Rob Nieuwenhuys geëerd met
Constantijn Huygensprijs
MIJN NAAM OOK!
door Kees Schaap
De Constantijn Huigensprijs voor letterkunde is dit jaar toegekend aan Rob
Nieuwenhuys, een "Indische jongen", geboren in 1908 in Semarang. Zijn hele
leven heeft hij gewijd aan de Indische letterkunde en hij is uitgegroeid tot de
grootste kenner daarvan die we hebben.
Voor de oorlog was Rob Nieuwenhuys leraar Nederlands aan diverse middelbare
scholen (zo heette dat toen nog) en later werd hij lector Nederlands aan de
litteraire faculteit in Batavia.
In de oorlog draaide hij als gemobiliseerd verpleger het krijgsgevangenkamp in.
Na de oorlog ging hij eerst om bij te komen naar Nederland (waar hij ook ge
studeerd had). In 1947 keerde hij terug naar Djakarta, waar hij op het depar
tement van onderwijs belast werd met culturele zaken. Zo omstreeks de soe
vereiniteitsoverdracht ging hij weer naar Nederland, waar hij eerst weer
leraar Nederlands was (ik ken oud-leerlingen van hem die nog steeds met
enthousiasme spreken over de manier waarop hij les gaf) tot hij in 1963 ver
bonden werd aan het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in
Leiden, belast met de documentatie van de geschiedenis van Indonesië. In 1973
werd hij gepensioneerd, maar het publiceren dat hij zijn hele leven had gedaan,
ging door.
Standaardwerk
Rob Nieuwenhuys schreef onder de
titel "Oost Indische Spiegel" hét stan
daardwerk over de Indische letterkun
de, van de Compagniestijd tot heden,
een pil van 646 pagina's die bijzonder
leesbaar en volledig is. Hij schreef
ook essays (de titel van de bundel
"Tussen twee vaderlanden" typeert
zijn eigen positie) en biografiën, zoals
onder de titel "De pen in gal gedoopt"
over de taalgeleerde Neubronner van
der Tuuk, die als een inlander leefde
onder de Bataks in Tapanoeli en Ba-
liërs op Bali. Hij stelde zeven bloem
lezingen samen, o.a. van het werk van
de beroemde natuurgeleerde Junghuhn
onder de titel "Java's onuitputtelijke
natuur" en uit verschillende tijdperken
van de Indische letterkunde.
Rob Nieuwenhuys vervaardigde ook
fotoboeken over het oude Indië, zoals
"Tempo Doeloe", "Batavia, Koningin
van het Oosten" en "Baren en oud-
gasten". Hij schreef inleidingen bij
door hem opnieuw ontdekte Indische
boeken (Daum). Hij publiceerde ar
tikelen in letterkundige tijdschriften,
schreef stukken voor het Boekenweek
geschenk en ga zo maar door.
Het belangrijkste was natuurlijk zijn
eigen werk, maar hij was te beschei
den om daar meer aan te doen dan hij
had kunnen doen. Onder de titel "Ver
geelde portretten uit een Indisch fami
lie-album" schreef hij een verhaal over
zo'n echt Indische familie, een soort
kroniek die draait om "Tante Sophie".
Het boek speelt in de jaren 1880-1940.
Het is een waar meesterwerk, dat ui
teraard sterk autobiografisch is.
"Een beetje oorlog" heet de tweede
roman van Rob Nieuwenhuys. Daarin
beschrijft hij zijn ervaringen in het
krijgsgevangenkamp met typerend
understatement. Leesbaarder dan wat
ook dat over die tijd geschreven is.
In de periode tussen de Nederlandse
capitulatie en de Japanse inval ver-
Rob Nieuwenhuys
scheen in Batavia gedurende een jaar
het litteraire tijdschrift De Fakkel, waar
van Rob Nieuwenhuys redacteur was.
Na de oorlog werd dat in de periode
1947 tot 1954 gevolgd door Oriëntatie,
waarvan Rob Nieuwenhuys redacteur
secretaris werd. Het blad heeft zich
vooral beziggehouden met de Indische
en Indonesische litteratuur. Vincent
Mahieu (het andere pseudoniem van
Tjalie Robinson) kwam uitvoerig aan
bod om maar iets te noemen. Toen
Rob Nieuwenhuys in de jury zat van
Tong Tong voor de beoordeling van
litteraire manuscripten leidde dat tot
de bekroning van "Anak Kompenie"
van Lin Scholte (waarvoor hij een
voorwoord schreef). Het kwam uit in
de Moesson-reeks, evenals "Lekker
koken van Sabang tot Merauke", het
verrukkelijkste kookboek dat ik ken.
Ook over Multatuli heeft Rob Nieuwen
huys uitvoerig geschreven. Hij stelt
dat de resident Douwes Dekker
Multatuli) verkeerd heeft gehandeld in
"de zaak van Lebak", omdat hij de
adat niet voldoende gerespecteerd
heeft tegenover de regent, een van de
gebruikelijke, afwijkende mening. Voor
het overige vindt hij Multatuli een
groot schrijver.
Rob Nieuwenhuys heeft altijd behoord
tot de "Progressieven". Hij was eng
bevriend met mensen als Du Perron
en dr. Koets. Bij de eerste politionele
actie was hij kapot, heeft hij eens in
een interview gezegd.
Rob Nieuwenhuis heeft meer geschre
ven over anderen, (en hij heeft daarbij
veel talenten naar voren gehaald, zo
als Lin Scholte, Daum en Walraven,
om er enkele te noemen) dan dat hij
zelf schreef.
Rob Nieuwenhuys noemt zichzelf een
man "op de breuklijn". Hij is door en
door verknocht aan Indonesië, maar
toch Nederlander. Zijn werk is monu
mentaal.
Wij moeten ca. 7000 namen publiceren
en dagelijks komen er nog bij I Ge
tracht wordt zoveel mogelijk op datum
van binnenkomst de lijst te maken,
maar omdat er van sommige letters
meer namen zijn dan van andere kan
het zijn dat U maanden moet wachten
voor U uw naam tegenkomt.
Een groot gedeelte van de 7000 namen
is er nu uit, de lijsten zullen in de ko
mende tijd korter worden en de wacht
tijd korter. Even geduld dus nog
Meent U dat uw naam nog niet ver
meld is of twijfelt U of U zich wel
heeft opgegeven, doe het dan alsnog.
Tweemaal dezelfde naam kan geen
kwaad.
O ja, de kwestie van de Jans(s)ens,
de Jongs, Jacobs en andere veelvoor
komende namen. Alleen met een voor
letter en zonder plaats-van-herkomst
(Indië) nemen we ze NIET op. Dat heeft
immers geen enkele zin Voornaam
voluit plus plaats en evt. meisjesnaam
Doorzenden
Als U contact wilt hebben met een
bekende die U meent gevonden te
hebben dan doet U dat zo:
voorbeeld:
A. van der Doel
p/a redactie Moesson
Pr. Mauritslaan 36, Den Haag
Wij vermelden in de lijst geen adres
sen, dat wordt ondoenlijk en velen
willen dat ook niet.
Dus s.v.p. uw brief niet in een enve
loppe stoppen en die adresseren aan
Moesson, dat kost U een extra post
zegel
Voor een buiten-Europa contact een
postblad gebruiken en dat WEL in een
enveloppe aan ons geadresseerd stu
ren. Bijfrankeren hoeft niet want een
postblad heeft een universeel tarief.
Redactie Moesson
3