laat hem blijken dat ik het geen manier vind dat zijn gasten op die manier worden behandeld. Ik krijg de tweede paraplu inderdaad terug. Het avondeten in het Guesthouse is weer heerlijk als altijd. Het is de laat ste avond in Bandung en met wat weemoed reken ik met Ruud Noya en Has af. Om 4.00 uur 's ochtends staan we op om onze ochtendtrein naar Yogya te halen. Bandung is voorbij. We hebben er toch nog weer te weinig van gezien. Volgende keer beter. 12 mei Bandung-Yogya Bij de stationschef van Bandung vol trekt zich een klein ritueel. Op ver toon van onze reserveringsbewijzen, waarvoor Ruud Noya en Has hebben gezorgd, loopt de stationschef naar een bureaulaatje en geeft ons onze tickets. Tertia betaalt half geld. En dat terwijl de prijzen toch al zo belache lijk laag zijn. Omgerekend kost de reis van tien uren naar Yogya 18,per volwassene in de hoogste klasse. Ruud Noya en Has brengen ons naar onze coupé en zetten een bank voor ons om, zodat we vier plaatsen, twee aan twee tegenover elkaar hebben. Een Indonesisch meisje komt met haar moeder de trein in. Het meisje, tassen vol voedsel bij zich, heeft een van de vier plaatsen gereserveerd. Omdat ze niet achteruit wil rijden keert ze de bank weer om. Noya, die buiten staat en wacht tot de trein vertrekt, snelt naar binnen en roept: "Deze mensen hebben 3 plaatsen gereserveerd, ze hebben er recht op om tegenover el kaar te zitten." Het meisje pakt haar spullen en neemt een bank verder plaats. Toch prettig als je in een vreemd land geholpen wordt. Als bui tenlander maak je niet graag ruzie in een trein, want je weet maar nooit waar zoiets op uitloopt. Door ons raampje zien we een groot aantal Europeanen de coupé vóór ons bestormen. Als ik nog eens goed kijk zie ik dat het het reisgezelschap is dat we gisteren bij Pak Ujo zagen. We mogen van geluk spreken dat we tweede klas rijden - de hoogste - want de derde klas is afgeladen vol. Alles zit en staat er door elkaar. Maar hier zijn geen staanplaatsen toegestaan. Je kunt zitten als je gereserveerd hebt. Prima geregeld, wat ons betreft. De trein vertrekt op tijd; Ruud en Has wuiven. Ik hoop ze vlug weer terug te zien. Zulke aardige mensen. Onderweg roeren de Nederlanders van Pak Ujo zich duchtig. Telkens als de trein stopt, klimmen enkelen van hen eruit en beginnen zich met hun fototoestellen aan te stellen. Onge veer als volgt: rond de trein bedelen de kinderen krijgen muntstukjes door het raam toegeworpen en het zich dan ontwikkelende tafereel wordt op de gevoelige plaat vastgelegd. Leuk om later thuis bij Tante Truus te laten zien. "Moet je nu toch eens kijken hoe ze daar leven", zal het commentaar van onze wereldreizigers wel zijn. (Op Een tukang saté in Bandung. dit gebeuren werd een tijd geleden in Moesson reeds kritiek geleverd - Red. M.). Langzamerhand loopt onze coupé vol. Ik krijg een dikke man naast me, waardoor ik het hoe langer hoe warmer krijg. Een andere man, die al vanaf Bandung in de trein zit, presteert het om de hele reis, tien uur lang, te blijven praten. Hij blijkt ook behoorlijk Nederlands te spreken. "Ja menir, ik was gelijkgestelde", vertelt hij met enige trots. Telkens duikt op onverwachte momenten het 'vroeger' op. De trein komt op tijd in Yogya aan. Het is bewolkt en af en toe regent het. Ik maak een beetje ruzie met de toe snellende kofferdragers, maar we ko men vrij vlot een prijs overeen die me zint. De drager brengt ons bij de of ficiële taxistand, maar ook de man daar overvraagt. Ik laat onze twee koffers naar buiten brengen en begin met de taxichauffeurs zelf te onder handelen. Even begin ik te twijfelen of we hier nog wel weg zullen komen van het station, maar