HOE ZOET WAS DE REGEN! t SUIKERFABRIEK DJATIROTO WEER KAMPIOEN? Guesthouse "Belruvya" Het artikel in Moesson: "Hemels dou chen in Indonesië" deed mij weer den ken aan mijn krijgsgevangenentijd in Thailand. Wij waren op wegnaar een ander kamp? Onderweg kwamen wij terecht in het havengebied van Bangkok. Mooie gudangs, gebouwd door een of andere Deense of Zweed se maatschappij. Geen voorziening voor de huisvesting van enige honder den Nederlandse en Engelse krijgsge vangenen. Dadelijk moest een corvee latrines gaan graven aan de andere kant van de weg. Drinkwater kregen wij uit een kraan die ergens bij de Jappen was en dat in de bekende petroleumblikken naar de keuken gebracht werd, die inderhaast ook aan de overkant van de weg gebouwd was. Voor wassen van lijf en kleding werden wij naar een paar flinke vijvers geleid eenmaal per dag in colonne na uitgebreid tellen en Kuro-geschreeuw van de Jap, een ver velend slaanderig ventje. Dat vijver water was brak evenals het water van de kali aan de voorkant van de lood sen. In de lucht was het onrustig. Al tijdens onze eerste of tweede nacht werd Bangkok een kilometer of 5 6 stroom opwaarts gebombardeerd. Het inslaan van de bommen was veraf, het geronk van de geallieerde vliegtuigen en de knallen van een batterij 10 cm lucht doelgeschut dichtbij. De uit de slaap gewekte gevangenen hielden zich rustig, er was geen paniek. Onze gedachten waren anders. Met de Jap werd een afspraak gemaakt, dat wij bij luchtalarm de loodsen mochten verlaten en de ellende afwachten op een open veld een kleine kilometer verder. Het luchtverkeer werd steeds drukker, wat wel optimistische gedachten gaf, maar een ellendig gehol veroorzaakte, als de sirenes begonnen te gillen vooral voor de zieken, die per bran card werden vervoerd. Op een middag was het weer zover. De Amerikanen kwamen altijd in forma tie en legden dan een tapijtje van bom men. De Engelsen kwamen in linie. Je zag de eieren vallen en dit keer in de buurt van onze behuizing. Toen het vuurwerk was afgelopen en de lucht weer stil werd en de grijze wolkjes van het luchtafweergeschut verwaaiden, konden wij weer terug. Maar wat een ellende Er was een bom - of misschien wel twee - net op onze latrines gevallen. Een walm van stank kwam ons tegemoet. Overal aardklui ten met belegen stront. In de loods waren allerlei gaten in het dak gesla gen door stenen, die stinkend op of om onze tampatjes lagen. Een paar dagen later brak een fikse regenbui los en al dat strontwater kwam van het dak naar beneden De volgende dag kwamen de corveeërs terug met plan ken, die ze van een houtopslagplaats in de buurt hadden weggehaald. Op die planken legden we onze matjes, 16 Verzamelen van gesneden suikerriet in Oost-Java. Je zou het bijna denken als je de kop leest in het Indonesische dagblad KOMPAS (oplaag 400.000 ex.) "Memecah rekor - Alle records gesla gen I De maaltijd begonnen in mei 1983 duurde voort tot eind februari 1984". En als leek ben je dan in de verleiding te denken: "Geweldig zeg". Maar als je iets afweet van de suikercultures, vraag je je af: "Wat is hier aan de knikker?" De knikker is het goed bedoelde plan van de Indonesische regering om de gewone tani te laten delen in de sui- keraanplant en zo zijn welvaart op een hoger niveau te brengen. Maar de praktijk is helaas anders. Allereerst betekent dit dat de tani ge durende 12-16 maanden zijn stukje grond niet kan gebruiken om er rijst op te planten. Van de Volkscrediet- bank krijgt hij een voorschot voor de suiker die hij straks aan de fabriek zal leveren. Maar op dit voorschot moet hij natuurlijk rente betalen. En wat houdt hij dan uiteindelijk over? De correspondent van KOMPAS maak te de nodige rekensommetjes, gemaakt in verschillende streken van Oost Ja va. Wanneer we die cijfers gelijk uit strijken komen we op een opbrengst van Rp. 1500 per dag per hectare. Maar de gemiddelde tani bezit slechts o,2 ha., zodat hij moet zien rond te komen met Rp. 300 per dag. Genoeg om er twee bordjes rijst voor te kopen! Daar komt dan nog bij dat het Staats bedrijf voor logistiek (Bulog) de suiker opkoopt voor Rp. 350 per kg. maar verkoopt voor Rp. 550 per kg. En om nu terug te komen op het record van Djatiroto: waarom duurde die maaltijd zo lang? Omdat de fabriek al dat bevolkingsriet niet kon verwerken en zo maanden na de optimale snijtijd nog vrijwel uitgedroogd riet moest ver werken. Wat natuurlijk niet erg ren dabel is. En het commentaar van pak tani "Nduk rema, cong. Tak oneng asile." Uit het Madoerees vertaald: "Wat doe je er aan, mijn vriend? Het haalt toch niets uit." ANAK DJATIROTO (gebaseerd op een artikel in KOMPAS 12 maart 1984) dan was je gevrijwaard voor het af stromende water, als je niet net onder een gat lag De vloer helde lichtelijk de kant van de kali uit. Het was nog geen regentijd. De zon had gelukkig alle tijd om de resten, die nog op het dak lagen, stankvrij te drogen. De daarop volgende tropische buien gaven ons al gauw de kans om tijdens de regenbuien ons te wassen onder de hemelse douches. Dit was tenmin ste zoet water, eigenlijk een hemelse pantjoran I R p WESTERKAMP Jl. Cempaka Putih Tengah 1/19, tel. 415283, Jakarta Pusat. 8 Double rooms, kamers incl. ontbijt en kl. was. Lunch en diner op best., Ned. gespr., verv. aanw., ligging in centr. Alle kamers voorz. v. air con ditioning, pass. worden gr. afgeh. van Halim Airport. Nadere inf. en foto's te bez. bij Moesson. Voor verdere inl. ASFALEA Vliegreizen. Telefoon 020-22 43 62, 22 32 50 en 23 95 48.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 16