
zichzelf te zorgen. Van tijd tot tijd
kwam Pa wel eens "poolshoogte" ne
men en naar zijn kinderen kijken.
De drie overige vrouwen vormden
thuis een hechte gemeenschap. De
eerste, de tweede en de vierde vrouw
heetten respectievelijk: Ama San-san;
Ama Poei-poei en Sie-siem. Yong Moy
was het enige kind van de tweede
moeder. De moeders verzorgden ech
ter "en bloc" alle kinderen, ook als de
peuters ziek waren. Alle vrouwen had
den een eigen slaapkamer, evenals
hun gemeenschappelijke echtgenoot,
die in zijn jonge jaren, wellicht bij toer
beurt de slaapvertrekken regelmatig
met een bezoek vereerde. Veertien
kinderen (inclusief kleinkinderen) wa
ren er in huis en zij zorgden voor de
nodige levendigheid. En Pa werkte en
werkte maar, ondanks zijn hoge leef
tijd, en hij kon alle monden ruim
schoots vullen. Hiervoor was hij
Boeddha zeer erkentelijk. Als dank
voor de welstand, die hij genoot, werd
Boeddha dagelijks geëerd en aan hem
werd overvloedig, voedsel, fruit en
bloemen geofferd. Dit geschiedde al
tijd op de openbare weg, vlak voor de
huisdeur. De penetrante geur van
brandende wierookstokjes bezwanger
de de lucht en vertolkte de mystieke
verering van Boeddha.
Na afloop van de plechtigheid droeg
men de geofferde goede gaven weer
naar binnen, waarna het voedsel door
de huisgenoten werd geconsumeerd.
De economie was hier ook bij gediend.
Naast Boeddha werden ook de voor
ouders van tijd tot tijd vereerd met
offerranden, waarbij overvloedig voed
sel werd "opgezonden". Het bestek
werd ook niet vergeten. In alle kom
men met dampende rijst stonden de
"chop sticks" rechtop in de hagelwitte
rijstkorrels. De eetstokjes ontbraken
echter in het geheel, als een recent
overleden Chinees werd begraven. Op
de dag van de bijzetting in het familie
graf wordt de ontslapene papieren hui
zen en ontzaggelijk veel "vals geld
aangeboden, die het Nirwana slechts
door verbranding bereiken. Zeven da
gen reist de overledene naar het hier
namaals, dat hij over een grote brug
lopende bereikt. Nadat hij een kom
kleefrijst met zijn handen heeft ver
orberd, gaat hij zijn handen in de rivier
wassen en bemerkt dan dat zijn vin
gers afvallen, zodat hij eindelijk weet,
dat hij dood is.
Een Europeaan, die niet bekend is met
de zeden en gewoonten van de Boed
dhistische Chinees, kan ongewild gro
ve fouten maken. Als "outsider" heb
ik ook menige blunder begaan. Ik her
inner mij nog duidelijk, dat één van
Ama Poei-poei met onze dochter Alice (Lie
Lan) in de slendang.
de moeders met een onderdrukte
kreet van ontzetting, de eetstokjes uit
mijn rijstkom haalde, omdat zij er door
mij rechtop waren ingezet, gelijk een
offer aan de "voorouders". Dit was
"pantang". Ook liet ik mij eens ver
leiden door een pisang, die aan een
enorm grote kam zat, en die op een
fruitschaal lag, omringd door andere
mooie vruchten. Dit kostelijke fruit
was voorbestemd om aan Boeddha te
offeren en ik had de kam bananen
ontheiligd, door er van te eten. Na
tuurlijk zorgde ik voor een nieuwe
tros pisangs en het kwaad was ge
ëlimineerd.
Naar gelang ik langer over de vloer
kwam en in het gezin integreerde leer
de ik de specifieke zeden en "eetge
woonten". Eens nam ik deel aan een
uitgebreide maaltijd. Naast allerlei
lekkernijen, kwamen er ook vier scha
len op tafel, waarop volledig gekookte
kippen, zittend in een broedhouding,
werden opgediend.
Niets ontbrak er aan het gevogelte, dat
met kop en snavel en gesloten ogen
afwachtte wat er zou gebeuren. Op
het eerste gezicht had ik al geen trek
meer in de bleke blote hennen, die
hun kop fier omhoog hielden. Ik had
nog meer kippevel, dan die vier hoen
ders bij elkaar. Groot was mijn ver
bazing, dat mijn aanstaande schoon
vader mij een kippenkop aanbood. Ik
weigerde met een vriendelijke glim
lach. Yong Moy echter ontfermde zich
over één der vier koppen, waaraan zij
naar hartelust en met begeerte knab
belde. De hersens werden met smaak
verorberd. Ik kwam weer tot de con
clusie, dat gewoonte een tweede na
tuur is
Ik trad met Yong Moy in het huwelijk
en wij kregen kinderen. De moeders
kwamen niet vaak bij ons op bezoek,
omdat wij in een Europese wijk woon
den, maar wel gingen wij met hen vaak
naar de boerderij, die Pa Tjing Kaw
Djin voor zijn familieleden had ge
kocht. Op een groot stuk land werd
door een Chinees echtpaar groente
verbouwd en varkens gefokt. In het
eenvoudige landbouwershuisje, dat
met bilik wanden en een atap dak was
opgetrokken, genoten wij in de koel
te van hete Chinese thee. De kinde
ren vermaakten zich er kostelijk en
het leven lachte ons allen toe.
Na de souvereiniteitsoverdracht ver
liet ik de politiedienst en ik werd staf
employé van de Borneo Sumatra han
del Mij, alwaar ik vier jaren met veel
plezier heb gewerkt. Toen de Neder
landers op de grens van "persona non
grata" werden bejegend, vertrok ik
resoluut met het gehele gezin naar
Holland, met achterlating van de vol
tallige familie van mijn vrouw. Dit was
voor haar een hard gelag Zij zou
haar vader en moeder nooit meer te
rug zien
Door mijn definitieve repatriëring, ruk
te ik Yong Moy weg uit haar geboor
teland en uit haar leefmilieu, doch zij
is in Nederland in de loop der tijden
volledig geassimileerd. Haar aanpas
sing aan de totaal gewijzigde levens
omstandigheden (inclusief het zelf ko
ken. het zelf naaien van kleding, het
zelf schoonhouden van het huis) was
grandioos. Zij leerde in de kortste ke
ren, tegelijk met onze jongste dochter,
van ons welbekende aap-noot-mies-
leesplankje de Nederlandse taal, en
zij spreekt over het algemeen onze
taal vaak beter dan sommige land
genoten, die het verschil tussen kun
nen en kennen, zomede liggen en
leggen nog niet door hebben.
Na 28 jaren zijn mijn vrouw en ik met
vakantie naar Indonesië teruggekeerd.
Met volle teugen hebben wij van het
mooie land en haar bewoners genoten.
Wij hebben ons hart en de Maleise
taal weer opgehaald. Mijn vrouw voel
de zich weer thuis in haar geboorte
land, dat voor mij een tweede vader
land was geweest. Toch was er iets
diep in haar ziel veranderd.
Van een Chinees meisje was zij in
een Europese vrouw getransformeerd.
Haar milieu was zij helemaal ontgroeid.
Ze had een verschrikkelijke angst
voor "tjitjaks", die in haar jeugdjaren
een dagelijkse verschijning op de pla
fonds en kamermuren waren. Aan de
kop van een gekookte kip zal zij nim
mer meer met smaak knabbelen, laat
staan de hersens eruit zuigen. Ze
walgt er van en vindt het onesthetisch!
Niets is veranderlijker dan de mens
BOELIE