Hans Edwards van Muijen: VAMU Fantasie, daadkracht en tangan din- gin, dat zijn de voornaamste pijlers waarop Hans Edwards van Muijen zijn ondernemingen bouwt. Natuur lijk gaat technische know-how sa men met "tangan dingin", de geluk kige hand, die het succes van de produktie bepaalt. Met dezelfde flair waarop hij als tiener de ingewikkel de mallen voor zijn violen en gitaren construeerde, maakte hij in 1958 zijn eerste kroepoek droog-installa- tie. Twee oude spiraalbedden aan elkaar gesoldeerd tot een kast. Een stuk of 20 uitneembare rekken onder elkaar, een element, een thermo staat en toen maar proberen. Iedere ochtend om 5 uur op om de kroe poek te controleren. Rekening hou den met temperatuurswisselingen, rekening houden met de grondstof fen, aanpassen, verbeteren en proe ven, steeds maar proeven, want de smaak moest goed zijn. De ideale kroepoek kwam er binnen een half jaar, gevolgd door een as sortiment van andere smaken. Kroe poek kedelé voor de vegetariërs, ook zoutarm, vis, feest-kroepoek (Peta Besar) met verschillende kleurtjes waarvan de vraag ver bo ven de mogelijke produktie uitstijgt. 72 Kilo per dag, 13 ton per jaar. Hij zou makkelijk een omzet van 1,5 millioen per jaar kunnen maken met de Pesta Besar alleen, maar dat be tekent zo'n uitbreiding van het be drijf en een uitbreiding van een on noemelijk aantal kopzorgen. Snij- en mengapparaten, een deegmolen, er is wel geautomatiseerd, maar het grootste deel bij Vamu is nog steeds handenarbeid. De sambelans van Hans zijn zo langzamerhand uniek geworden. Het valt hem nog altijd moeilijk met pre- serveringsmiddelen te werken, hij maakt liever steeds vers en werkt zich dus kapot. Export naar Austra lië en Amerika. Hij ziet het wel zitten, maar dat betekent geen tijd meer voor de prettige dingen, hob bies. Hij zou wel eens het gevoel willen hebben een millioen verdiend te hebben. Als hij het persé zou willen, zou het kunnen, alleen met zijn kroepoek die - en dat is een eerlijke verklaring - de beste in Nederland gemaakte is. L.D. Bij de foto: De uitvinder met zijn produkt: Sambel Goreng Kedelé een van de lekker ste sambelans. Hans Edwards van Muijen een jaar of 10 en 20 soorten boemboes ge leden. Er komen steeds nieuwe recepten bij! Eerst goed nadenken en dan meteen doen. Hans Edwards van Muijen. Een deftige naam en ik heb niet eens gevraagd waar die naam vandaan komt. Niet dat dat voor dit interview zo belangrijk zou zijn, maar ik moet mijn intro toch ergens mee beginnen, vandaar deze overbodige regels, maar toch, als je hoort "Hans Edwards van Muijen vermoed je niet direkt te maken te hebben met een producent van kroepoek, ketjap, sauzen en boemboes. En toch is hij dat en niet zo'n kleine ook, getuige de nevenstaande gegevens over zijn omzet. Op 13 februari 1927 werd hij in Ban dung geboren. In zijn jeugd, die hij later in Soerabaia doorbracht, werd al duidelijk waar zijn talenten lagen en waar zijn belangstelling naar uit ging: creatief bezig zijn, met de materialen die er zijn zelf iets maken en daarbij steeds weer werken aan verbetering. "Je moet niet wachten tot alles naar je toekomt; met wat je hebt, hoe een voudig ook, moet je beginnen, ga je experimenteren en als je doorzet zal het je lukken iets goeds te maken". Hij lacht, hij zal dat vaker doen en eigenlijk lacht Hans altijd. Hij is een blijmoedig mens die het leven vol ver trouwen beziet en zijn manier van pra ten is daar naar. Rustig, overtuigend, inspirerend haast. Dat rustige behoudt hij ook als hij vertelt over gebeurte nissen waarvan anderen toch tenmin ste een brok in de keel zouden krijgen. In Java's oostelijke havenplaats ging Hans samen met zijn 3 broers muziek lessen volgen bij S. van Zele. "Hij was niet alleen een uitstekend musicus, maar ook een enorme pedagoog. Hij kon je zo inspireren dat je met liefde muziek ging beoefenen." Niettemin verzuimde hij op een gegeven moment de lessen, maar niet voordat hij aan zijn leraar gevraagd had hoe violen ge bouwd moesten worden. Met enige boeken onder de arm ging hij toen naar huis om een paar maanden later bij Van Zele terug te keren met zijn eerste zelf gebouwde viool. Die was niet helemaal perfect, maar de eerste stap was gezet. Hij zette door en legde zich ook toe op het bouwen van gita- Een ietwat geautomatiseerd bedrijf, mengen, snijden, malen hoeft niet meer met de hand, maar al het andere wel. En dat is niet weinig. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 10