mm
Eerbetoon aan de vreemdeling
S/andairiata
lüDISCH
Groot formaat 21 x 30 cm, 182 pagina's met
ruim 200 foto's en tekeningen, betr. het
KNIL. Prijs 39,75 (excl. verzendkosten).
Bestellen per briefkaart verkrijgbaar bij:
ERVARINGEN MET DAJAKS (1)
door R. F. von Stietz
Om de Dajak in al zijn denken en gedragingen te kunnen begrijpen, moet een
langdurige intensieve studie, gebaseerd op liefde voor het volk vooraf zijn ge
gaan. Zo'n diepgaande studie is bijvoorbeeld het wetenschappelijk boek van
Doctor Jacob Mallinckrodt, "Het Adatrecht van Borneo" van 1928. Als Borneo-
liefhebber heb ik natuurlijk vele boeken van Borneo-schrijvers in bezit, welke ik
vele malen intensief heb bestudeerd maar moet ik tot mijn spijt steeds weer
ervaren dat ik in al die boeken nog immer datgene mis waar ik zo naarstig naar
zoek, namelijk "het waarom een Dajak zich als zodanig gedraagt".
Ik citeer wat dr. Jacob Mallinckrodt schreef op bladzijde 5 van zijn boek "Het
Adatrecht van Borneo."
Onder de naam Dajaks vat men
gewoonlijk de Inheemse, niet-
Mohammedaanse bevolking van
het eiland Kalimantan (Borneo)
samen. De Maleise betekenis
van deze naam (orang Dajak) is
bovenlander of binnenlander. De
Dajaks zijn verdeeld in een
groot aantal stammen, waarvan
de namen door de Dajaks zelf
meestal zijn ontleend aan de
rivieren waaraan zij hun woon
plaats hebben.
R. F. von Stietz heeft een aantal
jaren temidden van de Dajaks
geleefd. In voorlopig drie korte
artikelen vertelt hij iets over zijn
ervaringen uit die tijd.
"De gegevens zijn daarenboven moei
lijk samen te lezen, aangezien tot dus
ver geen der onderzoekers in de ge
lukkige omstandigheid heeft verkeerd
het gehele eiland, of zelfs maar het
Nederlandsche deel, ter plaatse te
kunnen onderzoeken. De enorme af
standen tussen de woonplaatsen der
samenstellende delen, het eigenaardig
isolement, waarin de onderdelen der
bevolkingsgroepen ten opzichte van
elkaar leven en de daaruit ontstane
taalkundige chaos, bemoeilijken het
overzicht nog meer. Hierbij komt, dat
de onderzoekers voor een deel slechts
vluchtige reizigers op het eiland waren,
wier ervaringen leerzaam kunnen zijn,
maar die ook menigmaal te vlug con
clusies trokken, waardoor de lezer ge
makkelijk het spoor bijster wordt. An
deren, en hieronder vallen in de eer
ste plaats de Engelse schrijvers, heb
ben hun kennis, die zij verkregen door
een vaak tientallen jaren lang verblijf
onder de bevolking, gegoten in een
vorm, die mogelijk een groter afzetge
bied van hun boeken mogelijk maakt,
doch wetenschappelijk ernstige leem
ten vertoont, doordat zij verzuimden
dieper op de gebruiken des volks in te
gaan, en betreffende het eigenlijk ge
zegde adatrecht maar zeer sporadisch
mededelingen doen".
Zo was het voor de Dajak gebruikelijk
mij met heel veel ceremonieel te ont
vangen wanneer ik mijn intrede deed
bij een Dajakdorp waar ik in lange tijd
niet meer was geweest. In die tijd
betekende het voor mij niets anders
dan een eerbetoon van de dorpsbe
woners jegens mij.
Maar volgens Mallinckrodt had het
heel iets anders te betekenen. Volgens
hem hebben alle leden der gemeen
schap naast de rechten die zij genieten
ook plichten te vervullen. De gemeen
schap als zodanig is aansprakelijk voor
het welzijn van de vreemdelingen die
zij op haar terrein toelaat. Al dadelijk
blijkt dit uit de wijze, waarop vreem
den, die uit een andere streek komen,
magisch beschermd worden tegen de
ter plaatse werkende krachten. Maar
ook het dorp en haar inwoners moe
ten beschermd worden tegen de ma
gische invloeden die de vreemdeling
van elders met zich meedraagt.