dan blijkt de zaak rond te zijn. Een gammele taxi brengt ons naar het hotel. Bij het afrekenen heeft de chauffeur geen wisselgeld. Een bekende truc? Ik krijg de indruk dat hij inderdaad erg arm is (en daar om ook wel wilde rijden). Snel wissel ik geld bij de hotelbalie. De receptio nist kijkt misprijzend naar onze taxi. Andere mensen Tot zover een kleine greep uit mijn dagboek. Toen, onderweg, en ook na derhand, heb ik me gerealiseerd dat blijkbaar alles snel verandert in In donesië. De indianenverhalen die Mar. garetha Ferguson in haar in 1974 ge publiceerde dagboek 'Nu wonen daar andere mensen' opdiste: we hebben niets van dergelijk toestanden ge merkt, en ook de angst die zij soms had, en zeer voelbaar beschreef, heb ben we geen moment gevoeld. In een tijdspanne van tien jaar moet er dus toch het een en ander gewijzigd zijn. Hoeweldie doodescaders die er (lees verder volgende pagina) NIEUWE EN OUDE SPELLING "Anders dan veelal gebruikelijk in Moesson heb ik in mijn relaas de offciële hedendaagse Indonesische spelling aangehouden. Naar mijn mening ligt dat voor de hand in een reisverhaal. Ik zou het immers ook niet in mijn hoofd halen het een of ander koeterwaals neer te schrij ven in een verslaggeving over Wal- lonier, Engeland of Italië? Daarmee wil ik echter geenszins de mening van Ralph Boekholt (Moesson 1-12- '83) overgraven en ik ben er dan ook niet op uit om Indisch in Indo nesisch om te vormen. Zijn betoog onderschrijf ik ten volle, doch dat ontslaat me niet van de plicht om in een beschouwinkje over het hui dige Indonesië correct te spellen." dr. N.W. Toen de nieuwe spelling van de Ba- hasa Indonesia een feit was ge worden in 1972, zijn wij met onze lezers het volgende overeengeko men: a. de oude spelling mocht gehandhaafd blijven als de gebeurtenis (verhaal) zich afspeelde in de tijd waarin die oude spelling gebruikt werd. Het is onlogisch om te schrijven: ik werd in 1915 in Jakarta geboren. Het werd dus: ik werd in 1915 in Batavia gebo ren, of: in 1956 in Djakarta. Maar wel in 1973 in Jakarta. Zelfde regel geldt dus voor Cimahi, Cianjur, etc. etc. Ook voor: onze baboe tjoeti heette Siti. De baboe tjoeti bestaat niet meer (mag niet) dus babu cuci zou een anachronisme zijn, moderne spelling is hier dus niet van toepassing. b. De nieuwe spelling mag door ieder een die dat wil in Moesson worden gebruikt als de inhoud van het artikel duidt op het moderne Indonesië. Wie in de Oostbloklanden, Azië etc. reist zal ongetwijfeld namen en woor den anders gespeld zien dan in de schoolboeken of in de media gebruikt worden. Peking heet al een poos Beying, maar als U het over Peking hebt dan zullen meer mensen begrij pen waar U het over hebt. Over een paar jaar zal dat wel anders zijn misschien. N.a.v. de nieuwe Indon. spelling schreef de heer Wiedenhof: Met Yogya (dat iedere Indonesiër toch als Djokja uit spreekt, is er iets geks aan de hand. De verklaring ligt voor het grijpen. Vroeger (oude Bos atlas) werd het ge schreven als Jogjakarta. Gegeven de uitspraak zou dat nu precies goed zijn. Maar de puristen hebben kennelijk toe geslagen en elke vroegere j consequent door y vervangen. Met het gevolg dat Yogyakarta nu eigenlijk verkeerd ge schreven wordt." De zaak ligt hier wel anders. De oor spronkelijke Javaanse naam is "Ngayo- gyakarto-Adi-ning Rat", later ingekort tot Yogyakarta (Yogya) waar de Neder landers Jogja en zelfs Djokdja of Djogja van maakten. Terug naar de oorsprong wordt het dus weer Yogya en volgens de echte Yogyanees is de uitspraak van de y een zachte dj en niet de harde d waar midden-Javanen beroemd om zijn. L.D. 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 9