poirrié
Mijn derde ego
INDISCHE MENSEN IN NEDERLAND
(APRJLl
Kom niet aan het Westen in mij, ik voel me gekwetst.
Waag niet een kwaad woord aan het Oosten, ik voel me vernederd I
Beide ego's hebben mijn derde ontwikkeld: het Indisch zijn I
In 1925 - ik was toen tien jaar oud - waren wij met vakantie in Wonosobo. Een
baroe uit Nederland vroeg mij in gebroken Maleis naar de weg. In zuiver Neder
lands legde ik hem uit hóe te gaan. Ik zag, dat hij zich schaamde: hij moest het
immers allemaal nog leren.
In 1929 - wij waren met verlof en woon
den uiteraard in het toen al Indisch
Haagje - met een dagje-uit naar Hoorn,
de geboorteplaats van Jan Pieterszoon
Coen. Midden in het stadje prijkte zijn
standbeeld.
Wij waren een bezienswaardigheid en
kregen al gauw de hele jeugd achter
ons aan. "Hé Bruintje!" "Hé Kaaskop-
bleekgezicht I"
De dag verliep overigens in alle ge
moedelijkheid. Echte discriminatie ken
ik niet.
Het was aan de Beeklaan in Den Haag
waar wij een étage (slecht gemeubi
leerd) ongezien vanuit Nieuw Guinea
huurden. Vier kinderen en een Indisch
kindermeisje, dat ik als eigen dochter
beschouwde, trokken boven de appar
tementen van de hospita in.
Al gauw werd het daar niet leefbaar,
want toen ik de zevende maal - wij
mochten maar 6x van het trappenhuis
gebruik maken - de trap afkwam, stond
daar de hospita mij op te wachten: "De
vorige mensen ook uit Indië heb ik het
huis uitgezet. Houdt U zich toch aan
de regels van het huis."
Nog diezelfde dag liep ik advertenties
af; zo kwam ik in de Azaleastraat, bel
de aan en begon aarzelend mijn ver
haal: "Ik heb vier kinderen, een kin
dermeisje, mijn man moet nog komen
uit Nieuw Guinea. Mocht U bezwaren
hebben tegen kinderen, dan ga ik wel
een deur verder."
"Wel nee, komt U toch binnen."
Wij kwamen individueel, niet als groep
en ik zou ons oordeel willen verdelen
in 4 perioden. Telkens wijzigden zich
je opvattingen.
1In de jaren vóór de oorlog wist je
eigenlijk precies wat je wou. Zo Eu
ropees mogelijk zijn. Nederland als
middelpunt vanwaar je makkelijk de
rest van Europa bereikte. Over de
boeken die ik indertijd schreef: Be
reisd als zij is, hebben die een in
ternationaal tintje.
2. In de oorlog was je zo intens met je
landgenoten verbonden dat je je Ne
derlanders voelde tegen één vijand:
Duitsland.
3. Na de oorlog keek je met verbazing
naar "Indische mensen". Eens was
jij een van hen. Herinneringen kwa
men.
4. Je was daarna zo bezig met Europese
geschiedenis dat je er in opging. Tot
je weer in aanraking kwam met een
groep Moessonlezers die het over
de identiteit van de Indo hadden.
Hij liet mij alle ruimten zien voor ons
bestemd. Zelfs het kolenhok, waar een
grens getrokken was: "Dit is uw helft!"
Onder het genot van een kopje thee
plus sigaret vertelde hij mij zijn triest
verhaal: "Zijn vrouw had de oorlog niet
kunnen verwerken en is opgenomen
in een inrichting, maar mocht in de
weekends naar huis."
Na een uurtje stapte ik op. Bij de deur
zei hij opeens: "Het is natuurlijk geen
zonde kinderen te hebben, maar ik
wil er toch een weekje over denken
Ik wist vooruit dat ik de ruimten niet
zou krijgen, maar wilde binnen dat
weekje weten hoe hij zich eruit zou
praten en belde aan.
"Mijn vrouw, weet U en U met al uw
kinderen."
"Ach U bent uw verhaal aan mij kwijt,
ik weet hoe eenzaam U zich moet voe
len en wens U het beste toe!"
Hierop ging ik naar een vriendin aan
het Sweelinckplein. Zij gaf mij een
telefoonnummer in Scheveningen, Kei
zersstraat. Voorzichtig begon ik over
het bezit van kroost en noemde alle
leeftijden. Juichend riep ze: "Fijn hoe
ra, eindelijk weer jong grut I"
Wij hebben het daar heel fijn gehad.
Mensen zijn gecompliceerd. In mijn 69
jaren boeiden ze mij, en ze zullen mij
altijd blijven fascineren.
Mijn derde ego: groot aanpassings
vermogen.
O. BOR-WESDIJK
Pensionervaringen
Twaalf keer verhuisd, schopstoel.
"Zo lang in Indië geweest en echte
Nederlandse gebleven." Maar o jee,
het gevecht met kachels.
"Alles goed en wel, uw bedden stinken.
Ze moeten elke dag afgehaald en ge
lucht I"
"De vloer knarst van de suikerkorrels."
Indische tante, 30 jaar in Holland: "Die
plant is niet afgestoft."
"U zondert zich af, vindt ons zeker te
min."
Pronkkamertje door bewoning niet
meer aanspraak gevend op die naam.
"Met het strijken van jurken gebruikt
U veel te veel stroom."
"Die vele kennissen doen de traploper
slijten."
Voor wat hoort wat. Al betaalde je
huur, je werd geacht dienstjes te ver
lenen. Je leerde je aanpassen en kreeg
er langzaam de slag van te pakken. Je
wordt met de jaren milder. Als opge
wonden standje had je gauw een oor
deel klaar. Was diep verontwaardigd
"Moet je Opa ook maar niet op stang jagen
met dat bericht over Pemdaftarans voor
Moesson-leden."
Een rustig logeeradres is de Jalan
MAULANA YUSUP 17 te BANDUNG
(ex-Zeelandiastraat) m. 2 pers. kmrs.
incl. ontbijt, bad en kl. was. Anders
half of vol pension. Vervoer aanwe
zig. Men spreekt Nederlands.
Inlichtingen en corr.: A. MAKALIWY,
Roland Holstlaan 874, Delft, telef.
015-56 54 75.
Wisma DGI (Guest House Raad van
Kerken in Indonesia) Jl. Teuku Umar
17, Jakarta Pusat, tel. 342896. U be
vindt zich in het centrum van de stad
en in een "family" sfeer.
toen de eigenaar van een hotel je in
de rustige schrijfkamer wou omhelzen.
"Kom, kom, zo'n temperamentvol In
disch meisje I"
Nu waardeer je vele trekken in de
Nederlanders waartoe tenslotte je va
der behoorde. Nuchterheid, betrouw
baarheid, trouw. Je ziet de mensen
meer als mens, kind van God die Gods
leiding volgt.
De politiek is een heel ander terrein.
Den Haag is toch zoals Couperus stel
de, jé stad, de stad waar de Indische
mensen sterke banden mee hebben.
Ik zou duizenden bladzijden kunnen
vullen maar dit is dan een miniscule
bijdrage over dit onuitputtelijke onder
werp.
EMS I. H. VAN SOEST (bijna 76)
11