Fait accompli BIJ DE VOORPLAAT IN MEMORIAM TJALIE ROBINSON Ze was kort van postuur, kortaf en korzelig. Lerares Nederlands en Frans op de Mulo van de Zusters Ursulinen in Malang. De meisjes in mijn klas noemden haar "de Pil" (ik spreek van een tijd waar een pil gewoon pil was). Waarom heb ik nooit geweten of het moest zijn dat ze zo bitter was. Verbitterd kwam ze op me over. Omdat ze misschien liever in Medemblik was blijven lesgeven inplaats van in Malang Omdat ze nooit kon wennen aan het leven in de tropen, onder zulke mensen, zulke kinderen? De hemel weet het, maar haar lessen waren taai en weinig stimulerend. Maar je deed desondanks toch wel je best omdat ze niet mals was met strafwerk. Wat ik in de Nederlandse les goed deed, verprutste ik glansrijk in de Franse. Naast alle minder prettige indrukken die de Pil in mijn herinnering heeft ge laten, onthoud ik één opmerkelijke. Dat was die keer dat ze onder de Franse les, zonder enige aanwijsbare aanlei ding (of ik moet hebben gesuft) op het bord schreef "FAIT ACCOMPLI". Ze onderstreepte de woorden twee maal, keerde terug naar haar (voor haar veel te hoge) lessenaar en hees zich op haar zitplaats, een teken dat ze ons iets uit te leggen had. "Onthoud die woorden en schrijf ze in vredesnaam goed. 'Fait accompli', voldongen feit, goed onthouden, een uitdrukking die jullie in je leven nog wel zult tegenkomen." Ik schreef de woorden op mijn houten liniaal die van de eerste tot de laatste centimeter volgekrast zat met urgente mededelingen. Fait accompli, telkens als ik een lijn trok onder een thema in een schrift. Fait accompli, onder elke dubbel onderstreepte handelsreken som. Faits accomplis, de dag zit er vol mee, iedere dag is een fait accompli, je hebt geen liniaal nodig om dat te onder strepen. Ook 10 jaar geleden stond Tong-Tong voor een voldongen feit het heengaan van Tjalie. Niet alleen mijn verlies, maar het verlies voor Tong-Tong, het voldongen feit zonder Tjalie het werk voortzetten. We hadden 22 april 1974 nauwelijks tijd om er bij stil te staan dat het wel eens niet zou lukken. De volgende dag moesten alle pagina's op de pers en de daarop volgende week moest het komende nummer naar de drukker. Het leven gaat door, faits accomplis horen er bij. "Accompli" betekent ook volmaakt, volmaaktheid bereiken we nooit, alleen het voldongen feit. Dat Moesson 10 jaar na Tjalie nog leeft en groeit, dat is een feit. En daar mogen we met ons allen dankbaar voor blijven. L.D. Tien jaar geleden, 22 april 1974, over leed Tjalie Robinson die ik persoonlijk nooit heb ontmoet. 23 April keken we naar het journaal. "Tong Tong" riep ik toen het bekende logo achter de nieuwslezer verscheen. Mijn vader sloeg met zijn vuist op de leuning, pakte zijn asbak en sigaretten en ging voor aan tafel zitten. "Nu is het afgelopen" zei hij nog en was verder niet aanspreekbaar. Tien hele jaren later en Tong Tong, dat nu Moesson heet, leeft nog steeds. Het was niet afgelopen, al stond de tijd uitdrukkelijk stil. Hij en trouwens niemand kon op dat moment ook maar vermoeden dat zijn jongste 10 jaar later redacteur zou zijn van Moesson. Niet als een opvolger van Tjalie, maar als een van hen die de fakkel willen overnemen en dat is dan misschien één bewijs dat Tjalie geen idealist is geweest. Ik weet zeker dat Tjalie en inmiddels ook wijlen Pa blij zouden zijn geweest dat er jonge ren zijn die hun werk voort willen zet ten, al zullen zij zich bewust zijn ge weest dat de nieuwe generatie een eigen koers zal en moet volgen, maar ook zij hebben dat ooit gedaan. Hoever mijn 30-jarig geheugen ook te rug gaat, Tong Tong is er altijd ge weest. Dat witte blaadje met die kleine foto, het enige Indische blad ter we reld. Ik las het nooit maar bladerde wel. En mijn moeder moest eens heel hard lachen toen ik zei "Kip van oma" en toch stond dat werkelijk on der dat plaatje, waarvan ik nu weet dat het de Tong Tong Eetkalender is geweest. Tjalie schreef, Pa las en ik bladerde. Jaren en jaren. "Is er post" vroeg hij. "Tong Tong" antwoordde ma. 's Avonds was hij dan onbereikbaar. Tjalie schreef, Pa las en ik bladerde. Totdat hij zei "en nu is het afgelopen". Toen begon ook ik te lezen. En nu, 10 jaar later, in dat beroemde pand Prins Mauritslaan 36, kijkt hij mij vanaf foto's regelmatig aan. Of mis schien slaat hij mij en alle anderen gade en zegt "Poekoel teroes". R.B. SALATIGA Tjalie zei eens: als het ons gegund is onze oude dag in Indonesië te slijten zou ik een pondokje willen hebben in Bogor of in Salatiga. Hij had het vaak over de rust, het heerlijke klimaat van Salatiga waar zijn ouders eens woon den. Ook Ems van Soest koesterde Salatiga in haar hart. Haar moeder schreef er een gedichtenbundel, ver telde ze, zijzelf keerde er vaak terug. Daarom deze voorplaat van Mellema: Salatiga voor Tjalie en Ems. L.D. BIRMAREÜNIE 1984 Op zaterdag 23 juni a.s. zal in de Expo- zaal in het Beatrixgebouw van de Jaar beurs te Utrecht de 16e Birma-reünie worden gehouden. De organisatie van deze ontmoeting, welke duurt van 10.00 tot 15.00 uur, is zoals bekend door de heer H. Engel overgedragen aan de heren F. Blom en G. Vos. De kosten voor deelneming bedragen 6,p.p., de prijs voor de koffietafel bedraagt f 13,50 p.p. De betaling ge lieven belangstellenden vóór 31 mei a.s. te doen door overmaking van 6.of 13,50 op postgiro nummer 12.77.8 t.n.v. Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs te Utrecht, m.v.v. Birmareü- nie 1984. Kaarten en bonnen worden thuisgestuurd en desgewenst (indien op giro-overschrijving vermeld) ook de reductiebon van de N.S. op een dag retour Utrecht. Er wordt op gewezen dat ook een an dere organisatie zich bezig houdt met een Birmareünie. Deze organisatie is bij redactie Moesson vooralsnog on bekend. IN DIT BLAD BIJDRAGEN VAN Rob Nieuwenhuys Ed llcken Jan Blokker Hanna Muelder Poirrié R. F. von Stietz Hilda Makadoero-Loth R. W. Dümpel R. F. Westerkamp Dick Hartoko Mevr. C. Luiting Peter v. Oest Mevr. A. Groenwegen J. Hornung 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 2