De bescherming heeft zowel aan land-
als aan de rivierzijde plaats. Deze
laatste toch is voor het minst even ge
vaarlijk als de eerstgenoemde, want
aangezien de bevolking zich in hoofd
zaak te water verplaatst, doen de ge
materialiseerde magische invloeden
dat ook. Heel duidelijk komt deze be
scherming van de gemeenschap tegen
kwade invloeden van buiten uit in het
bezweren van de vreemdeling, die het
dorp betreedt. Men ziet daarin zeer
goed de strekking der magische han
delingen. Ook elders vreest men de
magie der vreemdelingen (duivels-
dragers). Over het algemeen heeft de
Kenja-Dajak liever geen vreemdelingen
in huis. Een grote hoeveelheid gasten
in een kampong is dan ook altijd een
reden om te "oejan oediep" (verbete
ring der levensomstandigheden) en
gasten met slechte voortekens laat
men helemaal niet toe.
Wat voor mij toen ook zo onbegrijpe
lijk was, is dat de Dajak, wanneer ik
terug kwam van de jacht of de vis
vangst, nooit zijn waardering uitsprak
over de buit die ik met me meebracht,
hoeveel het ook was of hoe groot.
Geen compliment voor mijThans
blijkt waarom hij als zodanig reageert.
Een ieder die in deze Dajakmaatschap-
pij door bepaalde kundigheden uit
blinkt, zoals jagen en vissen, dankt
deze bekwaamheden, volgens de ani-
mist, aan een bepaalde schutspatroon,
die hem goed gezind is.
Er is dus absoluut geen reden om trots
te zijn, integendeel, men verzocht mij
vaak bepaalde handelingen te verrich
ten, wat ik toen ook al niet begreep.
Wil men nu een groter en volmaakter
arbeidsprodukt geven, dan dat men
thans bereikt heeft, dan is het nood
zakelijk de schutsgeest groter offers
te brengen, of men moet zijn magische
kracht vermeerderen door meer magie
toe te voeren dan men eerder gewend
was te doen.
Uit het bovenstaande blijkt maar al te
duidelijk het wanbegrip van de vreem
deling ten opzichte van de Dajakbe-
volking, hetgeen vaak de oorzaak is
van vooroordeel.
Hoe merkwaardig is het, dat ik, die
jaren tussen de Dajaks heb gezeten,
nu pas, na ruim dertig jaren de Dajak
begin te begrijpen in al zijn gedragin
gen en zijn overtuigingen. En dat moet
notabene hier in Nederland geschie
den, achtduizend mijl van Borneo ver
wijderd. Dank zij het boek van dr.
Mallinckrodt, "Het Adatrecht van
Borneo" van 1928.
Anggerek Merpati
Anggerek Merpati (Dendrobium cru-
menatum) zijn welbekende, in Indone
sië en Maleisië in massale hoeveel
heden voorkomende witte boomorchi
deeën, die gelijktijdig bloeien. Het sap
of afkooksel van de schijnknollen
wordt gebruikt tegen oorpijn.
:ïk
HANDGELD
(Z25 we» wummz
fzo0 YOGfl *SlSfófR3
PENSIOENEN
iMnturrnurT 2A
mamma
xfnom
Een onthullend relaas over de voorgeschiedenis en de
strijd van het KNIL tegen het oorlogszuchtige Japan, dat
op lafhartige wijze het welvarende Nederlands-Indië over
rompelde, leegplunderde en beestachtig te keer ging.
Verteld door mensen die er bij waren.
Stabelan, Halleyweg 16, 3318 CM Dordrecht (078-170409)
Moesson, Pr. Mauritsln. 36, 2582 LS Den Haag (070-545500)
Bronbeek, Velperweg 147, 6824 MB Arnhem (085-641538)
F.Jansen, B. Huguerstr. 253, 1064 CH A'dam (020-134915)
9